ECLI:NL:GHDHA:2023:2958

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
22-001612-22
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Rotterdam inzake faillissementsfraude door bestuurder van vennootschappen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 25 mei 2022. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van faillissementsfraude als bestuurder van meerdere vennootschappen die in staat van faillissement waren verklaard. De tenlastelegging omvatte onder andere het niet voldoen aan de verplichtingen tot het voeren van een administratie en het niet ter beschikking stellen van de benodigde documenten aan de curator. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 180 uren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd de straf te bevestigen, maar met een aanpassing van de taakstraf naar 120 uren. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gedeeltelijk toegewezen en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 180 uren, met bijkomende straffen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte opzettelijk niet heeft voldaan aan haar verplichtingen als bestuurder, wat heeft geleid tot een bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. De verdachte is ook ontzet van het recht om als bestuurder op te treden voor de duur van drie jaar.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001612-22
Parketnummer: 10-750140-19
Datum uitspraak: 1 augustus 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 25 mei 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum] 1965,
adres: [woonadres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden en een proeftijd van 3 jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. Voorts zijn aan de verdachte bijkomende straffen opgelegd, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 november 2014, althans 24 december 2014, althans 7 mei 2015 tot en met 30 juni 2016, in Rotterdam en/of (elders) in Nederland, terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement zijn verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van één of meer van haar/hun schuldeiser(s) en/of ter bevoordeling van een van de schuldeisers opzettelijk een of meermalen niet heeft voldaan aan de op haar, verdachte, rustende verplichting(en) ten aanzien van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld immers heeft zij, verdachte, met dat opzet niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en/of crediteuren van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- het grootboek 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 2] en/of 't het grootboek 2014 [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of het grootboek 2013 en/of 2014 en/of 2015 van [vennootschap 1]
- de kolommenbalans (per november 2014) en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per 6 mei 2016) en/of een kolommenbalans per 31 december 2013 en/of 31 december 2014 en/of 6 mei 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de jaarrekening 2012 en/of 2013 van [vennootschap 2] en/of de jaarrekening 2013 van [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of de jaarrekening(en) 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 1] en/of
- een of meer verkoopfactu(u)r(en) 2013 en/of 2014 en/of inkoopfactu(u)r(en) 2013 (A t/m R) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- een of meer bankafschrift(en) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1]
bewaard en/of (desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en);
en/of
zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 11 april 2017 in Rotterdam en/of (elders) in Nederland,
terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement was/waren verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
opzettelijk niet, althans niet volledig heeft voldaan en/of heeft bewerkstelligd dat werd voldaan aan op haar, verdachte, rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren van boeken, bescheiden en/of gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, ten gevolge waarvan de afhandeling van het faillissement van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap3] en/of 't [vennootschap 4] wordt bemoeilijkt, en/of
- ( vervolgens) tijdens het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) opzettelijk niet terstond de ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en/of gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, in ongeschonden vorm aan de curator verstrekt, immers, heeft zij, verdachte, niet de (gehele) administratie bewaard en/of (desgevraagd) uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) (onder meer) niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en/of crediteuren van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- het grootboek 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 2] en/of het grootboek 2014 [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of het grootboek 2013 en/of 2014 en/of 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de kolommenbalans (per november 2014) en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of crediteurenlijst (per 6 mei 2016) en/of een kolommenbalans per 31 december 2013 en/of 31 december 2014 en/of 6 mei 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de jaarrekening 2012 en/of 2013 van [vennootschap 2] en/of de jaarrekening 2013 van [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of de jaarrekening(en) 2012 en/of2013 en/of 2014 van [vennootschap 1] en/of
- een of meer verkoopfactu(u)r(en) 2013 en/of 2014 en/of inkoopfactu(u)r(en) 2013 (A t/m R) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- een of meer bankafschrift(en) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] bewaard en/of (desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en);
1. subsidiair
Dat aan haar, verdachte, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 november 2014, althans 24 december 2014, althans 7 mei 2015 tot en met 30 juni 2016,
in Rotterdam en/of (elders) in Nederland, terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement was/waren verklaard, te weten:
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
te wijten is (geweest) dat (telkens) niet (volledig) voldaan is aan de verplichting(en) omschreven in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van het boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en/of dat de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers, waarmee volgens die artikelen administratie is gevoerd en/of de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers welke ingevolge dat/die artikel(en) is/zijn bewaard, niet in ongeschonden staat tevoorschijn zijn/worden gebracht, en/of de volgens die artikelen gevoerde administratie en/of boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers, die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in ongeschonden staat tevoorschijn zijn gebracht immers heeft zij, verdachte, (onder meer) niet
- de (gehele) administratie van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4], en/of [vennootschap 3] afgegeven en/of ter beschikking gesteld aan de curator en/of
- een zodanige administratie gevoerd, althans laten voeren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4], en/of [vennootschap 3] konden worden gekend en/of
- deze (volledige) administratie van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4], en/of [vennootschap 3] ongeschonden tevoorschijn gebracht en/of
(onder meer) niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en/of crediteuren van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- het grootboek 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 2] en/of 't het grootboek 2014 [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of het grootboek 2013 en/of 2014 en/of 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de kolommenbalans (per november 2014) en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of crediteurenlijst (per 6 mei 2016) en/of een kolommenbalans per 31 december 2013 en/of 31 december 2014 en/of 6 mei 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de jaarrekening 2012 en/of 2013 van [vennootschap 2] en/of de jaarrekening 2013 van [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of de jaarrekening(en) 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 1] en/of
- een of meer verkoopfactu(u)r(en) 2013 en/of 2014 en/of inkoopfactu(u)r(en) 2013 (A t/m R) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- een of meer bankafschrift(en) van [vennootschap 2] . en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1]
bewaard en/of (desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en);
en/of
het aan haar, verdachte, op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 11 april 2017 in Rotterdam, althans in Nederland, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement was/waren verklaard, te weten:
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of
[vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
te wijten is (geweest) dat voor en/of tijdens het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) niet, althans niet volledig is voldaan aan op haar, verdachte, rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
en/of
het bewaren van boeken, bescheiden en/of gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, ten gevolge waarvan de afhandeling van het faillissement van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4], wordt bemoeilijkt, immers heeft zij, verdachte, niet de (gehele) administratie (desgevraagd) uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en), (onder meer) niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en/of crediteuren van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- het grootboek 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 2] en/of 't het grootboek 2014 [vennootschap 4]] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of het grootboek 2013 en/of 2014 en/of 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de kolommenbalans (per november 2014) en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of crediteurenlijst (per 6 mei 2016) en/of een kolommenbalans per 31 december 2013 en/of 31 december 2014 en/of 6 mei 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de jaarrekening 2012 en/of 2013 van [vennootschap 2] en/of de jaarrekening 2013 van [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of de jaarrekening(en) 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 1] en/of
- een of meer verkoopfactu(u)r(en) 2013 en/of 2014 en/of inkoopfactu(u)r(en) 2013 (A t/m R) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of - een of meer bankafschrift(en) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1]
bewaard en/of (desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en);
2.
Zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 november 2014, althans 23 december 2014, althans 6 mei 2015 tot en met 30 juni 2016, in Rotterdam en/of (elders) in Nederland,
terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement was/waren verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van die B.V.('s)/rechtsperso(o)n(en)
- een of meer last(en) verdicht heeft en/of verdicht en/of een of meer bate(n) niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, en/of
- een of meer goed(eren) en/of geldbedrag(en) aan de boedel (heeft) onttrokken en/of onttrekt, en/of ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop zij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen een of meer van de schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft, of bevoordeelt,
immers heeft zij, verdachte,
- een of meerdere goed(eren), te weten een geleased Nissan Qashqai, kenteken [kenteken], althans een geleasde auto, niet (in goede staat) (terug) ingeleverd bij de rechthebbende en/of Leasemaatschappij en/of de door (door)verkoop en/of verhuur van deze auto ontvangen geldbedragen en/of goederen aan de boedel onttrokken en/of
- een of meer openstaande vordering(en) ten laste van de (zakelijke) bankrekening(en) van [vennootschap 4] op [vennootschap 5] (bij welke rechtspersoon zij, verdachte (enig) bestuurder en/of aandeelhouder is), tot een totaalbedrag van 22.035,- euro, of daaromtrent, en/of
- een of meerdere openstaande vordering(en) ten laste van de (zakelijke) bankrekening(en) van [vennootschap 3] op [vennootschap 5] (bij welke rechtspersoon verdachte (enig) bestuurder en/of aandeelhouder is) tot een totaal van 22.437,- euro, of daaromtrent en/of niet (terug)betaald en/of toegelicht/uitgelegd aan de curator en/of voornoemde geldbedrag(en) en/of goed(eren) uit het zicht van de curator gehouden en/of buiten de boedel gebracht;
3.
Zij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 5 november 2014 tot en met 11 april 2017 te Rotterdam, althans in Nederland als degene die, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4], terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement zijn verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
en door de curator en/of rechter-commissaris wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, zonder geldige reden opzettelijk niet is verschenen en/of heeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven, en/of opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft gegeven, immers, heeft zij, verdachte, de vragen van de curator en/of rechter-commissaris in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] tot het verkrijgen van inzicht in de vermogensrechtelijke positie, niet beantwoord en/of onvolledig beantwoord en/of onjuist beantwoord.
Preliminair verweer
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig zijn overgelegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat er sprake zou zijn van een nietige dagvaarding en een fors tijdsverloop tussen de faillissementen, de datum van aangifte en de afdoening van de zaak.
Het hof is van oordeel dat de tenlastelegging, gelet op de gedachtestreepjes waarin wordt omschreven om welke handelingen het gaat, voldoende feitelijk en concreet is. Daarnaast is uit de processen-verbaal van de inhoudelijke behandeling in eerste aanleg gebleken dat de verdachte heeft begrepen wat haar wordt verweten. Voorts is het hof van oordeel dat het tijdsverloop tussen de faillissementen, de datum van de aangifte door de curator en de uiteindelijke afdoening van de zaak niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het hof verwerpt het preliminaire verweer.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens ten aanzien van de opgelegde straf en dat het hof, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. Voorts heeft de advocaat-generaal oplegging van de bijkomende straffen conform het vonnis van de rechtbank gevorderd.
Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof tot een iets andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en
/of
[vennootschap 2], en
/of
[vennootschap 3], en/
of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 5 november 2014
, althans 24 december 2014, althans 7 mei 2015tot en met 30 juni 2016, in Rotterdam en/of (elders) in Nederland, terwijl genoemd
(e
)vennootschap
(pen
) (telkens
)bij een vonnis van de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement zijn verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en
/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en
/of[vennootschap 3] en
/of[vennootschap 4]
(telkens)op 23 december 2014,
(telkens
)ter bedrieglijke verkorting van de rechten van één of meer van
haar/hun schuldeiser
(s
) en/of ter bevoordeling van een van de schuldeisersopzettelijk
een ofmeermalen niet heeft voldaan aan de op haar, verdachte, rustende verplichting
(en
)ten aanzien van het
voeren van een administratieingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
en/of het bewaren en/oftevoorschijn brengen van de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers
in dat artikel bedoeldimmers heeft zij, verdachte, met dat opzet niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en
/ofcrediteuren van [vennootschap 2] en
/of[vennootschap 4] en
/of[vennootschap 3] en
/of[vennootschap 1] en
/of
- het grootboek
2012 en/of 2013 en/of2014 van [vennootschap 2] en
/of het grootboek 2014van [vennootschap 4]en
/ofvan[vennootschap 3]
en/of [vennootschap 1]en
/ofhet grootboek 2013 en
/of2014 en
/of2015 van [vennootschap 1]
- de kolommenbalans (per november 2014) en
/ofeen (volledige) debiteurenlijst en
/of(volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en
/of[vennootschap 4] en
/of[vennootschap 3] en
/ofeen (volledige) debiteurenlijst en
/of(volledige) crediteurenlijst (per 6 mei
20162015) en
/ofeen kolommenbalans per 31 december 2013 en
/of31 december 2014 en
/of6 mei 2015 van [vennootschap 1] en
/of
- de jaarrekening
en2012 en
/of2013 van [vennootschap 2] en
/of de jaarrekening 2013van [vennootschap 4] en
/of[vennootschap 3]
en/of [vennootschap 1]en
/ofde jaarrekening
(en
)2012 en
/of2013 en
/of2014 van [vennootschap 1] en
/of
-
een of meerverkoopfactu
(u)r
(en
)2013 en
/of2014 en
/ofinkoopfactu
(u)r
(en
)2013 (A t/m R) van [vennootschap 2]
en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1]en
/of
-
een of meerbankafschrift
(en
)van [vennootschap 2] en
/of[vennootschap 4] en
/of[vennootschap 3]
en/of [vennootschap 1]
bewaard en/of(desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso
(o)n
(en
);
en/of
zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en/of
[vennootschap 2], en/of
[vennootschap 3], en/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 11 april 2017 in Rotterdam en/of (elders) in Nederland,
terwijl genoemd(e) vennootschap(pen) (telkens) bij een vonnis van de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement was/waren verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
opzettelijk niet, althans niet volledig heeft voldaan en/of heeft bewerkstelligd dat werd voldaan aan op haar, verdachte, rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren van boeken, bescheiden en/of gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, ten gevolge waarvan de afhandeling van het faillissement van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 4] wordt bemoeilijkt, en/of
- (vervolgens) tijdens het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) opzettelijk niet terstond de ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en/of gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, in ongeschonden vorm aan de curator verstrekt, immers, heeft zij, verdachte, niet de (gehele) administratie bewaard en/of (desgevraagd) uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en) (onder meer) niet
- de (volledige) NAW-gegevens van debiteuren en/of crediteuren van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- het grootboek 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 2] en/of het grootboek 2014van [vennootschap 4]en/ofvan[vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of het grootboek 2013 en/of 2014 en/of 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de kolommenbalans (per november 2014) en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of (volledige) crediteurenlijst (per november 2014) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of een (volledige) debiteurenlijst en/of crediteurenlijst (per 6 mei 20162015) en/of een kolommenbalans per 31 december 2013 en/of 31 december 2014 en/of 6 mei 2015 van [vennootschap 1] en/of
- de jaarrekening 2012 en/of 2013 van [vennootschap 2] en/of de jaarrekening 2013 van [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of de jaarrekening(en) 2012 en/of 2013 en/of 2014 van [vennootschap 1] en/of
- een of meer verkoopfactu(u)r(en) 2013 en/of 2014 en/of inkoopfactu(u)r(en) 2013 (A t/m R) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] en/of
- een of meer bankafschrift(en) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 3] en/of [vennootschap 1] bewaard en/of (desgevraagd) ter beschikking gesteld en/of uitgeleverd aan de curator in het faillissement van voornoemde rechtsperso(o)n(en);
2.
Zij, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en
/of
[vennootschap 2], en
/of
[vennootschap 3], en
/of
[vennootschap 4],
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 4 november 2014
, althans 23 december 2014, althans 6 mei 2015tot en met 30 juni 2016, in Rotterdam en/of (elders) in Nederland,
terwijl genoemd
(e
)vennootschap
(pen
) (telkens
)bij een vonnis van de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement
was/waren verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en
/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en
/of[vennootschap 3] en
/of[vennootschap 4]
(telkens)op 23 december 2014,
(telkens
)ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van die B.V.
('s
)/rechtsperso
(o)n
(en
)
- een of meer last(en) verdicht heeft en/of verdicht en/of een of meer bate(n) niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, en/of
- een
of meergoed
(eren)en
/ofgeldbedrag
(en
)aan de boedel
(heeft
)onttrokken
en/of onttrekt, en/of ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop zij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen een of meer van de schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft, of bevoordeelt,
immers heeft zij, verdachte,
- een
of meerderegoed
(eren), te weten een geleased
eNissan Qashqai, kenteken [kenteken],
althans een geleasde auto,niet
(in goede staat
) (terug)ingeleverd bij de rechthebbende en/of Leasemaatschappij
en/of de door (door)verkoop en/of verhuur van deze auto ontvangen geldbedragen en/of goederen aan de boedel onttrokkenen
/of
- een
of meeropenstaande vordering
(en) ten laste van de (zakelijke) bankrekening(en)van [vennootschap 4] op [vennootschap 5] (bij welke rechtspersoon zij, verdachte
(enig
)bestuurder en
/ofaandeelhouder is), tot een totaalbedrag van 22.035,- euro,
of daaromtrent,en
/of
- een
of meerdereopenstaande vordering
(en) ten laste van de (zakelijke) bankrekening(en)van [vennootschap 3] op [vennootschap 5] (bij welke rechtspersoon verdachte (enig) bestuurder en/of aandeelhouder is) tot een totaal van 22.437,- euro,
of daaromtrenten
/ofniet (terug)betaald en/of toegelicht/uitgelegd aan de curator en/of voornoemde geldbedrag
(en
)en
/ofgoed
(eren)uit het zicht van de curator gehouden en/of buiten de boedel gebracht;
3.
Zij
op één of meer tijdstippen gelegenin
of omstreeksde periode van 5 november 2014 tot en met 11 april 2017 te Rotterdam,
althans in Nederlandals degene die, als (middellijk dan wel onmiddellijk) bestuurder van de vennootschappen
[vennootschap 1], en
/of
[vennootschap 2], en
/of
[vennootschap 3], en
/of
[vennootschap 4],
terwijl genoemd
(e
)vennootschap
(pen
) (telkens
)bij een vonnis van de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement zijn verklaard, te weten
[vennootschap 1] op 6 mei 2015, en
/of
[vennootschap 2] op 4 november 2014, en
/of[vennootschap 3] en
/of[vennootschap 4] (telkens) op 23 december 2014,
endoor de curator
en/of rechter-commissariswettelijk opgeroepen
istot het geven van inlichtingen,
zonder geldige reden opzettelijk niet is verschenen en/ofheeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven,
en/of opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft gegeven,immers, heeft zij, verdachte, de vragen van de curator
en/of rechter-commissarisin het faillissement van voornoemde rechtsperso
(o)n
(en
)[vennootschap 1] en
/of[vennootschap 2] en
/of[vennootschap 3] en
/of[vennootschap 4] tot het verkrijgen van inzicht in de vermogensrechtelijke positie, niet beantwoord en/of onvolledig beantwoord
en/of onjuist beantwoord.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging feit 1
Het hof stelt voorop dat de in artikel 343 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: “Sr”) gebezigde bewoordingen “ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers” tot uitdrukking brengen dat de verdachte het opzet moet hebben gehad op de verkorting van de rechten van de schuldeisers, dat voorwaardelijk opzet in dat verband voldoende is en dat derhalve voor het bewijs van het opzet ten minste is vereist dat de handeling van de verdachte de aanmerkelijke kans op verkorting van de rechten van de schuldeisers heeft doen ontstaan (vgl. HR 9 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BI4691).
De verdachte runde als middellijk dan wel onmiddellijk bestuurder vanaf 2004 de bedrijven [vennootschap 2], [vennootschap 3] en [vennootschap 1] en vanaf 2012 het bedrijf [vennootschap 4] Na het uitspreken van de faillissementen van voornoemde bedrijven in 2014 en 2015, lag het op de weg van de verdachte om de gehele bedrijfsadministratie – op verzoek van de curator – te overleggen.
Op 26 november 2014 heeft de verdachte 7 dozen met administratie naar de curator gebracht. Deze dozen bleken niet de gehele bedrijfsadministratie te bevatten. De curator heeft meermaals (dringend) verzocht de ontbrekende stukken, te weten de debiteuren- en crediteurenadministratie, bankafschriften, verkoopfacturen en kolommenbalansen, alsnog aan te leveren. De verdachte heeft hier niet of nauwelijks op gereageerd. Het betroffen stukken die inzicht konden geven in de financiële positie van de voornoemde bedrijven in de periode (vlak) voor de faillissementen en ten tijde van het uitspreken van de faillissementen. Hiermee konden de rechten en verplichtingen van de bedrijven, zoals openstaande vorderingen en schulden, in kaart gebracht worden. Dit is van belang om de verhaalsmogelijkheden van de schuldeisers te kunnen effectueren. Door deze administratie niet tevoorschijn te brengen voor de curator en diens vragen hierover ook niet te beantwoorden, heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard op verkorting van de rechten van de schuldeisers.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldaan hebben aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het ingevolge de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon, enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
als bestuurder van een rechtspersoon die in staat van faillissement is verklaard, wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, weigeren de vereiste inlichtingen te geven, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft als bestuurder van meerdere vennootschappen niet voldaan aan de op haar en die vennootschappen rustende verplichting een inzichtelijke administratie aan de curator over te leggen, hetgeen van belang is om de verhaalsmogelijkheden van de schuldeisers na een onherroepelijk faillissement te effectueren. Daarmee heeft zij de afwikkeling van het faillissement gefrustreerd. Daarnaast heeft de verdachte als bestuurder een personenauto aan haar vennootschappen onttrokken terwijl de vennootschappen failliet waren verklaard. Over de aan een van haar vennootschappen geleende bedragen heeft zij geen duidelijkheid verstrekt noch deze terug betaald. Daarmee heeft zij de schuldeisers van de onderneming benadeeld. Faillissementsfraude tast bovendien het vertrouwen tussen ondernemers onderling aan, welk vertrouwen van essentieel belang is voor een goed functionerend handelsverkeer. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte nagenoeg hetzelfde zijn gebleven als in eerste aanleg. Zo draagt de verdachte nog steeds de zorg voor haar verstandelijk beperkte dochter en kampt zij zelf met medische problemen. Voorts heeft het hof acht geslagen op een de verdachte betreffend reclasseringsadvies d.d. 31 maart 2021.
Justitiële Documentatie
Het hof heeft tevens acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 4 juli 2023.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur in combinatie met de bijkomende straffen een passende en geboden reactie vormen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 31, 57, 63, 194, 343 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Gelast dat deze uitspraak openbaar wordt gemaaktdoor toezending ervan aan de Kamer van Koophandel en schat de kosten daarvan op nihil.
Ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 3 (drie) jaren.
Dit arrest is gewezen door mr. T.J. Sleeswijk Visser,
mr. M. Koole en mr. V.C.E. de Jong, in bijzijn van de griffier mr. S. Roos.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 augustus 2023.
Mr. V.C.E. de Jong is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.