ECLI:NL:GHDHA:2025:1527
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek en contactherstel met de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 15 februari 2026. De vader stelde dat er geen gronden waren voor de ondertoezichtstelling en dat de kinderen niet in hun ontwikkeling werden bedreigd. Hij voerde aan dat hij actief hulp zocht voor de kinderen en dat de gecertificeerde instelling niet in staat was geweest om het contactherstel met de moeder te bevorderen.
De gecertificeerde instelling en de moeder, die ook verweerster was in het hoger beroep, stelden dat de zorgen over de kinderen onverminderd aanwezig waren. De kinderen hadden hun moeder sinds 2021 niet meer gezien en er waren grote zorgen over het gedrag van [minderjarige 1]. De moeder, die tijdens het huwelijk met de vader mishandeld zou zijn, steunde de verlenging van de ondertoezichtstelling. Het hof oordeelde dat de wettelijke vereisten voor de verlenging van de ondertoezichtstelling waren voldaan, en dat het van groot belang was dat er contactherstel met de moeder zou plaatsvinden.
Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking en verzocht de griffier om een afschrift van de uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Den Haag. De beslissing benadrukte het belang van het contact tussen de kinderen en hun moeder, en de noodzaak voor de ouders om samen te werken aan het herstel van dit contact.