Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Ten aanzien van het intreden van de dood wordt het volgende gesteld:
Het ingewerkt hevig uitwendig mechanisch stomp geweld op het hoofd heeft geleid tot ernstig hoofdletsel met kneuzingen (contusies) meerdere uren voor het overlijden ontstaan en passend bij het moment van reanimatiebehoeftig worden circa 13 uren voorafgaand aan het overlijden, hersenschade, vochtophoping (hersenoedeem) en herseninklemming. Dit heeft geleid tot een reanimatiebehoeftige toestand, noodzaak tot hospitalisatie, een slechte prognose waarop is besloten tot een palliatief beleid en detubatie, waarop de dood is ingetreden circa 13 uren later.
Het oude (minimaal 1-2 weken voorafgaande aan het overlijden) opgelopen subduraal hematoom in het hoofd en een recent component (een re-bleed of een kort voor reanimatiebehoeftig worden opgetreden bloeding) waren bij leven opgelopen door tenminste 1 maal opgelopen eerdere inwerking van uitwendig mechanisch stomp geweld op het hoofd zoals door vallen, slaan kan zijn veroorzaakt en kan een bijdrage aan het overlijden hebben geleverd.
- Voorts waren er bevindingen passend bij doorgemaakt geweld op de hals/nek (ligatuurstrangulatie, al dan niet in combinatie met manuele strangulatie). Als gevolg van geweld op de hals kunnen effecten van zuurstofgebrek en/of hartritmestoornissen (reflex cardiac arrest) zijn ontstaan, hetgeen kan hebben bijgedragen aan de neurologische schade en dus een medeoorzaak voor het intreden van de dood of een bijdrage aan het overlijden hebben opgeleverd.
- Er waren letsels aan de mond/lippen/neus, die indien ze door smoren zijn opgeleverd, bijgedragen kunnen hebben aan zuurstofgebrek in de hersenen en uiteindelijk overlijden.
- De letsels aan de romp kunnen, indien ze voorafgaande aan de reanimatie zijn opgeleverd, hebben geleid tot ademhalingsbeperking en zuurstofgebrek en daarmee
Ik zag [verdachte] (het hof begrijpt de verdachte) in de deuropening van de gang met de woonkamer staan. Ik zag dat hij bewegingen maakte wat op schoppen kan lijken. Ik kon [slachtoffer] (het hof begrijpt: [slachtoffer]) niet zien omdat zij op de grond zat of lag. Ik kon dus ook niet zien of en waar hij haar raakte. Ik durfde toen ook niet in te grijpen omdat ik bang was dat ik dan ook aan de beurt was.” [8]
V: Hoe heb je [verdachte] zien staan tijdens de ruzie met [slachtoffer]?
Hij heeft haar (het hof begrijpt: [slachtoffer]) aangeraakt geschopt en geslagen, ik heb alles gezien. Ik ben er niet tussengekomen voor de tweede keer, want hij had mij al gebeten. U vraagt mij of ik heb gezien dat hij [slachtoffer] had gebeten. Ik heb dat niet gezien, hij stond met zijn rug naar mij toe, hij bukte wel naar haar toen, dus hij kan wel een bijtbeweging hebben gedaan. Dat was gebeurd voordat ik ging slapen, maar nadat [Getuige B] (het hof begrijpt [getuige B]) was weggegaan. Toen [slachtoffer] op de grond lag was dat in de deur tussen de woonkamer en de gang, voordat je de slaapkamer binnengaat.” [10]
Oompie (het hof begrijpt de verdachte) was gisteren fruss. Als ik hem niet tegen hield zat hij vast joh ik bel je wel [vriendin] want nu ik ben kapot k ga effe slapen etc etc want nu pas is hij echt rustig k moest wel met hem blijven anders zou hij buiten weer gekke dingen doen”. [12] Het hof stelt vast dat dit bericht is gestuurd nog voordat er door haar 112 is gebeld.
5.3.4 Conclusie bevindingen bloedspoorpatroononderzoek
7. Interdisciplinaire conclusie
Ja mijn omoe(het hof begrijpt de verdachte)
, die schuift, ja, die omoe die schuift mij nu moord in mijn schoenen (…) Terwijl, ik heb alles daar gezien” [16]
zeg tegen hen (het hof begrijpt: de politie of de rechter) dat jouw vriendin [slachtoffer] vermoord heeft. Ik heb op geen enkel moment schopbewegingen gemaakt.”
waarom zeg je niet dat [getuige B] (het hof begrijpt [getuige B]) uit mijn (slaap)kamer rende toen ik wakker werd. Je weet dat [getuige B] [slachtoffer] vermoord heeft. (…) nu lieg je over mij dat ik schopbewegingen gemaakt heb.
(…) Je was aan het appen toen ik wakker werd en [getuige B] uit de (slaapkamer) rende. Je weet wat ze gedaan heeft.” [19]
circa 13 uren voorafgaand aan het overlijden. [slachtoffer] is op 25 januari 2017 om 07:20 uur overleden, zodat -uitgaande van voornoemd rapport- [getuige B] de woning al verlaten had voordat de geweldshandelingen die tot de dood van [slachtoffer] hebben geleid, hadden plaatsgevonden.
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,aan O.A. [slachtoffer]opzettelijk
en al dan niet met voorbedachten radezwaar lichamelijk letsel, te weten een zware bloeding in het hoofd, heeft toegebracht, door die [slachtoffer]
(meermalen)tegen het hoofd en/of het lichaam
(al dan niet met een hard voorwerp)te slaan en/of te stompen en/of te schoppen, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft.
Feiten als het onderhavige brengen bovendien gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving teweeg.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
50 (vijftig) maanden.