Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
meer subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1962, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis wegens faillissementsfraude. De tenlastelegging betrof het onttrekken van een boot, merk Sunseeker Predator 63, aan de boedel van een failliete medeverdachte. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een voorwaardelijke taakstraf. Het hof oordeelde dat de verklaring van een overleden getuige, die cruciaal was voor het bewijs van de wetenschap van de verdachte over het faillissement, niet kon worden gebruikt. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had begaan. Het hof sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, zowel primair als subsidiair en meer subsidiair, en vernietigde het eerdere vonnis.