[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedatum] 1971,
BRP-adres: [woonadres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de in beslag genomen goederen als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 1 maart 2016 tot en met 31 mei 2016 via de Westerschelde en/of de Nederlandse territoriale wateren en/of te Rotterdam en/of te Antwerpen, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk heeft verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 900 kilogram cocaïne, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 10 mei 2022 te Amsterdam en/of te Amstelveen en/of te Rotterdam, althans te Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of één of meer anderen welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid Opiumwet;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 10 mei 2022 te Amsterdam, althans te Nederland en/of Birmingham, althans elders in het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen meermalen althans eenmaal (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag met een totale waarde van I. 700.000 euro en/of 2.000.000 Britse ponden en/of een VW Polo en/of horloges (Jaeger Le Goitre en/of Rolex Yacht Master Horloge), althans enig(e) voorwerp(en)
Sub a) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was en/of wie het voorhanden had,
Sub b) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf,
en hij, verdachte, van het plegen van witwassen aldus een gewoonte heeft gemaakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf en dat de verdachte – conform de tussen de verdachte en het openbaar ministerie overeengekomen procesafspraken - zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 33 maanden met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
De advocaat-generaal en de raadsman hebben ondertekende procesafspraken overgelegd en het hof verzocht dienovereenkomstig te oordelen.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 27 september 2022volgt dat als de rechter tot een (wezenlijk) ander oordeel over de bewezenverklaring of de straftoemeting komt dan in het afdoeningsvoorstel is opgenomen, het in de rede ligt dat de procespartijen in de gelegenheid zijn of worden gesteld om zich erover uit te laten hoe in dat geval de zaak zou moeten worden afgedaan. Tevens volgt uit voornoemd arrest dat de eisen van een behoorlijke procesorde en/of een eerlijk proces in zo’n geval met zich kunnen brengen dat de rechter – zo nodig na heropening van het onderzoek ter terechtzitting – het openbaar ministerie en de verdediging in de gelegenheid stelt nader het woord te voeren.
Volgens de procesafspraken in eerste aanleg zou de rechtbank, indien zij die procesafspraken zou volgen, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 33 maanden opleggen. De rechtbank heeft ter zitting laten weten dat de hoogte van de strafeis haar was opgevallen en dat zij niet gebonden was aan de procesafspraken. Vervolgens heeft de rechtbank uitspraak gedaan en daarbij de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden, welke straf wezenlijk verschilt van de in het afdoeningsvoorstel genoemde straf. Het hof constateert dat hierdoor niet is voldaan aan het in het arrest van de Hoge Raad genoemde kader en vernietigt daarom het vonnis van de rechtbank.
Uit chats kan worden afgeleid dat de verdachte met de medeverdachten in de periode april - mei 2016 communiceerde over (de financiering van) de invoer vanuit Ecuador van een partij van bijna 900 kilo cocaïne. In de chats werd gesproken over een partij van bijna 900 kilo
cocaïne die op 25 mei 2016 door de douane in de Rotterdamse haven in beslag was genomen. De verdachte schrijft op 31 mei 2016, met verwijzing naar websites die over de inbeslaggenomen drugsberichten, dat de politie ‘de 900’ ‘van ons’ heeft gepakt. De communicatie voorafgaand aan, tijdens en na het transport geeft een beeld van een organisatie waarbinnen iedere deelnemer zijn eigen rol heeft. De verdachte was betrokken
bij de financiering van het transport. Hij communiceerde met ‘ [naam] ’, die in opdracht van de verdachte regelde dat er betalingen werden verricht in – onder meer – Ecuador. Over deze betalingen wisselden de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] informatie uit. Uit de chats blijkt dan ook dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte 1] en anderen. De verdachte had daarbij een eigen rol van voldoende gewicht. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
Feit 2: deelname criminele organisatie
Een criminele organisatie in de zin van artikel 1lb van de Opiumwet vereist een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad dat als oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3-5, artikel 10a lid 1 of artikel 11 lid 3-5 van de Opiumwet. Niet vereist is dat een betrokkene verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is. Van deelneming aan het samenwerkingsverband kan slechts dan sprake zijn, indien een betrokkene behoort tot het samenwerkings-verband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Op grond van de chatberichten in het dossier concludeert het hof dat de verdachte in de periode van maart 2020 tot en met 10 mei 2022 (de dag van de aanhouding van de verdachte) zich in een georganiseerd verband heeft beziggehouden met de invoer, doorvoer en uitvoer van verdovende middelen. Ook [medeverdachte 1] , met wie de verdachte in 2016 had samengewerkt (feit 1), en andere niet geïdentificeerde personen behoorden tot het samenwerkingsverband. De verdachte had een aandeel in de feiten die door de organisatie werden gepleegd. Zo zorgde hij voor betalingen in diverse landen, was hij betrokken bij de logistiek rondom de import en export van drugs en onderhandelde hij over prijzen. Het hof acht daarom bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
Feit 3: witwassen
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat vaststaat dat een voorwerp – middellijk of onmiddellijk – afkomstig is uit enig misdrijf. Dat hoeft niet een nauwkeurig aangeduid misdrijf te zijn. Als er geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen het
voorwerp en een delict, kan toch bewezen worden geacht dat het ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Het is aan het openbaar ministerie om dergelijke feiten en omstandigheden naar voren te brengen. Als de door het openbaar ministerie aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het betreffende voorwerp. Een dergelijke verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Uit het dossier blijkt dat er in de periode van maart 2020 tot en met 10 mei 2022 diverse geldtransacties hebben plaatsgevonden in Engeland en Nederland waarbij de verdachte
betrokken was. Hij had zicht had op de totale verrekening van de bedragen in Nederland en Engeland. In en bij zijn woning zijn grote contante geldbedragen en/of voorwerpen
aangetroffen die niet kunnen worden verklaard op basis van het legale vermogen en/of inkomen van de verdachte en zijn partner. Op grond van dit beeld is sprake van een gerechtvaardigd witwasvermoeden. Uit het dossier en de voorgaande bewezenverklaringen volgt dat de verdachte wist dat het geld waar in de chats over gesproken werd afkomstig moet zijn geweest enig misdrijf, namelijk de drugshandel van de organisatie waartoe hij behoorde.
De verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de herkomst van de aangetroffen gelden en goederen, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld. Ook heeft hij niets willen zeggen over de bedragen waar in de chats over gesproken werd. Er is dus geen verklaring
waarnaar nader onderzoek had kunnen plaatsvinden en waardoor het vermoeden van witwassen had kunnen worden ontkracht. Dit betekent dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft gepleegd.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op één of meer tijdstippenin de periode van 1 maart 2016 tot en met 31 mei 2016 via
de Westerschelde en/of de Nederlandse territoriale wateren en/of teRotterdam
en/of te Antwerpen, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
althans opzettelijk heeft verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehadongeveer 900 kilogram cocaïne,
in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 10 mei 2022
te Amsterdam en/of te Amstelveen en/of te Rotterdam, althanste Nederland
,heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]en
/of één of meeranderen
,welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid Opiumwet;
3.
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 10 mei 2022 te Amsterdam
, althans te Nederlanden
/ofBirmingham,
althans elders in het Verenigd Koninkrijk,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleenmeermalen
althans eenmaal(van) een voorwerp, te weten een geldbedrag met een totale waarde van 1.700.000 euro en/of 2.000.000 Britse ponden en
/ofeen VW Polo en
/ofhorloges (Jaeger Le Coultre en
/ofRolex Yacht Master Horloge),
althans enig(e) voorwerp(en)Sub a)de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was en/of wie het voorhanden had,Sub b)heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen,
heeft omgezeten/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)wist
(en)dat
datdievoorwerp
en– onmiddellijk of middellijk – afkomstig
waswarenuit enig misdrijf,
en hij, verdachte, van het plegen van witwassen aldus een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezen-verklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in art. 10 lid 3-5, art. 10a lid 1 of art. 11 lid 3-5 van de Opiumwet.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op: