In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in Rotterdam. De verdachte, geboren in 1977 in Duitsland, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, voor het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen van 467 hennepplanten en het stelen van elektriciteit in de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2013 in Rotterdam. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan beide tenlasteleggingen, maar heeft de eerder opgelegde onvoorwaardelijke taakstraf omgezet in een voorwaardelijke taakstraf van 100 uren, rekening houdend met de lange duur van de procedure. Daarnaast heeft het hof een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die schade had geleden door de diefstal van elektriciteit. De verdachte is veroordeeld tot betaling van € 3.139,81 aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard, zodat deze in zoverre bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.