ECLI:NL:GHDHA:2025:1747
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M.A.J. van de Kar
- Th.W.H.E. Schmitz
- A.E. Mos-Verstraten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte van seksuele dwang in Alphen aan den Rijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden voor het tenlastegelegde feit van seksuele dwang, gepleegd op 1 juni 2018 in Alphen aan den Rijn. De verdachte heeft in hoger beroep vrijspraak gevraagd. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de verklaringen van de aangeefster en getuigen, alsook het dossier. De aangeefster, destijds 17 jaar, heeft verklaard dat zij onder invloed van alcohol was en dat zij 'nee' heeft gezegd tegen de seksuele handelingen, maar dat deze desondanks hebben plaatsgevonden. De verdachte heeft erkend seksuele handelingen te hebben verricht, maar ontkent dat er sprake was van dwang. Het hof heeft vastgesteld dat er te veel twijfel bestaat over de vraag of de verdachte opzettelijk heeft veroorzaakt dat de aangeefster de handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Het hof heeft geconcludeerd dat het bewijs voor de tenlastelegging onvoldoende is om tot een veroordeling te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.