ECLI:NL:GHDHA:2024:2344

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
200.320.769/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over tekortkomingen in de uitvoering van dakwerkzaamheden door aannemer

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaars (VvE) tegen Texa Dakbedekkingen B.V. De VvE had werkzaamheden aan een dak met terrassen opgedragen aan Texa, maar stelt dat de aannemer tekort is geschoten in de uitvoering. De werkzaamheden zijn op een afwijkende wijze uitgevoerd, waardoor de tegels bij de poeren niet vlak liggen. De VvE vordert dat Texa de kosten vergoedt voor het vlak leggen van de tegels, terwijl Texa betaling van de laatste twee termijnen van de aanneemsom vordert. De kantonrechter heeft de vordering van Texa toegewezen, omdat de VvE met de afwijkende uitvoering heeft ingestemd. Het hof bevestigt deze uitspraak, oordelend dat de VvE op de hoogte was van de gevolgen van de afwijkende uitvoering en dat Texa aan haar verplichtingen heeft voldaan. De VvE wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.320.769/01
Zaaknummer rechtbank : 9031736 \ RL EXPL 21-2844
Arrest van 26 november 2024
in de zaak van
Vereniging van Eigenaars woningen en parkeerplaatsen de Gaarde,
gevestigd in Den Haag,
appellante,
advocaat: mr. J.W. van der Sloot, kantoorhoudend in Amsterdam,
tegen
Texa Dakbedekkingen B.V.,
gevestigd in Monster,
geïntimeerde,
advocaat: mr. N.P.O. Ruysch, kantoorhoudend in Delft.
Het hof zal partijen hierna de VvE en Texa noemen.

1.De zaak in het kort

1.1
De VvE heeft werkzaamheden aan een dak (met terrassen) opgedragen aan Texa. Tijdens de werkzaamheden is door de projectbegeleider en een lid van de technische commissie van de VvE ingestemd met een van het bestek afwijkende wijze van verwijdering van de dakbedekking bij de poeren. Hierdoor konden de tegels op de terrassen bij de poeren niet meer vlak met de aansluitende tegels worden teruggelegd. Texa vordert betaling van de laatste twee termijnen van de aanneemsom. De VvE stelt dat zij niet hoeft te betalen, althans Texa haar de kosten moet vergoeden voor het alsnog vlak laten leggen van de tegels, omdat Texa toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst omdat de tegels bij de poeren niet vlak liggen.
1.2
De kantonrechter heeft de vordering van Texa toegewezen en de tegenvordering van de VvE afgewezen, omdat de VvE met de van het bestek afwijkende uitvoering van de werkzaamheden heeft ingestemd. Het hof is het daarmee eens, waarbij het hof tevens aanneemt dat de vertegenwoordigers van de VvE wisten dat door die afwijkende uitvoering de tegels, zonder deze bij te slijpen, niet meer vlak bij de poeren konden worden teruggelegd, althans Texa van die wetenschap redelijkerwijs mocht uitgaan.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 27 december 2022, waarmee de VvE in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 18 oktober 2022;
  • het arrest van dit hof van 31 januari 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
  • de memorie van grieven van de VvE (hierna: MvG), met producties 1 tot en met 8;
  • de memorie van antwoord van Texa (hierna MvA), met productie 1.
2.2
Op 30 september 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Voormelde advocaten hebben de zaak toegelicht, mr. Van der Sloot aan de hand van pleitaantekeningen die hij heeft overgelegd.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
In mei 2019 is tussen partijen een overeenkomst van aanneming (hierna ook: de overeenkomst) tot stand gekomen op grond waarvan Texa in opdracht van de VvE werkzaamheden aan het dak(terras) van het complex Muldersgaarde 1 tot en met 45 te Den Haag diende uit te voeren voor een bedrag van € 40.825,06 exclusief BTW.
3.2
Haag Wonen VvE-Beheer (hierna: Haag Wonen), die ook het dagelijks beheer voor de VvE voerde, heeft namens de VvE het project begeleid en de “Werkomschrijving: 4330.MR.HW2018.01" (hierna: het bestek) opgesteld in samenwerking met een dak-adviseur. De werkzaamheden werden namens de VvE begeleid door [medewerker Haag Wonen] (hierna: [medewerker Haag Wonen]) van Haag Wonen.
3.3
De werkzaamheden waren als volgt beschreven in het bestek:

1.1 Omschrijving van het werk:De werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit:
Tegels omzetten en vervuiling onder de tegels verwijderen en afvoeren.
Tegels die stuk zijn vervangen voor nieuwe exemplaren
Het gehele dakvlak reinigen en controleren op gebreken en herstellen. zoals openstaande naden in de dakbedekking etc.
Dakbedekking rondom de poeren van de erfafscheidingen weg snijden
De poeren opnieuw waterdicht inplakken.
Tegels terug leggen op nieuwe tegeldragers
(…).”en
3.4 Poeren: TERRAS3.4.1 Herstel van de dakconstructie rondom de poeren van de erfafscheidingen
  • De dakbedekking in de kim van de poeren doorsnijden en verwijderen.
  • Bestaande poeren primeren metDerbiprimer E, een water gedragen primer.
  • Hierna een eerste laagDerbicoat NTbranden.
  • Daarna een tweede randstrookDerbigum NTbranden.
  • De aansluiting rondom de ijzeren voet afwerken metDerbimastic S.
Door in de kim door te snijden, ontstaat er rond de poeren een verdikking. Door twee lagen dakbedekking op aan te brengen moet rondom de poeren geen water blijven staan.”
3.4
Artikel 2.5, lid 1 (
Meer- en minder werk, wijziging in de uitvoering)van de
Algemene voorwaarden en bepalingenvan het bestek luidt:
“Alleen schriftelijk door de opdrachtgever/directie opgedragen meerwerk kan worden gefactureerd en betaald. Meerwerk wordt binnen één kalenderweek na vaststelling en voorafgaand aan de uitvoering door de opdrachtnemer schriftelijk aan de opdrachtgever/directie gemeld met opgave van kosten. (…)”.
3.5
Op deze overeenkomst zijn voorts de UAV 2012 van toepassing.
3.6
Op 1 juli 2019 zijn de werkzaamheden aangevangen. Kort na de aanvang bleek aan (een lid van) de VvE dat door Texa de dakbedekking bij de eerste vier poeren, in afwijking van het bestek, niet in de kim (dat wil zeggen vanaf de hoek aan de onderkant van de poer, begrijpt het hof) was doorgesneden, maar aan de bovenkant van de poeren.
3.7
Op 2 juli 2019 zijn de volgende mails door [medewerker Haag Wonen] en diverse werknemers van Texa over deze kwestie gewisseld (productie 1 VvE eerste aanleg (hierna: ea)). Bij mail van 2 juli 2019 om 13.17u reageert [medewerker Haag Wonen] op een verzoek van [medewerker Texa 1] (hierna: [medewerker Texa 1]) van Texa of werkzaamheden doordat meer dakbedekking wordt weggesloopt dan beschreven in de offerte op nacalculatie mogen worden afgerekend:
“Helaas, wij gaan niet akkoord met uw verzoek.Als de werkzaamheden volgens afspraak en plan waren uitgevoerd hadden wij deze discussie niet.In eerste instantie zou de bestaande dakbedekking rond de poeren uitgesneden worden en daarna opnieuw worden ingeplakt. Dat is niet gebeurd.Er is gewoon over de bestaande dakbedekking geplakt.Nu ligt er bijna 4 tot 5 lagen dakbedekking op de poeren wat naar mijn gevoel niet de juist manier is om de situatie waterdicht te krijgen. Ook niet naar de toekomst.De poer is bijna voor de helft in de dakbedekking verzonken.De tegels die straks rondom de poeren worden gelegd krijg je nooit meer vlak tot ontevredenheid van de eigenaren (…)Ik had ook de werkzaamheden bij de oplevering kunnen afkeuren en opnieuw laten inplakken, zoals in het advies staat.Ik ben blij dat ik dit in een vroeg stadium heb kunnen corrigeren”Hierop reageert [medewerker Texa 2] (hierna: [medewerker Texa 2]) van Texa bij mail van 2 juli om 13.25u aan [medewerker Haag Wonen], met c.c. aan de voorzitter van de VvE [voorzitter VvE] (hierna: [voorzitter VvE]) en [commissielid VvE] (hierna: [commissielid VvE]), lid van de technische commissie van de VvE:
“(…) Maar volgens mij is het een misverstand. Je hebt gelijk als je zegt dat de poeren die we al gedaan hebben helemaal moeten worden weggesneden
Wij begrepen echter dat je alle poeren op die manier wilde De poeren die nog niet gedaan zijn kunnen we toch uitvoeren conform bestek?Dus insnijden in de Kim?
Het grind verwijderen is wel meerwerk”
In reactie hierop schrijft [medewerker Haag Wonen] aan [medewerker Texa 2] bij mail van 2 juli om 15.05u, met c.c. aan [voorzitter VvE] en [commissielid VvE],
“Ik heb morgen (…) een afspraak op het werk met [naam]([medewerker Texa 3] van Texa, hof)
en [medewerker Derbigum] van Derbigum.Samen zullen wij de situatie bekijken en bespreken, daarna koppel ik dat terug”.
3.8
Bij mail van 4 juli 2019
(productie 8 VvE ea)schrijft [commissielid VvE] aan [medewerker Haag Wonen], met c.c. aan [voorzitter VvE]:
“De 4 poeren hebben ze netjes hersteld. visueel is het iets te hoog (maar wel goed hersteld). ik heb de jongens direct aangegeven, kijken jullie goed dat de tegels daar netjes vlak op dezelfde hoogte met de rest van de tegels gelegd kan worden. Zij hebben dat al gecheckt, en aangegeven met een dunnere oplegging komt het goed”.
3.9
Bij mail van 4 februari 2020 schrijft [medewerker Derbigum] van Derbigum (de dak-adviseur en leverancier van materialen voor het project, hierna: [medewerker Derbigum]) aan [medewerker Haag Wonen] (productie 9 VvE ea) over een bijeenkomst over deze kwestie op 8 juli 2019:

Wij hebben op 8 juli een afspraak gehad met [medewerker Texa 3] van Texa op het project, aangaande de vraag om de poeren anders in te werken dan in de opdracht (en advies) was vermeld. Men zou in eerste instantie de dakbedekking in de kim doorsnijden, vervolgens inwerken met een eerste laag en afwerken met een tweede laag.
[medewerker Texa 3] heeft gevraagd om het slopen van de oude dakbedekking rondom de poeren (opstanden) achterwege te laten, omdat dit tot andere problemen zou gaan leiden als meerdere lagen dakbedekking op elkaar en het vormen van mogelijk een goot in de kim bij de opstand waar dan water zou blijven staan. Daarbij komend hadden de dakdekkers veel werk met het slopen van de oude dakbedekking conform het advies. En waren er enkele poeren die enkel voor de helft ingewerkt konden worden.
Zodoende hebben wij, in samenspraak met de woordvoerder van de VvE, afgesproken en goedbevonden, om de dakbedekking rondom de poeren niet tot de kim te slopen. maar tot de bovenkant.
(…)Wvb de tegels: ik zie in de diverse communicatie, waarin ik ben opgenomen, dat vanuit jou én de VvE al diverse keren is gereageerd op het feit dat de tegels vlak dienen te liggen. Dus dit is al vanaf het begin van het project een bekend probleem. En m.i. destijds door [medewerker Texa 3] beoordeeld als iets wat opgelost zou worden met een dunnere tegeldrager en/of plakzegel.”
3.1
Op 17 juli 2019 is de eerste fase van het project opgeleverd. In een op die dag gestuurde mail van [medewerker Haag Wonen] aan [medewerker Texa 3] (hierna: [medewerker Texa 3]) van Texa en [commissielid VvE] met opleverpunten (productie 2 VvE ea) is vermeld:
“Naar aanleiding van de oplevering van de 1e fase [adres] van vandaag, hebben wij op alle terrassen de volgende punten geconstateerd.
(…)
-
Ongelijke en wiebelende tegels voornamelijk bij de poeren opnieuw leggen, desnoods dat een stuk van de tegel in de hoeken aan de onderkant wordt weggeslepen.
(…).
-
De afvoer bijnummer 39lekt naar de garage. (…)
Afvoer opnieuw inplakken zodat dit niet meer lekt. (MEERWERK)”.
3.11
Bij mail van 31 juli 2019 schrijft [medewerker Texa 2] van Texa aan [medewerker Haag Wonen] (productie 3 VvE ea):
“(…) Ik begreep dat jij morgen met [medewerker Texa 3] om drie uur een afspraak heb[t]
De werkzaamheden conform de offerte zijn dan uitgevoerd.(…)Na de vakantie zullen we gezamenlijk met jou en de bewoners een ronde doen om:• Vast te stellen welke tegels nog wippen.
• Welke tegels gezaagd moeten worden (meerwerk)
(…)
Er is gedurende het werk wat meerwerk geweest
(…)
En dan het zagen van tegels wat we nog moeten bepalen.
Wij zullen na de vakantie een opstelling maken en dit ter goedkeuring voorleggen waarna de meerwerkfactuur wordt verzonden.”
3.12
Tijdens een projectbezoek op 1 augustus 2019 waarbij onder meer [medewerker Haag Wonen], [commissielid VvE] en [medewerker Derbigum] van Derbigum aanwezig waren, is afgesproken dat Texa een opgave zou doen van de meerwerkkosten voor het op maat bijzagen/-slijpen (hierna: bijslijpen) van de tegels.
3.13
In een aan Texa doorgestuurde mail van 26 september 2019 schrijft [voorzitter VvE] aan [medewerker Haag Wonen] (productie 2 MvG):
“(…) Het herstellen van de tegels is een behoorlijke klus. Het terugplaatsen van de tegels valt onder (…) alle gefactureerde termijnen. Aangezien Texa al behoorlijk uit de planning loopt en de genoemde werkzaamheden nog steeds niet zijn verricht houden we de vierde en eind termijn aan totdat alles naar wens is uitgevoerd. (…).”
3.14
Bij mail van 30 september 2019 (productie 3 MvG) van [medewerker Haag Wonen] aan [medewerker Texa 1] van Texa klaagt [medewerker Haag Wonen] dat het afronden van de werkzaamheden en opleverpunten te lang duurt en stelt hij Texa in gebreke.
3.15
Bij mail van 9 oktober 2019 (productie 4 MvG) schrijft [medewerker Texa 3] van Texa aan [medewerker Haag Wonen]:

Alle werkzaamheden op de terrassen aan de [adres] zijn uitgevoerd volgens offerte d.d. 20=12=2018.Ook de gebroken tegels zijn vervangen alsmede de gebroken tegels rond de poeren zijn op maat geslepen en aangebracht.(…)Ook kunnen we inventariseren welke tegels rondom poeren moeten worden afgeslepen en als meerwerk doorberekend
3.16
Bij mail van 12 november 2019 (productie 4 VvE ea) schrijft [medewerker Texa 2] van Texa aan [medewerker Haag Wonen]:
“(…)
Ook kunnen we gezamenlijk bepalen welke tegels bij de poeren op maat geslepen/gezaagd moeten worden.Als ik de hoeveelheid weet kunnen we de meerprijs overleggen.”
3.17
Bij mail van 22 november 2019 (productie 4 VvE ea) antwoordt [medewerker Haag Wonen] aan [medewerker Texa 2], met c.c. aan [commissielid VvE] en [voorzitter VvE],:
“Tijdens mijn laatste projectbezoek op 20 september jl. met [medewerker Texa 3] was al zichtbaar, dat de tegels bij de poeren niet vlak liggen.Ik denk niet dat ik of iemand van de VvE samen hoeven te bepalen welke tegels bij welke poeren geslepen of gezaagd moeten worden.(…)Graag de opname zelf uitvoeren en opgeven wat de meerkosten zijn met specificatie.”
3.18
Op 26 november 2019 stuurt Texa aan de VvE een offerte (productie 5 MvG) voor “
Op maat zagen tegelsVlak slijpen tegels 350 stuks (…) zodanig dat deze zo vlak mogelijk om de poeren komen te liggen” voor een prijs van € 7.078,- exclusief BTW.
3.19
Bij mail van 14 januari 2020 (productie 6 MvG) schrijft [medewerker Haag Wonen] aan [medewerker Texa 2] van Texa, met c.c. aan [voorzitter VvE] en [commissielid VvE],:
Meerwerk:Op 9 oktober 2019 heeft de projectleider van TEXA (de heer [medewerker Texa 3]) per mail aangegeven dat de werkzaamheden op de terrassen van [adres] klaar zijn. De gebroken tegels zouden zijn vervangen en de gebroken tegels rondom de poeren zouden op maat zijn geslepen en aangebracht. (zie bijgevoegde bijlage). Bij controle op 20 september 2019 was dat niet het geval. (…)Op 26 november 2019 heeft TEXA een mee[r]werkofferte met kenmerk: OF19-7997 afgegeven voor het op maat zagen en of slijpen van de tegels rondom de poeren van de erfafscheidingen. (…) Volgens artikel 2.5 lid 1 van het bestek had de TEXA bij aanvang of tijdens de uitvoering kunnen vaststellen dat het passend maken van de tegels als meerwerk wordt gezien. TEXA had dit ruim van te voren schriftelijk kenbaar moeten maken bij de opdrachtgever, (…)Het bestuur is van mening dat bovengenoemde werkzaamheden niet in de uw offerte van 20 december 2018 met kenmerk OF18-7090 zijn uitgesloten, dus ook niet in aanmerking komen voor meerwerk. (…) Bovendien heeft TEXA zich niet aan de afspraak in het bestek gehouden door de opdrachtgever tijdig schriftelijk te informeren over het meerwerk.Verzoek:Het Bestuur van de VvE [adres] verzoekt u genoemde gebreken en klachten zo spoedig mogelijk op te lossen zonder meerkosten. In afwachting van uw verplichtingen zullen de laatste twee termijnen niet betaalbaar gesteld worden”.
3.2
Bij mail van 19 februari 2020 (productie 7 MvG) aan [voorzitter VvE], [commissielid VvE], [medewerker Texa 2] en [medewerker Derbigum] zendt [medewerker Haag Wonen] een verslag van een overleg tussen (onder meer) deze personen. Daarin is vermeld:
“Wijziging tijdens de uitvoering:Tijdens de uitvoering bleek dat de poeren niet conform de werkomschrijving werd uitgevoerd. [medewerker Texa 3] (TEXA)) merkte op dat het advies van DERBIGUM praktisch niet uitvoerbaar was en op den duur voor problemen zou zorgen (…)Op 8 juli 2019 is in overleg met [medewerker Derbigum] (DERBIGUM), [commissielid VvE] (Technische Commissie VvE) en [medewerker Haag Wonen] (Planvoorbereider) voor de volgende oplossing gekozen.• De bestaande dakbedekking boven op de poer wegsnijden en verwijderen.(…)
Wat zijn de gevolgen van deze wijziging:Door de wijziging van deze uitvoering is langs de opgaande vlakken van de poer vier lagen dakbedekking ontstaan, waardoor de terrastegels niet meer tussen de poeren passen.Deze terrastegels moeten dus pas gezaagd worden. De consequenties en meerwerk van deze wijziging was door niemand opgemerkt totdat de terrastegels teruggelegd werden.TEXA heeft een meerprijs afgegeven om de tegels passend te maken.
Bezwaar tegen het meerwerkMet de kosten van het meerwerk gaat de VvE niet akkoord, omdat:
(…)
  • TEXA niet eerder heeft aangeven wat de consequenties van de wijziging van uitvoering zijn.
  • Was het op de oorspronkelijke manier uitgevoerd dan hoefde niets aan de tegels gedaan te worden en zouden er geen meerkosten zijn.
  • De afspraak en opdracht naar TEXA was de tegels terug leggen conform bestaande situatie.”
3.21
Op 17 maart 2020 heeft [medewerker Haag Wonen] als reactie op een van Texa ontvangen aangepaste meerwerkofferte aan [medewerker Texa 2] van Texa geschreven:

Is dit je uiterste aanbieding voor het pas zagen van alle tegels?”,waarna [medewerker Texa 2] diezelfde dag aan [medewerker Haag Wonen] voorstelt het geheel op € 6.000,- ex btw af te ronden.
3.22
Bij e-mail van 15 april 2020 (productie 2 bij de pleitnotities van de VvE ea) heeft [medewerker Haag Wonen] aan [voorzitter VvE] geschreven:
“Zoals bekend is tijdens het werk afgeweken wan het bestek, daar is afgelopen tijd uitvoerig over gesproken.Deze wijziging kwam naar voren naar aanleiding van de bevindingen en de situatie die tijdens het werk naar voren zijn gekomen.Deze afwijking op het bestek is op het werk besproken met de technische commissie en dakadviseur. Hierbij is ook de voorgestelde en uitgevoerde oplossing besproken. Voor de uitgevoerde oplossing is akkoord verkregen. Dit is ook nog eens naar voren gekomen in het gesprek dat wij op 18 februari jl. met Texa, het Bestuur van de VvE, de dakadviseur, de beheerder en mijzelf heeft plaatsgevonden. Er is in dat gesprek, ook met foto’s onderbouwd, dat Texa de gekozen oplossing heeft uitgevoerd.
Dat het bestuur en de technische commissie daar nu op terugkomt in de reactie verbaast mij dan ook.
Ik was van mening dat het punt afgehandeld was en nu enkel het punt openstaat met betrekking tot het meerwerk, te weten het passend slijpen en pas maken van de tegels. Texa stelt zich op het standpunt naar aanleiding van het gesprek op 18 februari j1., dat het slijpen van de tegels meerwerk is.
Gezien de standpunten van het bestuur en technische commissie enerzijds en het standpunt van Texa anderzijds, met betrekking tot de kosten van het meerwerk, bevinden wij ons nu in een impasse. Ik kan daar als projectbegeleider ook niet tussen zitten. Dat valt buiten de scope van mijn opdracht die door de ALV is gegeven.
Naar mijn mening is alles in overleg gegaan.(…)Met betrekking tot de meerwerkofferte van TEXA wil ik opmerken:
Het meerwerk bedrag van € 6.860,00 voor het paszagen van de tegels afgerond is naar € 6.000,00 exclusief 21% BTW.”
3.23
Vervolgens schrijft [voorzitter VvE] bij mail van 15 april 2020 aan [medewerker Haag Wonen]:
“Het bestuur en de TC hebben nooit toestemming gegeven om van het bestek af te wijkenop een manier dat de VVE schade wordt toegebracht. Dit is wel gebeurd, immers de tegels liggen hoger dan de situatie voor de werkzaamheden.Tijdens de besprekingen kwamen wij tot de conclusie dat Texa van het bestek is afgeweken. Daarmee zijn de tegels hoger komen te liggen, hierop is niet door Texa en de projectleiding geanticipeerd. Ook is de VVE hierover niet geadviseerd. Niet door de projectleider en niet door Texa.(…)Wij als TC en Bestuur hebben tijdens de bespreking aangegeven akkoord te gaan met afwijking van het bestek, mits de tegels worden hersteld. Dit kan door de tegels bij te slijpen. (…)Nu Texa aangeeft dat het bijslijpen tegen meerwerk is, hetgeen niet is besproken, kan het bestuur niet anders dan Texa houden aan de het initiële bestek.”
3.24
In augustus of september 2020 is Haag Wonen aansprakelijk gesteld namens de VvE voor de wijze waarop zij in deze kwestie voor de VvE is opgetreden.

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
Texa heeft de VvE gedagvaard en betaling gevorderd van een bedrag van € 14.294,04, met rente. Dit bedrag bestaat uit twee op 20 september 2019 en 29 april 2020 gefactureerde bedragen uit hoofde van de overeenkomst ter zake waarvan Texa € 12.349,59 vordert, alsmede wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten.
4.2
De VvE heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van Texa en op haar beurt in voorwaardelijke reconventie (onder de voorwaarde dat de rechter van mening zou zijn dat de VvE geen beroep op verrekening toekomt) gevorderd Texa te veroordelen tot betaling van een bedrag van €12.523,50. Zij stelt dat Texa in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst toerekenbaar is tekortgeschoten, waardoor de vordering van Texa niet opeisbaar is en/of zij haar betalingsverplichting mag opschorten. Hierdoor heeft zij schade geleden ten bedrage van de kosten van een derde om het werk alsnog deugdelijk af te maken, waarmee zij de vordering van Texa kan verrekenen en van welk bedrag zij voorwaardelijk betaling vordert.
4.3
De kantonrechter heeft het in conventie gevorderde toegewezen en het in reconventie gevorderde afgewezen, met veroordeling van de VvE in de proceskosten.

5.Vorderingen in hoger beroep

5.1
De VvE is in hoger beroep gekomen omdat zij het niet eens is met het vonnis. Zij heeft elf grieven tegen het vonnis aangevoerd. De VvE wil dat het hof de vorderingen van Texa alsnog afwijst, althans haar reconventionele vorderingen alsnog toewijst, met veroordeling van Texa in de proceskosten van beide instanties.

6.Beoordeling in hoger beroep

6.1
De VvE stelt dat Texa is tekortgeschoten in de nakoming van haar uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen omdat de tegels bij de poeren niet vlak zijn teruggelegd, zoals was overeengekomen. Om de tegels alsnog vlak te kunnen leggen moeten deze worden bijgeslepen. Dit bijslijpen valt volgens haar onder de overeengekomen werkzaamheden, ook omdat dat niet is uitgesloten in de overeenkomst.
6.2
Vaststaat dat de rondom de poeren teruggelegde tegels niet vlak met de aansluitende tegels liggen (hierna ook kortweg: niet vlak liggen) en dat dit komt doordat de dakbedekking rondom de poeren hoger is komen te liggen dan elders op de terrassen. Ook staat vast dat de verhoging van de dakbedekking rondom de poeren is veroorzaakt doordat de oude dakbedekking rondom de poeren niet (tot) in de kim is weggesneden en verwijderd, zoals vermeld in het bestek, maar tot de bovenkant van de poeren.
6.3
Ook staat inmiddels vast dat beide partijen hebben ingestemd met deze van het bestek afwijkende uitvoering van de werkzaamheden (hierna ook kortweg: de afwijkende uitvoering). In eerste aanleg betwistte de VvE dit, maar in beroep erkent zij daarmee te hebben ingestemd. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft zij dat nogmaals bevestigd. Texa heeft voorts onbetwist gesteld dat de reden voor de afwijkende uitvoering was dat daardoor het risico op lekkage werd verkleind en de waterdichtheid werd verbeterd.
6.4
Ten slotte staat vast dat voor het vlak leggen van de tegels nodig is dat (een groot deel van) de tegels boven de verhoogde dakbedekking bij de poeren (wordt) worden bijgeslepen. Om dat na de eerste oplevering alsnog te kunnen doen dienen die tegels te worden opgenomen, bijgeslepen en weer te worden teruggelegd.
6.5
Texa betwist dat de tegels op de terrassen voor het overige niet vlak of anderszins niet goed liggen. Ook heeft Texa gesteld dat zij de tegels rondom de poeren, uitgaande van de verhogingen aldaar, zo goed als mogelijk (zonder de tegels bij te slijpen) heeft teruggelegd met aangepaste (dunnere) tegeldragers en/of plakzegels. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft zij daaraan nog toegevoegd dat de omstandigheid dat de tegels bij de poeren niet vlak liggen niet afdoet aan de bruikbaarheid van de terrassen omdat de poeren, de verhoging van de dakbedekking en de niet vlak liggende tegels zich bevinden op de afscheidingen tussen de terrassen. De VvE heeft dit alles niet gemotiveerd betwist. De VvE heeft geen foto’s overgelegd of getoond, waarop de tegels ter plaatse te zien zijn, ook niet nadat het hof daarom had gevraagd tijdens de mondelinge behandeling. Het hof gaat dan ook uit van de juistheid van deze betwisting en stellingen van Texa.
6.6
De door het hof te beantwoorden vraag is dus of Texa toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst omdat zij de tegels op de verhoogde dakbedekking rondom de poeren niet heeft bijgeslepen en deze aldus heeft teruggelegd dat zij rondom de poeren niet vlak liggen.
6.7
De VvE beantwoordt deze vraag bevestigend om die hiervoor onder 6.1 gegeven redenen. De omstandigheid dat zij akkoord is gegaan met de afwijkende uitvering doet daaraan volgens haar niet af. Zij stelt dat zij niet wist dat daardoor de tegels bij de poeren niet vlak konden worden teruggelegd.
6.8
Texa beantwoordt deze vraag ontkennend, stellende dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan door de tegels na het aanbrengen van de nieuwe dakbedekking terug te leggen zoals zij gedaan heeft en zij niet verplicht was de tegels bij de poeren bij te slijpen en vlak terug te leggen. Zij heeft daartoe in haar processtukken en tijdens de mondelinge behandeling bij het hof gesteld:
  • dat het bijslijpen van de tegels niet in het bestek is vermeld, maar slechts het terugleggen daarvan en zij de tegels zo goed mogelijk heeft teruggelegd op de verhoogde dakbedekking bij de poeren en/althans
  • dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] namens de VvE met haar zijn overeengekomen om, in afwijking van het bestek, de oude dakbedekking bij de poeren niet tot in de kim, maar slechts tot de bovenkant weg te snijden, met als gevolg dat de tegels rondom de poeren hoger en niet vlak kwamen te liggen, hetgeen [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] wisten, althans waarvan zij, Texa, mocht uitgaan, terwijl zij voor het bijslijpen van de tegels een meerwerkaanbod heeft gedaan, waarvan door de VvE expliciet geen gebruik is gemaakt.
6.9
Het hof is van oordeel dat Texa met het terugleggen van de tegels op de verhoogde dakbedekking bij de poeren aan haar verplichtingen heeft voldaan, hoewel (daardoor) de tegels rond de poeren niet vlak liggen en dat zij niet verplicht was op grond van de overeenkomst de tegels bij te slijpen. Daartoe is redengevend dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] namens de VvE met de afwijkende uitvoering hebben ingestemd, terwijl zij wisten dat het gevolg daarvan zou zijn dat (de dakbedekking en) de tegels rond de poeren hoger en daardoor niet vlak zouden komen te liggen, althans Texa van die wetenschap redelijkerwijs mocht uitgaan. Dit blijkt uit de volgende omstandigheden, die door Texa tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep nader zijn uitgewerkt. Nadat, één dag na de aanvang van de werkzaamheden, op 2 juli 2019 door de VvE werd geconstateerd dat bij de eerste vier bewerkte poeren de oude dakbedekking niet tot in de kim was wegesneden, heeft [medewerker Haag Wonen] Texa erop gewezen dat dit niet in overeenstemming was met het bestek en dat daardoor de tegels die nadien rondom de poeren zouden worden gelegd nooit meer vlak waren te krijgen. Texa heeft [medewerker Haag Wonen] daarop bericht dat hij gelijk had en vervolgens de dakbedekking bij deze poeren alsnog tot in de kim weggesneden. Op 4 juli 2019 heeft [commissielid VvE] aan [medewerker Haag Wonen] geschreven dat deze vier poeren netjes waren hersteld en de tegels daar vlak op dezelfde hoogte met de rest van de tegels gelegd konden worden. Desondanks hebben [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] vervolgens tijdens een bijeenkomst op 8 juli 2019, waarbij ook [medewerker Derbigum] aanwezig was, alsnog ingestemd met de afwijkende uitvoering, waarbij de oude dakbedekking bij de poeren niet tot in de kim, maar tot de bovenkant zou worden weggesneden. [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] moeten, toen zij instemden met de afwijkende uitvoering, hebben geweten dat het resultaat hiervan was dat de tegels bij de poeren niet vlak konden en zouden worden teruggelegd. Dat dat het gevolg van de afwijkende uitvoering zou zijn, had [medewerker Haag Wonen] immers zelf opgemerkt op 2 juli 2019, terwijl ook [commissielid VvE] daarvan op de hoogte was blijkens zijn mails van 4 juli 2019. Dat werd kennelijk geen overwegend bezwaar meer gevonden en/of op de koop toe genomen. In ieder geval heeft Texa daarvan redelijkerwijs mogen uitgaan. Immers niet blijkt dat toen aan de orde is gekomen dat Texa er, ondanks de overeengekomen afwijkende uitvoering, die een verhoging van de dakbedekking bij de poeren zou meebrengen, voor moest zorgen dat de tegels bij de poeren toch vlak kwamen te liggen en dat zij verplicht was daarvoor benodigde extra (slijp)werkzaamheden te verrichten. Dat [medewerker Derbigum] in zijn mail van 4 februari 2020 verwijst naar correspondentie waarin [medewerker Haag Wonen] aangaf dat het niet acceptabel was als de tegels niet vlak zouden worden gelegd, maakt dit niet anders. Het gaat daarbij immers kennelijk om de correspondentie van na de eerste oplevering of van vóór 8 juli 2019, toen [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] nog bezwaar maakten tegen de afwijkende uitvoering, waarna Texa alsnog de in het bestek voorgeschreven werkwijze heeft toegepast en heeft aangegeven dat bij toepassing van
diewerkwijze de tegels vlak zouden komen te liggen. Juist omdat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] vervolgens toch akkoord zijn gegaan met de afwijkende uitvoering mocht Texa erop vertrouwen dat het kennelijk geen bezwaar meer was en/of op de koop toe werd genomen dat daardoor de tegels bij de poeren niet vlak zouden komen te liggen. In dit verband neemt het hof tevens in overweging dat Texa onbetwist heeft gesteld dat het niet vlak liggen van de tegels rond de poeren niet afdoet aan de bruikbaarheid van de dakterrassen en dat er tussen 8 juli 2019 en de eerste oplevering op 17 juli 2019 door de VvE niet geklaagd is over de afwijkende uitvoering en het niet vlak terugleggen van de tegels bij de poeren.
6.1
De VvE erkent dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] gemachtigd waren om namens de VvE de uitvoering van het project te begeleiden, maar betwist bij MvG dat zij bevoegd waren in te stemmen met de afwijkende uitvoering, laat staan als dat financiële gevolgen zou hebben. Texa stelt dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] daartoe wel bevoegd waren en dat de VvE heeft ingestemd, althans dat zij gerechtvaardigd erop heeft vertrouwd dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] daartoe bevoegd waren.
6.11
Dit standpunt van de VvE staat op gespannen voet met haar erkenning in hoger beroep dat zij heeft ingestemd met de afwijkende uitvoering. Dat zij daarmee heeft ingestemd blijkt ook uit de mail van [medewerker Haag Wonen] van 15 april 2020 aan [voorzitter VvE], waarin hij schrijft dat voor de afwijkende uitvoering akkoord is verkregen en dat het hem verbaast dat de VvE daar nu van terugkomt. Voor zover zou moeten worden aangenomen dat de VvE niet zelf heeft ingestemd met de afwijkende uitvoering, gaat het hof ervan uit dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] bevoegd waren namens de VvE in te stemmen met de afwijkende uitvoering, althans dat Texa daarop gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op grond van verklaringen en gedragingen van de VvE. Immers, in opdracht van de VvE heeft Haag Wonen/[medewerker Haag Wonen] met de dak-adviseur het bestek opgesteld en heeft de VvE vanaf de offerteaanvraag de begeleiding van het project en het onderhouden van alle contacten met Texa, in ieder geval tot medio 2019 (na de eerste oplevering), aan [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] overgelaten. Overigens had de instemming met de afwijkende uitvoering in zoverre geen financiële gevolgen dat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] geen meerwerkopdracht hebben gegeven.
6.12
De VvE heeft zich er nog op beroepen dat [medewerker Haag Wonen] bij/na de eerste oplevering op 17 juli 2019 heeft aangegeven dat ongelijke tegels, voornamelijk bij de poeren, opnieuw gelegd moesten worden en dat desnoods een stuk van de tegels moest worden weggesneden en dat Texa dat vervolgens ook heeft gedaan voor haar rekening. Hieruit leidt de VvE af dat [medewerker Haag Wonen] en de VvE toen al hebben laten blijken van oordeel te zijn dat Texa op grond van de overeenkomst gehouden was de tegels bij te slijpen en vlak te leggen en dat Texa het daarmee (toen) eens was. Texa betwist dit gemotiveerd. Zij stelt dat het bij dit opleverpunt ging om bij de uitvoering gebroken tegels die zij moest vervangen, waarbij happen uit de nieuwe vervangende tegels rond de poeren moesten worden gezaagd om die tegels in het horizontale vlak passend om de betreffende poer (een paal) te kunnen leggen. Dit heeft, aldus Texa, echter niets te maken met het alsnog bijslijpen van vrijwel alle niet vlak liggende tegels bij de poeren. Nu de VvE hier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling niet meer op heeft gereageerd gaat het hof uit van de juistheid hiervan. Uit het noemen van voormeld opleverpunt en het uitzagen van vervangende tegels rond de poeren in het horizontale vlak, kan dan ook niet worden afgeleid dat [medewerker Haag Wonen] en Texa er toen van uitgingen dat het bijslijpen van niet vlak liggende tegels onder de overeengekomen werkzaamheden viel. Dat Texa juist van oordeel was dat het bijslijpen niet onder de overeengekomen werkzaamheden viel blijkt ook uit de mail van [medewerker Texa 2] van Texa van 31 juli 2019 aan [medewerker Haag Wonen] waarin hij schrijft dat de werkzaamheden conform de offerte zijn uitgevoerd (terwijl de tegels toen niet waren bijgeslepen en niet vlak lagen) en meerwerk voor het zagen en vlak leggen van de tegels nog moest worden bepaald.
6.13
Dat ook [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] er (juist), evenals Texa, van uitgingen dat het bijslijpen van de tegels niet onder de overeengekomen werkzaamheden viel, blijkt ook uit hun reactie op het standpunt van Texa dat het alsnog bijslijpen van deze tegels meerwerk was, waarvoor apart opdracht moest worden gegeven. Immers, nadat [medewerker Texa 2] in zijn mail van 31 juli 2019 had geschreven dat er nog moest worden vastgesteld
welke tegels gezaagd moesten worden (meerwerk)en dat de kosten daarvan moesten worden goedgekeurd om deze als meerwerk in rekening te brengen, is tijdens een overleg tussen Texa, [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] op 1 augustus 2019 afgesproken dat Texa een opgave van die meerwerkkosten zou doen. De stelling van de VvE dat dit (slechts) is afgesproken teneinde het financieel belang van het geschil inzichtelijk te maken, heeft Texa betwist en overtuigt, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet. Vervolgens is in de correspondentie tussen Texa en [medewerker Haag Wonen] in de periode van 9 oktober tot 22 november 2019 gesproken over de wijze waarop de meerwerkkosten zouden worden bepaald, welke discussie eindigt met de opmerking van [medewerker Haag Wonen]: “
Graag de opname zelf uitvoeren en opgeven wat de meerkosten zijn met specificatie”,waarna Texa op 26 november 2019 een meerwerkofferte heeft gezonden. Zelfs in zijn mail van 17 maart 2020 vraagt [medewerker Haag Wonen] nog om een uiterste aanbieding voor het pas zagen van alle tegels.
6.14
Dat de VvE zich later, na augustus 2019, op het standpunt heeft gesteld dat deze werkzaamheden onder de overeenkomst vielen kan aan het bovenstaande niet (voldoende) afdoen. Die uitingen van de VvE dateren immers van na het moment dat is ingestemd met de afwijkende uitvoering (en de bekende daaruit voortvloeiende gevolgen) op 8 juli 2019 en de eerste oplevering op 17 juli 2019. Ook het overleg tussen [medewerker Haag Wonen], [commissielid VvE] en Texa over de opgave van de meerwerkkosten op 1 augustus 2019 vond plaats vóór deze uitingen. Deze uitingen van de VvE lijken een gevolg te zijn van een gebrekkige communicatie tussen de VvE en haar vertegenwoordigers [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] over de instemming met de afwijkende uitvoering en de gevolgen daarvan. Dit kan verklaren
  • waarom [medewerker Haag Wonen] in november 2019 en zelfs in maart 2020 nog steeds met Texa overleg voerde over de kosten van het bijslijpen van de tegels als meerwerk, terwijl dit volgens (de voorzitter van) de VvE overeengekomen werkzaamheden zijn;
  • waarom de VvE in deze procedure in eerste aanleg betwistte dat zij had ingestemd met de afwijkende uitvoering;
  • waarom Haag Wonen door de VvE aansprakelijk is gesteld voor de wijze waarop zij in deze kwestie namens de VvE is opgetreden.
Dit blijkt ook uit de verschillende visies van [medewerker Haag Wonen] en [voorzitter VvE] in hun mailwisseling van 15 september 2020. Zoals hiervoor overwogen is het hof van oordeel dat [medewerker Haag Wonen] de VvE bevoegd heeft vertegenwoordigd bij het instemmen met de afwijkende werkwijze, althans heeft Texa daarop gerechtvaardigd mogen vertrouwen.
6.15
Omdat het hof van oordeel is dat de VvE heeft ingestemd met de afwijkende uitvoering en de gevolgen daarvan (althans Texa daarvan redelijkerwijs mocht uitgaan), behoeft de stelling van Texa dat zij ook zonder die instemming op grond van de artikelen 7:753, lid 2 BW en 760, lid 2 BW gerechtigd was de afwijkende uitvoering en een eventuele kostenverhoging door te voeren, geen behandeling. Dat geldt ook voor het daartegen gevoerde verweer van de VvE dat de afwijking van het bestek niet noodzakelijk was.
6.16
De VvE heeft zich er nog op beroepen dat Texa verplicht was haar tijdig (schriftelijk) te waarschuwen voor onjuistheden in het bestek, wijzigingen in de uitvoering en meerwerk(kosten). Zij verwijst naar de artikelen 7:753 tot en met 7:755 BW en artikel 2.5, lid 1 van het bestek. Zij stelt dat Texa
voor de aanvangvan het werk eventuele onjuistheden in het bestek had moeten signaleren en ten onrechte niet heeft aangegeven dat de afwijkende uitvoering gevolgen zou hebben voor het al dan niet vlak terugleggen van de tegels.
6.17
Texa heeft betwist dat zij gehouden was de VvE te waarschuwen voor onjuistheden in het bestek
voor de aanvangvan de werkzaamheden, als bedoeld in artikel 7:754 BW. Zij betwist dat zij voor de aanvang van de werkzaamheden wist of heeft gezien dan wel redelijkerwijs behoorde te zien dat het bestek fouten bevatte. In dat verband heeft zij onweersproken gesteld dat de VvE ook aan andere aannemers offertes heeft gevraagd en ook deze niet hebben gewezen op onjuistheden in het bestek. Deze betwisting vindt overigens steun in de eigen stelling van de VvE dat afwijking van het bestek niet noodzakelijk was. Nu de VvE niet concreet onderbouwt waarom Texa tekort zou zijn geschoten in deze vermeende waarschuwingsplicht, gaat het hof aan dit verwijt als onvoldoende onderbouwd voorbij. Op grond van de toepasselijke UAV 2012 geldt deze waarschuwingsplicht overigens alleen bij
klaarblijkelijkefouten of gebreken in het bestek. Dat daarvan sprake is heeft de VvE niet gesteld, laat staan onderbouwd. Dat Texa later, na aanvang van de werkzaamheden, de afwijkende uitvoering heeft geadviseerd en de VvE daarmee heeft ingestemd, doet op zichzelf aan het bovenstaande niet af.
6.18
Voor zover de artikelen waarop de VvE zich beroept gaan over het in rekening (kunnen) brengen van
uitgevoerdmeerwerk zijn deze niet relevant. Daarvan is in dit geval immers geen sprake.
6.19
Voor zover aangenomen zou moeten worden dat een aannemer in het algemeen verplicht is (uitdrukkelijk) te waarschuwen voor de gevolgen van een door hem geadviseerde, afwijkende uitvoering, geldt in dit geval dat Texa daartoe niet verplicht was omdat [medewerker Haag Wonen] en [commissielid VvE] ervan op de hoogte waren dat door die afwijkende uitvoering de tegels bij de poeren niet vlak konden worden teruggelegd, althans Texa daarvan redelijkerwijs mocht uitgaan.
6.2
Het hof is derhalve van oordeel dat Texa niet in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst is tekortgeschoten. De vordering van Texa tot betaling van haar facturen is dus opeisbaar en toewijsbaar. De (reconventionele) vordering van de VvE moet worden afgewezen en haar beroep op verrekening faalt.
Conclusie en proceskosten
6.21
De conclusie is dat het hoger beroep van de VvE niet slaagt. Het hof zal het vonnis bekrachtigen, met veroordeling van de VvE als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het hoger beroep.
6.22
Die proceskosten worden begroot op:
griffierecht € 2.135,-
salaris advocaat € 2.428,- (2 punten × tarief II)
nakosten € 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 4.741,-
Wettelijke rente over de proceskosten is niet gevorderd.

7.Beslissing

Het hof:
  • bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 18 oktober 2022;
  • veroordeelt de VvE in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Texa begroot op € 4.741,-;
  • bepaalt dat als de VvE niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, de VvE de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-,
  • verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.D. Kiers-Becking, D. Stoutjesdijk en A.J. Swelheim en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2024 in aanwezigheid van de griffier.