Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en de heer [tolk] , tolk in de Turkse taal;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de vrouw, als zij ten tijde van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand de echtelijke woning aan [adres] , die aan de man uitsluitend of onder andere toebehoort of ten gebruike toekomt, bewoont, jegens de man bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij die woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken voort te zetten gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking, zulks tegen een redelijke vergoeding, die nu op nihil wordt gesteld;
- de wijze van verdeling van de gemeenschap gelast zoals weergegeven onder rechtsoverwegingen 2.9.10 tot en met 2.9.24 van de bestreden beschikking.
5.De motivering van de beslissing
Omdat geen grief is gericht tegen de toepassing in de bestreden beschikking van Nederlands recht als het recht dat toepasselijk is op de verdeling van het huwelijksvermogen, zal het hof ook in hoger beroep uitgaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht.