Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaak-/rolnummer rechtbank : C/09/630565/KG ZA 22-509
arrest van 16 mei 2023 (bij vervroeging)
Het geding
- de appeldagvaarding van 25 juli 2022, waarbij de man in hoger beroep komt van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 6 juli 2022 (hierna: het bestreden vonnis);
- het procesdossier uit de eerste aanleg;
- de memorie van grieven waarin de man zes grieven aanvoert tegen het bestreden vonnis, met een productie;
- de memorie van antwoord met producties.
Korte weergave van de zaak
Het bestreden vonnis, de vorderingen van de man en de conclusie van de vrouw
Beoordeling van het hoger beroep
- Hij betwist dat hij een achterstand heeft in de betaling van kinderalimentatie. Ingevolge de beschikking voorlopige voorzieningen was hij een bedrag van € 8.981,08 verschuldigd en ingevolge de echtscheidingsbeschikking tot en met maart 2022 een bedrag van € 2.325,32, derhalve in totaal € 11.306,40. De man heeft in de periode oktober 2020 tot en met maart 2022 een bedrag van € 16.360,- betaald aan de vrouw.
- Er bestond geen rechtsgrond om beslag te leggen, althans maakt de vrouw misbruik van dat recht door de tenuitvoerlegging van de beschikking.
- Nu er geen rechtsgrond bestaat voor het beslag dient met de (opslag)kosten van het LBIO geen rekening te worden gehouden.
- De man wordt tegengeworpen dat hij niet bij zijn betalingen de omschrijving ‘kinderalimentatie’ heeft geschreven. De man heeft jegens de vrouw niet een andere betalingsverplichting. Dat de vrouw de bedragen aanwendt voor kleding en/of de orthodontist kan de man niet worden tegengeworpen. Het is aan de vrouw om aan te tonen dat de bedragen niet voor kinderalimentatie zijn bedoeld.
- De man volstaat met een herhaling van zijn stellingen uit de eerste aanleg.
- Er is nog altijd sprake van een betalingsachterstand.
- Sinds de beschikking voorlopige voorzieningen weigert de man de kinderalimentatie tijdig en volledig te voldoen, de man betaalt wanneer hij wil en hoeveel hij wil. Ook weigert de man om steeds tijdig te betalen, met de omschrijving ‘kinderalimentatie’ en weigert hij aan de deurwaarder of aan het LBIO te betalen. De vrouw heeft de man er meermalen op gewezen dat hij tijdig, volledig en met een duidelijke omschrijving betalingen moet verrichten. De man wordt bijgestaan door een advocaat, dus hij kan dat weten dan wel zou dat moeten weten.
- De man brengt zichzelf in de situatie dat hij kosten moet betalen.
- Diverse betalingen van de man zijn niet bedoeld als kinderalimentatie. De man heeft dat van diverse betalingen ook erkend. Van iedere betaling die wel is bedoeld als kinderalimentatie maakt de vrouw melding bij de deurwaarder.
- De man maakt zijn berekening niet inzichtelijk.