ECLI:NL:GHDHA:2025:1760

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
3 september 2025
Zaaknummer
22-001831-22
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van witwassen van geld en horloges

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van zestig uren, wegens het witwassen van een geldbedrag van € 80.550,00 en horloges. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Tijdens de zittingen in hoger beroep heeft de verdediging verweren gevoerd die gericht waren op integrale vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte voldoende concrete en verifieerbare verklaringen heeft gegeven over het bezit van het geldbedrag en de horloges, die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk waren. Het Openbaar Ministerie heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar deze verklaringen, waardoor het hof tot de conclusie kwam dat er onvoldoende bewijs was om te oordelen dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig waren. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens is besloten dat de in beslag genomen horloges aan de verdachte worden teruggegeven, terwijl het contante geldbedrag wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001831-22
Parketnummer: 10-750306-18
Datum uitspraak: 28 augustus 2025
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 juni 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
adres: [woonadres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf voor de duur van zestig uren subsidiair dertig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, zodat na aftrek 54 uren te verrichten taakstraf subsidiair 27 dagen hechtenis resteert.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks een of meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 4 maart 2019, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meerdere voorwerpen, te weten:
contant geldbedrag (van in totaal Eur 80.550,00) en/of een of meer auto's en/of een of meer horloges,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk en/of middellijk, afkomstig was/waren uit enig en/of enig eigen misdrijf.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden vrijgesproken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Ter terechtzitting in hoger beroep zijn door de raadsman verweren gevoerd gericht op integrale vrijspraak.
Het hof is van oordeel dat de verdachte omtrent het bezit van het geldbedrag en de horloges voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaringen heeft gegeven dat die voorwerpen niet van misdrijf afkomstig zijn en dat het Openbaar Ministerie naar aanleiding van die verklaringen nader onderzoek had kunnen (laten) verrichten. Nu nader onderzoek grotendeels achterwege is gebleven, biedt het dossier, gelet op voornoemde verklaringen van de verdachte, onvoldoende bewijs om te oordelen dat het niet anders kan dan dat die voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof derhalve van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde voorwerpen, te weten een geldbedrag en horloges, heeft witgewassen zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Beslag
Gelet op de hiervoor gegeven beslissing tot vrijspraak zal het hof ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen als volgt beslissen.
Ten aanzien van de horloges zal het hof teruggave aan de verdachte gelasten.
Ten aanzien van het contant geldbedrag zal het hof gelasten dat dit wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende(n).

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Horloge Rolex (zilver);
- 1 DS Doos Rolex;
- 1 STK Horloge Rolex (zilver);
- 1 STK Horloge Maurice Lacroix (goud/zilver);
- 1 DS Doos K1: Creme Rolex.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een contant geldbedrag van € 80.550,00.
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Wiersinga, als voorzitter, en mr. H.M.D. de Jong en mr. E.C. van Veen, leden, in bijzijn van de griffier mr. L.R.I.G. Ondracek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 augustus 2025.