ECLI:NL:GHDHA:2025:1075

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
22-000060-25
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van vernieling van een telefoon van de politie zonder oplegging van een straf of maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1996, was eerder ontslagen van alle rechtsvervolging in een andere zaak, maar werd in deze zaak veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, voor het opzettelijk vernielen van een telefoon van de politie. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het vonnis vernietigd zou worden en dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden aan de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een zorgmachtiging en het ontvangen van ambulante zorg. De vordering van de benadeelde partij, Politie Eenheid Rotterdam, tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, en de kosten van de verdediging zijn op nihil begroot. Het hof heeft de beslissing genomen op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000060-25
Parketnummer: 10-142931-24
Datum uitspraak: 20 mei 2025
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 25 oktober 2024 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
adres: [woonadres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het in de zaak met parketnummer 10-292680-23 ontslagen van alle rechtsvervolging en ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-142931-24 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is omtrent de vordering van de benadeelde partij Politie Eenheid Rotterdam een beslissing genomen, als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis beperkt hoger beroep ingesteld, te weten alleen tegen de beslissing ten aanzien van het onder parketnummer 10-142931-24 tenlastegelegde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover thans in hoger beroep nog aan de orde - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 25 april 2024 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon (merk Samsung type S20), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Politie, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en dat
hof zal bepalen dat aan de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks25 april 2024 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon (merk Samsung type S20
), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan de Politie,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Strafbaarheid van de verdachte
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging zonder verdere onderbouwing aangevoerd dat de verdachte ten tijde van het plegen van het feit volledig ontoerekeningsvatbaar was. De verdediging heeft het hof dan ook verzocht om de verdachte op die grond te ontslaan van alle rechtsvervolging.
Het hof is, met de advocaat-generaal, van oordeel dat uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting in onvoldoende mate naar voren is gekomen dat het tenlastegelegde in het geheel niet aan de verdachte kan worden toegerekend.
Derhalve wordt het verweer verworpen.
Er is ook overigens geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Geen straf of maatregel
Het hof heeft de na te melden beslissing genomen op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een telefoon van de politie stukgegooid. Daarmee heeft verdachte de benadeelde financiële schade berokkend en overlast bezorgd.
Het hof heeft in doorslaggevende mate rekening gehouden met hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte naar voren is gekomen, te weten – kort en zakelijk weergegeven - dat aan de verdachte een zorgmachtiging is afgegeven, dat hij inmiddels op zijn problematiek toegespitste ambulante zorg krijgt, hij daaraan meewerkt, inzicht heeft in zijn problematiek en op de goede weg is.
Het hof acht het – alles afwegende – mede gelet op de relatieve ernst van het feit, raadzaam te bepalen dat aan de verdachte met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf zal worden opgelegd.
Vordering tot schadevergoeding Politie Eenheid Rotterdam
In het onderhavige strafproces heeft Politie Eenheid Rotterdam zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 712,77.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij ter zake van het bewezenverklaarde een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet op het voorgaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde
geen straf of maatregelwordt opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij Politie Eenheid Rotterdam

Verklaart de benadeelde partij Politie Eenheid Rotterdam niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door de verdachte gemaakte kosten, tot aan de datum van de uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Wiersinga als voorzitter en mrs. Chr. A. Baardman en M.A.C.L.M. Bonn, leden, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Bongaerts.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 mei 2025.
Mr. M.A.C.L.M. Bonn is buiten staat dit arrest te ondertekenen.