Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de man van 26 april 2023 met bijlagen, ingekomen op 26 april 2023;
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 3 juni 2024 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 6 juni 2024 met bijlagen, ingekomen op 7 juni 2024;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 11 juni 2024 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
3.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 1] );
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ),
- [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 4] );
- [minderjarige 5] , geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 5] ),
4.De omvang van het geschil
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna te noemen: zorgregeling) bepaald, (kort weergegeven) inhoudende dat de kinderen om het weekend van vrijdagmiddag tot zondagavond en iedere woensdagmiddag bij de man verblijven, alsmede een verdeling van de feest- en vakantiedagen bepaald;
- een informatie- en consultatieregeling bepaald;
- de door de man met ingang van 10 december 2021 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (hierna te noemen: kinderalimentatie) bepaald op € 104,- per kind per maand, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
€ 391,- per kind per maand zal leveren in de kosten van het levensonderhoud, te vermeerderen met de wettelijke indexering, althans met ingang van een dusdanig tijdstip een dusdanig bedrag zoals het hof in goede justitie vermeent te behoren.
5.De motivering van de beslissing
€ 58.951,- per jaar blijken. Volgens de vrouw moet daarom bij de berekening van de draagkracht van de man over het jaar 2021 worden uitgegaan van voornoemde privéonttrekkingen over het jaar 2022 van € 58.951,-.
€ 102,- per kind per maand (totaal € 204,- per maand). Het aandeel van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen bedraagt dan afgerond € 140,- per kind per maand (€ 484,- per maand minus € 204,- per maand = € 280,- per maand / 2).
- met ingang van 1 oktober 2019 vaststellen op € 25,- per kind per maand;
- met ingang van 10 december 2021 vaststellen op € 140,- per kind per maand,
- met ingang van 1 januari 2022 vaststellen op € 143,- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2023 vaststellen op € 148,- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2024 vaststellen op € 157,- per kind per maand.
6.De beslissing
- met ingang van 1 oktober 2019 op € 25,- per kind per maand;
- met ingang van 10 december 2021 op € 140,- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2022 op € 143,- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2023 op € 148,- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2024 op € 157,- per kind per maand.