ECLI:NL:GHDHA:2025:2050
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing van een strafzaak naar de rechtbank wegens gebrek aan informatie aan de verdediging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, maar de raadsman heeft hoger beroep ingesteld. De raadsman verzocht om terugwijzing van de zaak naar de rechtbank, omdat hij en zijn cliënt niet op de hoogte waren gesteld van de voortgang van de zaak door het Openbaar Ministerie (OM). Dit gebrek aan communicatie werd als een schending van de verdedigingsrechten beschouwd. Het hof oordeelde dat de raadsman zich tijdig bij het OM had gesteld, maar dat het OM niet adequaat had gereageerd op zijn verzoeken om informatie. Hierdoor was de raadsman niet in staat om de verdediging effectief te voeren tijdens de eerste zitting. Het hof heeft geoordeeld dat de zaak terug moet worden verwezen naar de politierechter in Rotterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld met inachtneming van de rechten van de verdachte. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en besloot dat de zaak verder moet worden berecht in de stand waarin het onderzoek zich bevond op het moment van de eerste zitting.