4.2De man is het niet eens met deze beslissing. De man verzoekt het hof - na wijziging en aanvulling van zijn verzoeken - de bestreden beschikking te vernietigen, met uitzondering van de tussen partijen uitgesproken echtscheiding, en, opnieuw rechtdoende:
I. te bepalen dat de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie nihil bedraagt dan wel maximaal € 1.783,- bruto per maand, en wel met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheiding;
II. te bepalen dat de vrouw aan de man binnen uiterlijk 14 dagen na de beschikking de teveel door hem betaalde partneralimentatie dient terug te betalen;
III. de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap vast te stellen als volgt:
a. aan de man worden toebedeeld de eigendomsrechten van de woning te [adresgegevens] onder de voorwaarde dat de vrouw zal worden ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de op deze woning rustende (restant) hypothecaire geldleningen, met de bepaling dat aan de vrouw wordt uitgekeerd de helft van de overwaarde van de woning, te weten de taxatiewaarde minus de restant hypothecaire geldleningen, te vermeerderen met de aan de vrouw toekomende helft van de waarde van de voornoemde kapitaalverzekering, alsmede te bepalen dat de taxatiekosten en de kosten van de notariële eigendomsoverdracht en de kadasterkosten komen voor rekening van partijen, ieder voor de helft. De voornoemde woning zal daartoe binnen uiterlijk vier weken na de te wijzen beschikking worden getaxeerd door [makelaar 1] , waarvan de kosten door partijen ieder voor de helft dienen te worden voldaan, aan welke taxatie de vrouw haar onvoorwaardelijke medewerking dient te verlenen;
b. voor het geval de vrouw niet op eerste verzoek wenst mee te werken aan de notariële levering van haar aandeel (50%) in de eigendomsrechten van deze woning aan de man zal de te wijzen beschikking in de plaats treden van de voor de notariële eigendomsoverdracht en levering vereiste toestemming, wilsverklaring, medewerking, en handtekening(en) van de vrouw;
c. indien binnen uiterlijk zes maanden na de te wijzen beschikking mocht blijken dat de man de vrouw niet kan uitkopen, wordt de woning verkocht en in eigendom overgedragen aan een derde, in welk geval aan ieder der partijen toekomt de helft van de netto-verkoopopbrengst (verkoopprijs minus kosten makelaar, verminderd met de restant hypothecaire geldleningen, vermeerderd met de waarde van de kapitaalverzekering eigen woning). De man verzoekt het hof om de vrouw te veroordelen om mee te werken aan de onmiddellijke verkoop en eigendomsoverdracht van de woning door in te stemmen met [makelaar 1] , alle voor verkoop en levering van de woning benodigde stukken op eerste verzoek van de man c.q. de makelaar c.q. de notaris te ondertekenen en de adviezen van de makelaar, waaronder ten aanzien van bezichtigingen, biedingen en de inrichting c.q. het opruimen van de woning op te volgen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of dagdeel dat de vrouw hiermee in gebreke blijft. Indien partijen niet tot overeenstemming mochten komen over de vraag- en laatprijs, zal de makelaar deze bindend vaststellen;
d. subsidiair, indien en voor zover het hof de beschikking van de rechtbank in stand mocht laten voor zover de rechtbank daarin heeft beslist dat de eigendomsrechten van de woning te [adresgegevens] worden toebedeeld aan de vrouw, de woning getaxeerd dient te worden door [makelaar 1] in het bijzijn van de man, en wel binnen twee weken na de te wijzen beschikking en zulks uiteraard indien en voor zover de man wordt ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de op deze woning rustende hypothecaire geldlening binnen uiterlijk drie maanden na de te wijzen beschikking, bij gebreke waarvan de woning onmiddellijk in de verkoop dient te worden gebracht bij [makelaar 1] teneinde aan een derde te worden verkocht en in eigendom overgedragen. De man heeft recht op de helft van de overwaarde van de woning, te vermeerderen met de helft van de waarde van de kapitaalverzekering eigen woning per de datum van eigendomsoverdracht, welk totaalbedrag bij toedeling van de woning aan de vrouw binnen uiterlijk twee maanden na de ten deze te wijzen beschikking aan de man dient te zijn overgemaakt. Alle kosten van deze overdracht aan de vrouw, waaronder de notariskosten en de kosten van kadaster, komen voor rekening van de vrouw zonder verrekening met de man;
e. wat de inboedel van de woning [adresgegevens] betreft te bepalen dat aan de man wordt toebedeeld zoals door de man in zijn verweerschrift op het incidenteel appel onder sub II d is omschreven;
f. te bepalen dat aan de vrouw wordt toebedeeld de Kia Picanto tegen de waarde ad € 6.200,- en dat de vrouw daarvoor aan de man het bedrag ad € 3.100,- dient te vergoeden, te voldoen binnen uiterlijk 4 weken na de ten deze te wijzen beschikking;
g tot en met i. (na wijziging) te bepalen dat:
A. de vrouw de volgende bankrekeningen krijgt toebedeeld, waarbij zij de helft van de saldi op 3 augustus 2021 binnen zeven dagen na de beschikking van het hof aan de man moet voldoen:
1. [bankrekening 1] , betaalrekening, ten name van de man en/of de vrouw, saldo op
peildatum 03-08-2021 bedroeg €2.293,45;
2. [betaalrekening 1] , een aan de sub 1 genoemde betaalrekening gekoppelde ING spaarrekening, ten name van de man en/of de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 4.057,85;
3. [bankrekening 2] , betaalrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 200,-;
4. [betaalrekening 2] , een aan de sub 3 genoemde betaalrekening gekoppelde spaarrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 15.000,62;
5. [betaalrekening 3] , een aan de sub 3 genoemde betaalrekening gekoppelde spaarrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 817,97;
6. [betaalrekening 4] , een aan de sub 3 genoemde betaalrekening gekoppelde spaarrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 436,72;
7. [betaalrekening 5] , een aan de sub 3 genoemde betaalrekening gekoppelde spaarrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 580,98;
8. [betaalrekening 6] , een aan de sub 3 genoemde betaalrekening gekoppelde spaarrekening, ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 10.891,33;
9. [bankrekening 3] , ten name van de vrouw, saldo op peildatum 03-08-2021 bedroeg € 500,-;
B. dat de vrouw aan de man dient te betalen het bedrag van € 60.201,23, althans een zodanig bedrag zoals het hof juist en redelijk acht, te voldoen binnen uiterlijk zeven dagen na de te wijzen beschikking;
j. de vrouw te veroordelen om de man binnen zeven dagen na de te wijzen beschikking inzage te geven in haar IB-aangifte 2021 op straffe van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat zij daarmee in gebreke blijft;
k. ten aanzien van de door de man afgesloten beleggingsverzekering bij Centraal Beheer, polisnummer [polisnummer 1] te bepalen dat aan de vrouw toekomt de helft van de waarde per de peildatum 04-08-2021;
te bepalen dat de vrouw aan de man dient te vergoeden de door hem betaalde premie woonverzekering 2023, derhalve het bedrag van € 528,03.