Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
naam: [achternaam verdachte],
[voornaam verdachte],
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag op 12 februari 2025, staat de verjaring van de strafvervolging voor rijden onder invloed centraal. De verdachte was op 2 augustus 2016 bij verstek veroordeeld door de politierechter. Echter, er zijn geen verdere stappen ondernomen om de verdachte op de hoogte te stellen van deze uitspraak, waardoor de verdachte pas op 7 mei 2024 van de uitspraak op de hoogte werd gesteld. Tussen de laatste kennisgeving en de datum van de veroordeling zijn meer dan zes jaren verstreken zonder enige daad van vervolging. Volgens artikel 70, eerste lid, aanhef en onder 2, van het Wetboek van Strafrecht vervalt het recht tot strafvordering door verjaring na zes jaren voor misdrijven waarop een gevangenisstraf van maximaal drie jaren is gesteld. Aangezien de verjaringstermijn voor het tenlastegelegde feit zes jaren bedraagt, is het hof van oordeel dat het recht tot strafvordering is verjaard. Het openbaar ministerie wordt ambtshalve niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging van de verdachte. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging.