[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
adres: [woonadres] te [woonplaats] ([land]).
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest en tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand. Voorts is beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 05 augustus 2017 tot en met 15 augustus 2017 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een auto (Audi A3), door
- te reageren op een advertentie op de website "Autoscout" voor voornoemde auto en/of
- zich daarbij voor te doen als bonafide koper en/of (vervolgens)
- een afspraak te maken en/of (vervolgens)
- een proefrit te maken en/of (vervolgens)
- de koop te sluiten en/of (vervolgens)
- ( via een nepbetaalapp) net te doen alsof zij de verschuldigde koopsom via haar telefoon overmaakt en/of (vervolgens)
- ( wanneer dat niet blijkt te zijn gebeurd) steeds/gedurende langere tijd maar te zeggen/berichten dat ze het gaat regelen en/of te beloven dat het geld contant zal worden betaald (teneinde te voorkomen dat die [slachtoffer 1] de auto als "gestolen/ontvreemd" zou laten registreren);
2.
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 17 augustu 2017 tot en met 24 augustus 2017 te Lage Zwaluwe, gemeente Drimmelen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een auto (Suzuki Swift), door
- te reageren op een advertentie op de website "Marktplaats" voor voornoemde auto en/of
- zich daarbij voor te doen als bonafide koper en/of (vervolgens)
- een afspraak te maken en/of (vervolgens)
- een proefrit te maken en/of (vervolgens)
- de koop te sluiten en/of (vervolgens)
- een valse naam ([valse naam]) en/of een vals adres op te geven en/of (vervolgens)
- ( via een nepbetaal/bankapp) net te doen alsof zij de verschuldigde koopsom via haar telefoon overmaakt en/of (vervolgens)
- ( wanneer dat niet blijkt te zijn gebeurd) gedurende langere tijd berichten dat het geregeld gaat worden (teneinde die [slachtoffer 2] ervan te weerhouden de auto als gestolen/ontvreemd te laten registreren);
3.
zij op of omstreeks 25 augustus 2017 te 's-Gravenhage, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten 8.000 euro, door
- zich voor te doen als bonafide verkoper van een auto (Suzuki Swift) en/of
- die auto te koop aan te bieden, terwijl zij die door misdrijf verkregen had en/of
- deze auto over te schrijven op naam van de koper en/of - de koper ([slachtoffer 3]) 8.000 euro te laten betalen;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 25 augustus 2017 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, voorwerpen heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van voorwerpen gebruik heeft gemaakt, door een auto (Suzuki Swift) te verkopen, terwijl zij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraken t.a.v. de feiten 1, 2 en 3 primair
Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal genoemde feiten en omstandigheden ontoereikend zijn voor het bewijs van de telkens ten laste gelegde oplichting. Uit die feiten en omstandigheden volgt namelijk niet dat de verdachte het oogmerk had om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die de belastende Whatsapp-berichten in de chat tussen “Koper A3” en aangever [slachtoffer 1] (feit 1) heeft gestuurd. Evenmin kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die de Whatsapp-berichten in de chat tussen “Swift Koper Pooier” en aangever [slachtoffer 2] (feit 2) heeft gestuurd. Ook niet is komen vast te staan dat de verdachte wetenschap heeft gehad van hetgeen in genoemde chatberichten met de verkopers/aangevers is besproken.
Nu niet bewezen kan worden dat de verdachte het oogmerk (voor vervulling waarvan voorwaardelijk opzet niet toereikend is) had om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op
of omstreeks25 augustus 2017 te 's-Gravenhage
, althans in Nederland,eenvoorwerp
enheeft
verworven, voorhanden gehad,overgedragen
en/of omgezet, en/of van voorwerpen gebruik heeft gemaakt,door een auto (Suzuki Swift) te verkopen, terwijl zij wist dat
diedatvoorwerp
en geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
warenwasuit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging m.b.t. het voorwaardelijk opzet
Het hof acht het onder 3 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en neemt daarbij het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft op verzoek van een derde (ene [naam]) op 18 augustus 2017 een Suzuki Swift gekocht van [slachtoffer 2] voor een bedrag van € 11.990,- en deze auto op haar naam gezet. Op de terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat [naam] haar had verteld dat hij dat jaar al een paar auto’s op zijn naam had gezet, maar dat hij problemen zou krijgen met de belastingdienst als hij ook deze Suzuki op zijn naam zou zetten omdat hij dan als autodealer zou worden gezien. [naam] had de verdachte daarom een bedrag van € 2.500,- beloofd als zij de auto op haar naam zou laten zetten. Kort na de aankoop van de Suzuki gaf [naam] te kennen dat de verdachte de auto weer moest verkopen, en dat zij pas daarna haar geld zou krijgen. Op 25 augustus 2017 heeft de verdachte, aldus op verzoek van [naam], de Suzuki aan [slachtoffer 3] verkocht. De koopsom was € 8.000,-. Vervolgens heeft de verdachte ervoor gezorgd dat [slachtoffer 3] de auto op zijn naam kon laten overschrijven.
De verdachte heeft aldus voor [naam], die kennelijk in auto’s handelde, binnen 7 dagen deze Suzuki van [slachtoffer 2] ter waarde van € 11.990,- doorverkocht voor
€ 8.000,- aan [slachtoffer 3] waarbij aan haar door [naam] bovendien hiervoor een beloning in het vooruitzicht was gesteld van € 2.500,-. Een dergelijke constructie is alleen dan niet fors verliesgevend indien niet daadwerkelijk voor de Suzuki is betaald (hetgeen ook achteraf is gebleken uit de aangifte van [slachtoffer 2]).
Het hof gaat er daarom van uit dat op het moment van het aangaan van de verkooptransactie met [slachtoffer 3] de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat zij een auto overdroeg die van misdrijf afkomstig was, zodat minst genomen sprake is van voorwaardelijk opzet.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde levert op: