Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 23 juni 2021, met bijlagen, ingekomen op 24 juni 2021;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 5 juli 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder op 16 september 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- op 26 november 2021 een brief van de zijde van de moeder van diezelfde datum met bijlagen;
- op 29 november 2021 een brief van de zijde van de moeder van diezelfde datum met bijlagen.
- op 29 november 2021 van de zijde van de vader een e-mail met bijlagen;
- op 3 december 2021 van de zijde van de moeder een brief van diezelfde datum met aanvullende verzoeken, waaronder het verzoek om de organisatie United for Freedom toestemming te verlenen om deel te kunnen nemen aan de mondelinge behandeling;
- op 3 december 2021 een journaalbericht van 1 december 2021 van de zijde van de vader met bijlage;
- op 3 december 2021 een e-mail van de zijde van de vader met bijlagen, waarin onder meer bezwaar is gemaakt tegen een door de moeder in het Engels geschreven productie bij de brief van 3 december 2021;
- op 6 december 2021 een e-mail van de zijde van de moeder met bijlage.
- de moeder via een telefonische verbinding, bijgestaan door haar advocaat en mevrouw
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en mevrouw M.J. van Burken-Laskowska, tolk in de Poolse taal.
- van de zijde van de moeder op 16 december 2021 een brief van 15 december 2021 met bijlagen;
- van de zijde van de vader op 21 december 2021 een e-mail met bijlagen.
- op 27 december 2021 een e-mail van de zijde van de vader;
- op 3 januari 2022 een e-mail van de zijde van de moeder waarin bezwaar is gemaakt tegen de door de vader op 21 december 2021 ingediende stukken.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- in de schorsingszaak: tot schorsing van de werking van de bestreden beschikking ten aanzien van de bepaling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader;
- in de hoofdzaak: de bestreden beschikking te vernietigen ten aanzien van de bepaling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader en, in zoverre opnieuw beschikkende, primair: de Nederlandse rechter onbevoegd te verklaren ten aanzien van het verzoek van de vader, het verzoek van de vader niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn verzoeken af te wijzen, kosten rechtens;
- de rechtbank te Koszalin te verzoeken de vader door een psycholoog te laten onderzoeken;
- de rechtbank te Koszalin te verzoeken de minderjarige door een psycholoog te laten onderzoeken naar de band tussen de minderjarige en de vader.
5.De motivering van de beslissing
Bovenstaande overwegingen [met betrekking tot de rechtsmacht van de Poolse rechter inzake ouderlijke verantwoordelijkheid, hof] komen overeen met de motivering van de beschikking van 5 mei 2021 in deze zaak, waarin de Arrondissementsrechtbank te Koszalin , naar aanleiding van het bezwaar van gedaagde betreffende het ontbreken van de nationale bevoegdheid, de vordering met betrekking tot o.a. de ouderlijke verantwoordelijkheid heeft verworpen. Die beschikking is onherroepelijk en de Arrondissementsrechtbank te Koszalin zal zich in de echtscheidingszaak niet uitspreken over o.a. de voornoemde kwesties. De Arrondissementsrechtbank te Koszalin heeft aangegeven dat de Nederlandse rechtbank algemene bevoegdheid heeft om over deze kwesties te beslissen’.