Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Bariven S.A.,
2. Petroleos de Venezuela S.A.
3. PDVSA Operaciones Acuáticas S.A.,
1.De zaak in het kort
performance bonds(voor een bedrag van ruim twaalf miljoen euro). De vordering heeft betrekking op de verkoop en levering door Brumby van 42 sleepboten aan Bariven, een vennootschap die goederen inkoopt voor PDVSA, het staatsoliebedrijf van Venezuela. Volgens Brumby zijn ook PDVSA en PDVSA O.A. hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de door Brumby gevorderde bedragen, op grond van het leerstuk van groepsaansprakelijkheid naar Venezolaans recht.
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 4 oktober 2023, waarmee Bariven c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis in het (bevoegdheids)incident van 18 mei 2022 (hierna: het vonnis in het incident) en het vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 juli 2023 (hierna: het vonnis en beide vonnissen gezamenlijk hierna: de vonnissen of de bestreden vonnissen);
- de memorie van grieven van Bariven c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel van Brumby, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Bariven c.s.
3.Feitelijke achtergrond
off shore-praktijk. Onder andere legde zij zich toe op de bouw, verkoop en het vervrachten van (sleep)boten.
procurement departmentvan PDVSA en haar concernvennootschappen.
performance bonds(lees: nakomingsgaranties) te stellen. Deze
performance bondsdienden op instructie van PDVSA, PDVSA O.A. en/of Bariven te worden vrijgegeven zodra alle sleepboten waren geleverd.
4.Procedure bij de rechtbank
performance bondster hoogte van in totaal € 12.224.664,05, de kosten voor de gelegde beslagen, de kosten van ingewonnen juridische opinies (en vertaling daarvan) en de proceskosten, een en ander vermeerderd met de wettelijke (handels)rente.
5.De vorderingen in hoger beroep
in principaal hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
grief 1voeren Bariven c.s. aan dat de vorderingen van Brumby tot betaling van factuur 605 ter hoogte van EUR 19.934.291,20, en de aanvullende kosten voor de verlengingen van de gestelde
performance bondster hoogte van in totaal € 12.224.664,05, zijn verjaard.
de performance bondsworden genoemd in de hiervoor genoemde brief van 31 oktober 2016.
performance bonds) reeds op 14 oktober 2016 was verjaard, met als gevolg dat de brief van 31 oktober 2016 geen stuitingshandeling kan inhouden, wordt nog het volgende overwogen.
performance bonds) jegens Bariven heeft gewijzigd in nakoming van de koopovereenkomst. Er ligt derhalve geen vordering uit hoofde van schadevergoeding (meer) voor ter beoordeling in deze zaak.
perfomance bondsis gegrond op nakoming, de vordering is verjaard, geldt dat sprake is van een nieuwe grief die eerst tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht. Immers, in grief 1a en grief 1b betwisten Bariven c.s. in de memorie van grieven alleen – kort gezegd – de brief van 31 oktober 2016 te hebben ontvangen. Het betoog van Bariven c.s. dat ook al zouden zij de brief van 31 oktober 2016 wel hebben ontvangen, deze de verjaring niet heeft gestuit omdat de verjaringstermijn (ter zake van de
performance bonds) toen als was verlopen, was weliswaar in eerste aanleg gevoerd, maar is daarna pas weer tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep naar voren gebracht, wat in strijd is met twee conclusie-regel. Geen van de in de rechtspraak erkende uitzonderingen op de tweeconclusieregel doet zich hier voor. Deze klacht faalt op die grond.
middels haar berichten van 14 november 2011, 14 september 2012, 19 december 2012, 17 september 2014, 18 februari 2015, 31 oktober 2016, 23 november 2016 en 11 mei 2017. De stuitingsberichten van 14 november 2011, 23 januari 2012 en 31 oktober 2016 zond Brumby ook aan Bariven”, onder overlegging van de stuitingsberichten als productie. Bariven c.s. hebben de ontvangst van deze (eerdere) berichten niet betwist, noch (voldoende gemotiveerd) betwist dat ook met de voor 31 oktober 2016 gezonden berichten, de verjaring ter zake van de vordering van de performance bonds, is gestuit. Tegen deze achtergrond hebben Bariven c.s. niet kunnen volstaan met het enkel herhalen van het in de conclusie van antwoord gevoerde verweer dat de vordering ter zake van de perfomance bonds reeds voor 31 oktober 2016 was verjaard. De omstandigheid dat de rechtbank abusievelijk refereert aan een brief van 13 oktober 2016 (in plaats van 31 oktober 2016) kan aan het voorgaande ook niet afdoen, omdat dit onverlet laat dat van Bariven c.s. kan worden gevergd dat zij in hoger beroep inhoudelijk zouden zijn ingegaan op de diverse overige berichten waarmee volgens Brumby de verjaring tijdig is gestuit. Nu Bariven c.s. dat niet hebben gedaan, hebben zij hun beroep op verjaring van de vordering ter zake van de performance bonds – gelet op de gemotiveerde weerspreking van dat standpunt door Brumby – niet van een voldoende onderbouwing voorzien.
Transporte Saet- arrest, een arrest van 14 mei 2004 van de Constitutionele Kamer van het Hoogste Gerechtshof van Venezuela (hierna:
Transporte Saet). Bariven c.s. betogen dat de rechtbank heeft miskend dat hetgeen in
Transporte Saetis overwogen over de (mede)aansprakelijkheid van groepsvennootschappen alleen wordt toegepast in uitzonderlijke gevallen waarin het gaat om regels van
public order or general interest, en in gevallen waarin sprake is van een ‘machtsdisbalans’. Brumby heeft niet voldoende gemotiveerd gesteld dat aan dit vereiste wordt voldaan, aldus Bariven c.s.
Transporte Saetniet alleen wordt aanvaard in zaken waarin de
public order or general interestaan de orde zijn, zoals Bariven c.s. (ook in deze zaak) aanvoeren, maar ook een bredere werking heeft. Het
Transporte Saetleerstuk houdt in dat het bestaan van
indivisable obligationswordt aanvaard voor de vennootschappen die onderdeel uitmaken van een economische groep, met als gevolg dat de groepsvennootschappen (onderdeel uitmakend van dezelfde economische groep) aansprakelijk zijn voor elkaars schulden jegens derden.
grief 2bklagen Bariven c.s. dat de rechtbank in elk geval ten onrechte PDVSA O.A. naast Bariven aansprakelijk heeft geacht. Bariven c.s. betogen dat op grond van het in
Transporte Saetontwikkelde leerstuk alleen een zogenaamde
controlling entity, naast de oorspronkelijke debiteur, aansprakelijk kan worden gehouden jegens de crediteur. Kort gezegd: de doorbraak van aansprakelijkheid kan slechts
up streambinnen de groep plaatsvinden. Een crediteur van een moedermaatschappij kan naar Venezolaans recht niet een zuster-/dochtervennootschap aanspreken, aldus Bariven c.s.
Transporte Saetgeen onderscheid wordt gemaakt naar de positie van de verschillende entiteiten binnen de groep. Voor de economische groep als geheel wordt het bestaan van
indivisable obligationsaanvaard, indien aan de in
Transporte Saetgestelde voorwaarden voor het zijn van een groep wordt voldaan. Ter toelichting dient nog het volgende.
primairaan dat, in het geval de vorderingen van Brumby jegens hen worden afgewezen, er ook geen grond bestaat voor toewijzing van deze kosten. Gelet op het voorgaande doet deze situatie zich niet voor.
subsidiairaan dat de rechtbank heeft miskend dat zij hebben bestreden dat Brumby deze kosten heeft gemaakt/recht heeft op vergoeding van deze kosten. Volgens hen staat het Brumby vrij om deskundigen in te schakelen, maar moet zij de kosten daarvan zelf dragen.
Transporte Saet) en [naam 6] (over het bindende karakter van de beslissingen van het Hoogste Gerechtshof van Venezuela) en de vertaalkosten van de opinies niet zijn gemaakt ten behoeve van deze procedure en niet door Brumby.
de door Brumby ingediende opinies van [naam 4] en [naam 6] (…) niet ten behoeve van deze procedure gemaakt en [heeft] Brumby (…) niet gemotiveerd gesteld dat zij, en niet een derde, deze kosten heeft gemaakt”.
De overgelegde opinies zijn ten behoeve van de onderhavige procedure geschreven, en zijn deels het gevolg van de door [Bariven c.s.] gevoerde verweren. De facturen daarvoor zijn ook expliciet gesteld op naam van Brumby.”
7.Beslissing
- bekrachtigt de bestreden vonnissen;
- veroordeelt Bariven c.s. in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Brumby begroot op € 24.091,00;
- bepaalt dat als Bariven c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak hebben voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Bariven c.s. de kosten van die betekening moeten betalen, plus extra nakosten van € 92,00, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als Bariven c.s. deze niet binnen veertien dagen na betekening hebben voldaan;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het betreft de proceskosten-veroordelingen.
- bekrachtigt de bestreden vonnissen;
- compenseert de proceskosten tussen partijen in de zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.