Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/614815 / HA ZA 21-616
1.Het verdere procesverloop in hoger beroep
- de memorie van grieven van SMC;
- de memorie van antwoord van Airbnb;
- de akte van SMC van 23 juli 2024;
- de antwoordakte van Airbnb van 20 augustus 2024.
2.Beoordeling in hoger beroep
Club La Costa, ECLI:EU:C:2023:672, punt 48).
Variussystems).
grief 2beroept SMC zich op de tussen consumenten en Airbnb overeengekomen forumkeuze die is neergelegd in artikel 22 van de gebruikersvoorwaarden. Volgens dit beding kan de als consument met Airbnb contracterende wederpartij zijn eventuele vorderingen tegen Airbnb (onder meer) aanhangig maken voor het bevoegde gerecht van zijn eigen woonplaats.
door partijen[curs. hof] aangewezen bevoegde gerecht. De regeling voor het forumkeuzebeding vormt een bevestiging van de partijautonomie (HvJEG 24 juni 1986, ECLI:EU:C:1986:255). Vast staat dat SMC geen partij is bij de door de consumenten met Airbnb gesloten overeenkomsten. SMC wenst als behartiger van de belangen van consumenten die met Airbnb hebben gecontracteerd een collectieve rechtsvordering als bedoeld in art. 3:305a BW in te stellen. Haar procesbevoegdheid is daarmee uitsluitend gebaseerd op de wet en niet op een cessie van de vorderingen of op contractsoverneming. Gelet op de bewoordingen van het forumkeuzebeding, dat aan de
‘consumer’een forum in diens woonplaats biedt, en het in diezelfde voorwaarden opgenomen cessieverbod in art. 23.4 van de gebruikersvoorwaarden, is ook geen sprake van een overeenkomst en/of forumkeuzebeding ten gunste van een derde. SMC kan derhalve rechtstreeks noch als begunstigde derde een beroep doen op het in de gebruikersvoorwaarden opgenomen forumkeuzebeding. De grief faalt.
grief 3voert SMC, tot slot, aan dat de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is op grond van art. 7 lid 2 Brussel I-bis Verordening. Volgens SMC heeft Airbnb onrechtmatig gehandeld door onredelijk bezwarende en onwettige bedingen in haar algemene voorwaarden op te nemen en kan daarmee worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar het schadebrengend feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Volgens SMC is sprake van een verbintenis uit onrechtmatige daad bestaand in de schending van een wettelijke plicht. Voor de beoordeling of van een dergelijke schending sprake is, is niet noodzakelijk de inhoud van de overeenkomst te onderzoeken. Zowel het
Handlungs-als het
Erfolgsortzijn in Nederland gelegen, aldus SMC. Airbnb heeft het voorgaande betwist.