ECLI:NL:GHDHA:2025:2047
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Mentorschap en ontslag van mentor in het belang van de betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de betrokkene tot ontslag van zijn huidige mentor. De betrokkene, geboren op 9 oktober 2002, is onder bewind en heeft een mentor aangesteld gekregen. De betrokkene is van mening dat zijn huidige mentor onvoldoende contact met hem onderhoudt en niet adequaat handelt in zijn belang. De ouders van de betrokkene steunen dit verzoek en stellen dat de mentor tekortschiet in zijn verantwoordelijkheden. De mentor daarentegen verdedigt zijn positie en stelt dat hij in het belang van de betrokkene handelt door hem in een professionele setting te laten verblijven. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, oordelend dat de verstoorde verhouding tussen de mentor en de ouders van de betrokkene niet voldoende zwaarwegend is om tot ontslag van de mentor te komen. Het hof concludeert dat de mentor zijn taken naar behoren vervult en dat de belangen van de betrokkene gewaarborgd zijn. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.