ECLI:NL:GHDHA:2025:1301

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
22-002510-24
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest na dubbelappel inzake vrijspraak en veroordeling voor aanranding en poging tot verkrachting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1993, was aangeklaagd voor meerdere feiten, waaronder belediging van ambtenaren en het opzettelijk beschadigen van eigendommen. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de belediging van een ambtenaar, omdat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte had beledigende uitlatingen gedaan in een klacht gericht aan de RET, en niet direct aan de ambtenaren zelf. Echter, het hof heeft de verdachte wel veroordeeld voor andere feiten, waaronder het beledigen van buitengewoon opsporingsambtenaren en het opzettelijk beschadigen van een gevel van de RET door graffiti aan te brengen. De advocaat-generaal had een taakstraf van 60 uren geëist, en het hof heeft deze opgelegd, met een voorwaardelijk deel van 40 uren en een proeftijd van 2 jaren. De vordering van de benadeelde partij is afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze partij namens de RET optrad. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en de op te leggen straf gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002510-24
Parketnummers: 10-133020-23, 10-249518-22 (gev. ttz)en
10-273058-23 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 19 juni 2025
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 11 juli 2024 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
adres: [woonadres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer
10-133020-23, het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-249518-22 en het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-273058-23 veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Voor het geval de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 10 dagen. Voorts is beslist op de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Parketnummer 10-133020-23: nietigheid wijziging tenlastelegging in eerste aanleg
Het bestreden vonnis bevat als weergave van de tenlastelegging op de grondslag waarvan recht is gedaan een tekst die afwijkt van de tenlastelegging in de inleidende dagvaarding van de zaak met parketnummer 10-133020-23. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 11 juli 2024 heeft de politierechter een wijziging tenlastelegging toegestaan, die mondeling door de officier van justitie is gevorderd. Een op schrift gestelde vordering wijziging tenlastelegging ontbreekt bij de stukken. De politierechter heeft kennelijk volstaan met de behandeling van een mondelinge vordering wijziging tenlastelegging zonder dat van de officier van justitie is gevergd dat deze “den inhoud van de door hem noodzakelijk geachte wijzigingen schriftelijk aan de rechtbank” over zou leggen, zoals is voorgeschreven in artikel 313, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing van de politierechter om de mondelinge vordering toe te wijzen is reeds op deze grond nietig. Daaruit vloeit voort dat de politierechter niet op de grondslag van de tenlastelegging zoals deze rechtens luidde recht heeft gedaan. De zaak leent zich derhalve in beginsel voor terugwijzing naar de politierechter. Het hof zal daarvan evenwel afzien, nu ter terechtzitting in hoger beroep noch door de verdachte noch door de advocaat-generaal een daartoe strekkend standpunt is ingenomen.
Gelet op het voorgaande zal het hof zelf recht doen op de grondslag van de tenlastelegging zoals deze volgens de inleidende dagvaarding rechtens luidt.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 10-133020-23:
1.
hij op of omstreeks 17 maart 2023 te Rotterdam
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], allen werkzaam als BOA, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening,
in zijn/haar tegenwoordigheid,
door feitelijkheden,
heeft beledigd,
door:
- die [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen: "kankerlijer" en/of "kankersukkel" en/of "kankerflikker", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
- zijn, verdachtes, middelvinger op te steken in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- te grijpen naar zijn geslachtsdeel en (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen: "deze is voor jou" en/of "fuck you", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 20 maart 2023 te Rotterdam
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], allen werkzaam als BOA, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening,
in zijn/haar tegenwoordigheid,
door feitelijkheden,
heeft beledigd,
door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] schriftelijk de woorden toe te voegen: "de undercover boa's waren vieze stoere nikkers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 10-249518-22:
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te Rotterdam
opzettelijk
twee ambtenaren, te weten [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5],
beiden werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van hun bediening,
in hun tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door
- hen de woorden toe te voegen: "jullie zijn varkens", en/of
- die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "je bent een racist" en/of "je bent een homo",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 10-273058-23:
hij op of omstreeks 18 oktober 2023 te Schiedam, opzettelijk en wederrechtelijk een gevel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan De RET, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van de vier tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, waarvan 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak parketnummer 10-133020-23 onder 2.
Anders dan de advocaat-generaal acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met parketnummer 10-133020-23 onder 2 is tenlastegelegd.
Het hof overweegt in dit verband dat de tenlastegelegde belediging feitelijk aldus is omschreven dat de verdachte de ambtenaren [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] schriftelijk de (beledigende) woorden heeft toegevoegd. Blijkens de bewijsmiddelen zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep zijn de in de tenlastelegging bedoelde uitlatingen evenwel geuit
in een door de verdachte tot de RET gerichte schriftelijke klacht. De woorden zijn dus niet, zoals wel is tenlastegelegd, aan de genoemde ambtenaren schriftelijk toegevoegd, maar gericht tot de RET. Dat de verdachte door indiening van deze klacht bij de werkgever van de desbetreffende ambtenaren mogelijk de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn uitlatingen die ambtenaren indirect zouden bereiken is onvoldoende bewijs voor de door de steller van de tenlastelegging gekozen formulering. Gelet daarop kan de belediging zoals deze aan de verdachte is tenlastegelegd niet worden bewezen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-133020-23, het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-249518-22 en het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-273058-23 heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 10-133020-23:
1.
hij op
of omstreeks17 maart 2023 te Rotterdam opzettelijk
telkenseen ambtenaar, te weten [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3], allen werkzaam als BOA, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door:
- die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2]en/of [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen: "kankerlijer" en/of "kankersukkel" en/of "kankerflikker", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en
/of
- zijn, verdachtes, middelvinger op te steken in de richting van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]en
/of
- te grijpen naar zijn geslachtsdeel en (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]de woorden toe te voegen: "deze is voor jou" en/of "fuck you", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 10-249518-22:
hij op
of omstreeks1 oktober 2022 te Rotterdam opzettelijk twee ambtenaren, te weten [slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5], beiden werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
-
henhunde woorden toe te voegen: "jullie zijn varkens", en
/of
- die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "je bent een racist" en
/of"je bent een homo"
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 10-273058-23:
hij op
of omstreeks18 oktober 2023 te Schiedam, opzettelijk en wederrechtelijk een gevel,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan
DedeRET
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 10-133020-23 en het bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 10-249518-22 levert op:

telkens:

eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 10-273058-23 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Verwerping beroep op de vrijheid van meningsuiting.
De verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger ter rechtvaardiging van de door hem bekende beschadiging van de gevel van de RET beroepen op de vrijheid van meningsuiting, welk beroep meebrengt dat hij zich keert tegen de strafbaarheid van het bewezenverklaarde feit.
Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte zijn verweer onvoldoende gemotiveerd. Hij heeft immers niet dan wel onvoldoende onderbouwd uiteengezet dat voor hem niet voldoende alternatieven beschikbaar waren om zonder beschadiging van eigendommen van derden aan zijn mening uiting te geven. Reeds om die reden faalt het door de verdachte gedane beroep op vrijheid van meningsuiting, zodat het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van buitengewoon opsporingsambtenaren en politieambtenaren. Zodoende heeft hij blijk gegeven van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag en hij heeft deze ambtenaren bovendien in hun eer en goede naam aangetast. Ambtenaren die in de openbare ruimte hun werkzaamheden verrichten en hun publiek niet voor het kiezen hebben, moeten erop kunnen vertrouwen niet het object van beledigingen te worden.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan beschadiging van een gevel van de RET door daar graffiti op te spuiten. Door aldus te handelen heeft de verdachte overlast en financiële schade voor de benadeelde veroorzaakt.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 21 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-273058-23, tot een bedrag van € 450,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd, zodat de vordering in hoger beroep aan de orde is tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vordering van de benadeelde partij is door de verdachte niet betwist.
Het hof overweegt ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding als volgt.
In de zaak met parketnummer 10-273058-23 is bewezen verklaard dat de verdachte een aan de RET toebehorende gevel heeft beschadigd door daar graffiti op te spuiten. De daardoor ontstane schade is dus geleden in het vermogen van de RET. Op geen enkele wijze is rechtens gebleken dat [benadeelde partij], die vergoeding vordert van de schoonmaakkosten, als benadeelde partij optreedt als vertegenwoordiger van de RET.
Nu niet kan worden vastgesteld dat [benadeelde partij] optreedt namens de RET, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 266, 267 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-133020-23 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-133020-23, het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-249518-22 en het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-273058-23 zoals hiervoor overwogen heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de
taakstraf niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. R.M. Bouritius, als voorzitter, mr. H.A.G. Nijman en mr. E.J Henrichs, leden, in bijzijn van de griffier mr. M. Bazuin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 19 juni 2025.
Mr. E.J Henrichs en mr. M. Bazuin zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.