Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/700636 / KG ZA 25-513
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 25 juni 2025, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 juni 2025, en waarin de grieven zijn opgenomen;
- de memorie van antwoord van de Staat.
3.Feitelijke achtergrond
Het beslag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel is gelegd op basis van een Europees Bevriezingsbevel van de autoriteiten van LITOUWEN (…). Het beslag dient tot bewaring van het recht van verhaal voor een door de buitenlandse strafrechter op te leggen verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ter grootte van € 19.290.840,-.”
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Ontvankelijkheid
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 juni 2025;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van de gedelegeerd Europees aanklager begroot op € 3.433,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellante] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft betaald;
- bepaalt dat als [appellante] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellante] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellante] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft betaald;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.