[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1978,
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 750,00, bij niet betalen te vervangen door 15 dagen hechtenis. Voorts zijn beslissingen genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep
De verdachte is door de politierechter in de rechtbank Den Haag vrijgesproken van de onder feit 3 tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer 2]. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Aan de verdachte is thans nog tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (hoofdagenten van politie Eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door:
- die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Jij moet oprotten kanker gek, kanker kale mongool", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, en/of;
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen: "jullie zijn kut broekies, "kanker koekenbakker", "met je grote kankermuil", "kankerflikker", "met je kankerklauwen en je kankerhoofd", "kankermongool en/of "kankergek", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen "wanneer de handboeien niet om mijn polsen hadden gezeten, had ik je keel uit je strot gebeten", "Ik ruk je kanker adamsappel eruit joh, kankerflikker" en/of "Ik stomp je hele kankerkop in elkaar", althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking;
3.
hij, op of omstreeks 29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas, ambtenaren, [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] (hoofdagenten van politie Eenheid Den Haag), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening heeft mishandeld door:
- die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] met een stoel tegen het lichaam te slaan en/of te zwaaien
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
,op
of omstreeks29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas
,opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] (hoofdagenten van politie Eenheid Den Haag), gedurende
of ter zake vande rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, in
zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door:
- die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Jij moet oprotten kanker gek, kanker kale mongool"
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking,en
/of;
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen: "jullie zijn kut broekies, "kanker koekenbakker", "met je grote kankermuil", "kankerflikker", "met je kankerklauwen en je kankerhoofd", "kankermongool en
/of"kankergek"
,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij
,op
of omstreeks29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas
,[slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen "wanneer de handboeien niet om mijn polsen hadden gezeten, had ik je keel uit je strot gebeten", "Ik ruk je kanker adamsappel eruit joh, kankerflikker" en
/of"Ik stomp je hele kankerkop in elkaar"
, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking;
3.
hij, op
of omstreeks29 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas, ambtenaren
,[slachtoffer 4]
,en[slachtoffer 5] (hoofdagenten van politie Eenheid Den Haag), gedurende
en/of terzake vande rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening heeft mishandeld door
:
-die [slachtoffer 4] en
/ofdie[slachtoffer 5] met een stoel tegen het lichaam
te slaan en/ofte zwaaien.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bespreking van verweren met betrekking tot het bewijs
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte geheel dient te worden vrijgesproken van het onder feit 3 tenlastegelegde, omdat op basis van de door de raadsman overgelegde beelden niet vastgesteld zou kunnen worden dat de verbalisanten door de verdachte met de stoel zijn geraakt.
Het hof oordeelt als volgt. De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij een stoel heeft opgepakt en boven zijn hoofd heeft gebracht, en dat hij daarbij niemand heeft geraakt. Op de door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep per e-mail overgelegde beelden, die ter zitting ook zijn bekeken, is naar het oordeel van het hof te zien dat de verdachte de stoel met een zwaai in de lucht omhoog brengt en de stoel vervolgens weer laat vallen. Dit wordt ook bevestigd door (o.a.) de onafhankelijke getuige [getuige] en de beide verbalisanten, die alle drie bij de rechter-commissaris hebben verklaard dat de verdachte met een stoel een draaiende dan wel zwaaiende beweging maakte. Beide verbalisanten hebben verklaard dat zij zijn geraakt door de stoel waarmee de verdachte zwaaide. Dit wordt ook bevestigd, omdat zich in het dossier foto’s bevinden van het letsel dat [slachtoffer 4] daarbij heeft opgelopen, namelijk een bloedend wondje aan haar vinger. [slachtoffer 4] heeft daarbij aangegeven dat een en ander in een zeer kort tijdsbestek plaatsvond. Binnen 10 seconden nadat ze bij de verdachte aankwam, werd ze al geraakt. Dit past bij de beelden en de verklaringen in het dossier, waarin te zien en te lezen valt dat verdachte slechts één zwaai met de stoel heeft gemaakt. Dat op de beelden niet is te zien dat de verbalisanten daarbij worden geraakt, is verklaarbaar door het feit dat de beelden van een grote afstand zijn gemaakt, terwijl het dus maar om één enkele zwaai ging. De zwaai is overigens zo groot geweest dat die in elk geval wel goed zichtbaar is op de beelden. Het hof acht gelet op het voorgaande dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de beide verbalisanten heeft geraakt door een zwaai met de stoel te maken.
Het hof gaat er evenwel van uit, dat de verdachte de verbalisanten in elk geval niet met (vol) opzet heeft willen raken. Echter, door te zwaaien met een stoel terwijl er verschillende mensen om hem heen stonden, heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij daarbij iemand met die stoel zou raken, wat ook is gebeurd. Daarmee acht het hof het voorwaardelijk opzet van de verdachte op de mishandeling van de beide, door de stoel geraakte, verbalisanten bewezen.
Het verweer wordt derhalve verworpen.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op: