Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Zaak met parketnummer 10-750311-20:1.hij,
hij,
hij,
hij,
Zaak met parketnummer 10-960470-16 (gevoegd):3.hij in of omstreeks de periode 1 januari 2011 tot en met 9 januari 2018, te Pernis, gemeente Rotterdam en/of te Rotterdam, althans in Nederland,
hij op of omstreeks 9 januari 2018 te Pernis, gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
Zaak met parketnummer 10-750311-20:1.hij,
of omstreeksde periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020
te Rotterdam en/of Schiedam, althansin Nederland
onder meer en/ofvoor zover bekend), verdachte en
/of[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3] en
/of[medeverdachte 4] en
/of[medeverdachte 5] en
/of[medeverdachte 6]
en/of [medeverdachte 7]en
/of[medeverdachte 8],
derde, vierde envijfde lid en artikel 10a eerste lid van de Opiumwet;
hij,
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 april 2020 tot en met 6 juni 2020
te Rotterdam en/of Schiedam, althansin Nederland
, meermalen, althans eenmaal,
een of meeranderen
, althans alleen,
(grote
)hoeveelheden cocaïne, te weten
(in ieder geval):
(ongeveer
)300 kilo cocaïne op of omstreeks 6 mei 2020 en
/of
(ongeveer
)325 kilo cocaïne op of omstreeks 12 mei 2020 en
/of
(ongeveer
)2013 kilo cocaïne op of omstreeks 6 juni 2020
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij,
of omstreeksde periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020
te Rotterdam en/of Schiedam, althansin Nederland
ander ofanderen,
althans alleen,
vierde ofvijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/ofbinnen het grondgebied van Nederland brengen van
grote hoeveelheden cocaïne,
(telkens)
dat/die feit
(en
)heeft getracht te verschaffen en/of
en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van
het/de hierboven bedoelde feit
(en
),
(telkens):
, telefonischen/of via chatberichten contact met één of meer mededaders(s) onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over het
afleveren en/of opslaan en/ofuithalen
en/of verstrekken en/of vervoerenvan voornoemde cocaïne en/of
een telefoon en/of geld verstrekt en/of ontvangen en/of
voertuigenbeschikbaar was
renom de verdovende middelen te vervoeren;
voertuigenbeschikbaar was
ren om de verdovende middelen te vervoeren;
Zaak met parketnummer 10-960470-16 (gevoegd):4.hij op of omstreeks 9 januari 2018 te Pernis, gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
(vuur
)wapen (merk onbekend, gelijkend op een sleutelhanger, kaliber .22 LR) als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie II onder 4 in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie
/of
Inleiding
Beoordeling
gebruiken. De vragen zien dus niet op de wijze waarop de Franse autoriteiten de Encrochat gegevens hebben
verkregen. Aan het arrest van het HvJ EU zijn dus evenmin argumenten te ontlenen teneinde tot nader onderzoek over te (kunnen) gaan naar de wijze waarop de Encrochat-data door de Franse autoriteiten zijn
verkregen.
- zeker te stellen dat de strafrechtelijke onderzoeken waarin de data gebruikt zouden gaan worden voldeden aan de in artikel 126uba Sv gestelde eisen;
- te voorkomen dat Nederlandse opsporingsinstanties naar willekeur zouden kunnen gaan zoeken in de volledige Encrochat bak;
- zoveel mogelijk te voorkomen dat gegevens van personen die geen verdachte (in de zin van artikel 126uba Sv) waren zouden worden verdeeld.
Conclusie
Identificatie Encrochat account(s)
Identificatie [medeverdachte 8] (hierna: [medeverdachte 8]) als [account 1]
Identificatie [medeverdachte 6] als [account 3]
Identificatie [medeverdachte 1] als [account 4]
Identificatie [medeverdachte 2] als [account 2], [account 5] en [account 6]
Identificatie [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3]) als [account 9]
Identificatie [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5]) als [account 10]
Identificatie [verdachte] (hierna: [verdachte]) als [account 8]
Algemene overweging ten aanzien van feiten 2 en 3
Conclusie
Conclusie
Conclusie
Conclusie
Aan bedoelde organisatie in de onderhavige zaak hebben deelgenomen [medeverdachte 8], [medeverdachte 6], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4], [medeverdachte 5], [medeverdachte 3] en [verdachte].
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] waren beiden werkzaam als beveiligingsbeambte bij [bedrijf 1], en gestationeerd op het haventerrein; zij vormden, in hun functie van beveiliger, de ogen en de oren op dat terrein en, het meest relevant, zij lieten andere leden van de organisatie en/of door de organisatie ingeschakelde chauffeurs/ uithalers op illegale wijze toe tot het haventerrein. In die zin vervulden zij een noodzakelijke voorwaarde voor de uithaal. Zij verleenden daarnaast allerlei hand- en spandiensten, waaronder het verstrekken van voeding aan uithalers. [medeverdachte 5] was onder meer verantwoordelijk voor de logistieke kant van de uithaal. Hij verzorgde en bewaarde de benodigde apparatuur en middelen (gereedschap) ten behoeve van de uithaal, en had een logistieke rol bij de organisatie van uithalers. [medeverdachte 4] was de penningmeester van de organisatie. Hij hield inkomsten en uitgaven van de organisatie bij, beheerde en telde geld, en keerde bedragen uit aan deelnemers van de organisatie en aan andere bij de uithaal betrokkenen. Het betrof dan vergoedingen voor ten behoeve van de invoer verrichte diensten en/of werkzaamheden. Ook heeft [medeverdachte 4] mee-geïnvesteerd in in te voeren partijen cocaïne [medeverdachte 8] stemde met [medeverdachte 4], al dan niet na tussenkomst van [medeverdachte 6], de hoogte van die vergoedingen af. Soms werd [medeverdachte 4] daarbij ondersteund door [medeverdachte 5].
Voor de concrete gang van zaken bij de in de tenlastegelegde periode ingevoerde partij(en) cocaïne en/of de voorbereiding van invoer van cocaïne en de wijze waarop de verdachte bij de uitvoering daarvan betrokken was, verwijst het hof naar de in dit arrest opgenomen bewijsoverwegingen met betrekking tot die feiten, in samenhang met de bewijsmiddelen zoals die uit de bijlage volgen.
Feit 4 Sleutelhanger
Uit het voorgaande leidt het hof af dat de verdachte een vuurwapen en bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad, als bedoeld in art. 26 WWM.
Het hof acht ook dit feit wettig en overtuigend bewezen.
meermalen gepleegd.
Ernst van de feiten
Justitiële documentatie
De op te leggen straf
Flamenco) het navolgende gevorderd:
Marufo) het navolgende gevorderd:
Ten aanzien van 10-750311-20 (Flamenco)
Ten aanzien van 10-960470-16 (Marufo)
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jarenen
6 (zes) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in de zaak Marufo in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in de zaak
Marufoin beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in de zaak
Flamencoin beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- De stacaravan,
- De voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 4.