Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor bedreiging met een terroristisch misdrijf. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Na hoger beroep en een vernietiging van het eerdere arrest door de Hoge Raad der Nederlanden, werd de zaak terugverwezen naar het hof voor herbeoordeling van de strafoplegging. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, die een gevangenisstraf van vijf maanden had geëist, met een voorwaardelijk deel. Het hof heeft echter besloten om de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden op te leggen, gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige feiten die maatschappelijke onrust kunnen veroorzaken, maar het hof heeft ook geconstateerd dat de verdachte in de jaren na het feit niet opnieuw in aanraking is gekomen met justitie. De beslissing van het hof is genomen na zorgvuldige afweging van alle omstandigheden.