Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Bariven S.A.,
Petroleos De Venezuela S.A.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 27 juni 2022, waarmee Bariven c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis in het (bevoegdheids)incident van 19 augustus 2020 (hierna: het vonnis in het incident) en van het vonnis van 30 maart 2022 van de rechtbank Den Haag (hierna: het vonnis, en beide vonnissen gezamenlijk hierna: de vonnissen of de bestreden vonnissen);
- de memorie van grieven van Bariven c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord van IGS, tevens memorie van grieven in het incidentele appel, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incidentele appel van Bariven c.s., met bijlage;
- de bijlagen I35 en I36 die IGS ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd; en
- de bijlagen 18 tot en met 26 die Bariven c.s. ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling hebben overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
plea agreementgesloten met de Amerikaanse autoriteiten. Daarin heeft [naam 2] schuld erkend voor het betalen van steekpenningen, onder meer “
in order to obtain or retain business with PDVSA”.
plea agreementgesloten met de Amerikaanse autoriteiten. Daarin heeft [naam 3] schuld bekend aan twee feiten die beide zijn gekwalificeerd als “
conspiracy to lounder money”, onder verwijzing naar ‘count 1’ en ‘count 2’, alwaar [naam 3] (onder meer) wordt verweten:
- ten laste van Bariven conservatoir derdenbeslag gelegd onder PDVSA Services B.V.; en
- ten laste van PDVSA conservatoir beslag gelegd op de aandelen die PDVSA houdt in het kapitaal van Propernyn B.V., gevestigd te Den Haag.
4.Procedure bij de rechtbank
5.De vorderingen in hoger beroep
in principaal hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
plea agreementsvan [naam 2] en [naam 3] , die door Bariven c.s. zijn overgelegd in hoger beroep. Daaruit blijkt volgens Bariven c.s. (onder meer) het volgende:
plea agreementsen destijds werkzaam was bij Bariven, (i) in ruil voor gunning van contracten, en (ii) zodat facturen van zijn rechtspersonen met voorrang werden betaald.
purchase ordersstaat de naam van [naam 3] als de contactpersoon van Bariven.
a. het bestaan en de geldigheid van de Purchase Orders van IGS door Bariven c.s. in eerste aanleg expliciet en ondubbelzinnig is erkend;
b. de CFO van Bariven op 25 juli 2019 de verschuldigdheid van de uitstaande bedragen heeft erkend, en
c. door Bariven c.s. is erkend – bij de betwisting van de stelling van IGS dat ook PDVSA aansprakelijk gehouden kan worden voor de schulden van Bariven – dat van fraude of misleiding geen sprake is geweest, hetgeen volgens Bariven c.s. een vereiste is om tot groepsaansprakelijkheid te kunnen komen.
plea agreementvan [naam 2] ook blijkt dat hij steekpenningen heeft betaald om (toekomstige) contracten te krijgen. In zijn
plea agreementverklaart [naam 2] :
3: Bariven c.s. hebben onvoldoende aangevoerd om te kunnen aannemen dat (specifiek) ook de Purchase Orders tot stand zijn gekomen na de betaling van steekpenningen.
plea agreementvan [naam 2] volgt verder dat steekpenningen onder meer zijn betaald (aan [naam 3] en/of [naam 4] ) om
Defendant’s ‘companies’ – waaronder gelet op het voorgaande, naast SGCC, ook IGS en APS kunnen worden begrepen – te helpen bij het winnen van contracten, onder meer door
inside informationte krijgen over het
bidding processen bij de plaatsing op
bidding panels.
bidding processen/of na plaatsing op een
bidding panel, waarbij IGS heeft moeten concurreren met andere vennootschappen. Ter toelichting heeft IGS gewezen op het volgende.
permanent vendor.
request for quotation(hierna: RFQ)
,op naam van Bariven, werd een
Technical and Commercial Proposalafgegeven aan Bariven. Vervolgens werd een
purchase orderafgegeven op naam van Bariven. Daarna werden de materialen geleverd en werd een factuur gezonden aan Bariven met daarbij de desbetreffende
purchase orderen een afgetekende
packing list.
bidding process. Mede gelet op de documentatie die door IGS in het geding is gebracht over de wijze waarop de Purchase Orders tot stand zijn gekomen, had dit wel op de weg van Bariven c.s. gelegen. Bij deze stand van zaken kan er niet van worden uitgegaan dat de Purchase Orders tot stand zijn gekomen na een
bidding processen/of plaatsing op een
bidding panel, waaraan in de
plea agreementsvan [naam 2] en [naam 3] wordt gerefereerd.
sales person.
shipping letter of instructionen/of de afgetekende
packing listdoor de ontvangstexpediteur van Bariven overgelegd. Bariven c.s. hebben de juistheid van deze bescheiden verder niet meer betwist. Bij deze stand van zaken hebben Bariven c.s. hun betwisting dat de onder de Purchase Orders gekochte goederen zijn geleverd niet op een voldoende gemotiveerde wijze gehandhaafd.
Tussen 2014 en 2016 heeft IGS verschillende malen onderdelen en materialen aan Bariven geleverd, op basis van zogenaamde Purchase Orders” (conclusie van antwoord onder 11).
red flagsgetypeerde omstandigheden (onder verwijzing naar een rapport van Egmont Group over corruptie-indicatoren) – onder meer dat er in Venezuela veel sprake is van corruptie, dat Bariven c.s. in de media veel met corruptie in verband worden gebracht, en dat ook in andere zaken tegen Bariven c.s. is geoordeeld dat contracten tot stand zijn gekomen onder invloed van corruptie – vormen tegen de achtergrond van al het voorgaande geen voldoende onderbouwing van de bewering dat (het ervoor moet worden gehouden dat de) steekpenningen zijn betaald voor het verwerven van de Purchase Orders waarvan IGS betaling verlangt.
Transporte Saet-uitspraak
,een arrest van 14 mei 2004 van de Constitutionele Kamer van het Hoogste Gerechtshof van Venezuela (hierna:
Transporte Saet). Alvorens in te gaan op de klachten van Bariven c.s., zal kort worden weergegeven hetgeen is geoordeeld in
Transporte Saet.
Transporte Saetbetreft een arbeidsgeschil, waarin een werknemer zijn werkgever, Transporte Saet La Guarira C.A., in rechte had aangesproken tot betaling van een ontslagvergoeding. De rechter in eerste aanleg heeft deze vordering toegewezen. Echter, niet Transporte Saet La Guarira C.A. is veroordeeld tot betaling, maar Transporte Saet S.A., die geen partij was in de procedure. In hoger beroep is het vonnis vernietigd. De appelrechter heeft overwogen dat uit de wet weliswaar volgt dat er ‘solidariteit’ bestaat tussen werkgevers die gezamenlijk een ‘groep’ vormen – in die zin dat op grond van arbeidsrechtelijke regelgeving hoofdelijke aansprakelijkheid bestaat voor betalingsverplichtingen jegens werknemers – maar dat Transporte Saet S.A. in haar recht op verdediging is geschaad doordat zij is veroordeeld tot betaling, terwijl zij geen partij was in de procedure.
due processwas geschonden door de veroordeling van Transporte Saet S.A., hoewel deze rechtspersoon geen partij was in de procedure. De Constitutionele Kamer stelt in zijn arrest voorop dat in eerdere rechtspraak is overwogen dat er situaties zijn waarin wordt geprobeerd door middel van oprichting van diverse rechtspersonen te bemoeilijken dat een eiser die een vordering jegens een van deze rechtspersonen heeft, deze vordering daadwerkelijk op deze rechtspersoon kan verhalen. De Constitutionele Kamer memoreert dat het Venezolaanse recht diverse wettelijke bepalingen kent die dergelijk misbruik van rechtspersoonlijkheid beogen te voorkomen. Op grond daarvan bestaat ook de mogelijkheid dat op een groep van vennootschappen
indivisable obligationsrusten jegens derden, zo overweegt de Constitutionele Kamer in
Transporte Saet.
controller’ of ‘
Director’ die feitelijk zeggenschap heeft over de groep. Een groep kan geen onderdeel vormen van een andere groep. Deze ‘exclusiviteit’ geldt ook voor de natuurlijke personen die zeggenschap hebben binnen de groep: als er een natuurlijke persoon aan het hoofd staat van een groep, dan kan hij/zij geen onderdeel vormen van een andere groep.
public order’ (onderstrepingen van het hof):
Transporte Saetwordt verder overwogen dat ook in gevallen van ‘
public order’ wel reeds in de procedure zelf moet worden aangevoerd dat sprake is van een groep van vennootschapen om de aansprakelijkheid van ‘de groep’ te kunnen verkrijgen. Overwogen wordt dat geen aansprakelijkheid van een economische groep kan worden aanvaard indien het bestaan van een economische groep pas wordt gesteld in de fase van tenuitvoerlegging, nadat de vordering al is toegewezen. Die situatie doet zich hier niet voor.
Transporte Saetsprake was van een zaak die de ‘
public order’ betrof, kon ook Transporte Saet S.A. – hoewel zij niet was gedagvaard – worden veroordeeld om de verschuldigde bedragen aan de voormalige werknemer van haar groepsmaatschappij Transporte Saet La Guarira C.A. te voldoen. Omdat sprake was van een zaak van ‘
public order’ gold niet het vereiste dat ook de controlerende partij moest worden gedagvaard om de aansprakelijkheid van de groep te kunnen vaststellen. Voldoende was dat (op enig moment) tijdens de procedure was gevorderd om ook Transporte Saet S.A. te veroordelen.
due process’ is dat Transporte Saet S.A. was veroordeeld tot betaling terwijl zij geen procespartij was geweest in eerste aanleg. In dit verband is nog van belang dat in
Transporte Saetook is overwogen dat er voor een vennootschap onder het Venezolaanse recht voldoende rechtsmiddelen zijn om deze veroordeling ongedaan te maken wanneer deze rechtspersoon van mening is dat zij – in de procedure waarvoor zij niet is gedagvaard – ten onrechte als onderdeel van de groep is aangemerkt.
Transporte Saetreeds een groepsaansprakelijkheid voor de arbeidsrechtelijke betalingsverplichting jegens de oud-werknemer bestond op grond van speciale wetgeving, namelijk op grond van ‘
article 21 of the Regulations to the Organic Labor Law’. In
Transporte Saetis evenwel ook in het algemeen – dus onafhankelijk van het bestaan van specifieke wetgeving – een regel voor het bestaan van groepsaansprakelijkheid voor schulden aan derden aanvaard:
special laws’) kan bestaan, wordt in deze overweging veralgemeniseerd tot een algemene (niet wettelijke) regel voor een
economic groupals geheel. Hoewel die algemene regel wellicht niet op ondubbelzinnige wijze in de hiervoor aangehaalde overweging is beschreven, blijkt deze overweging wel zo te moeten worden begrepen, gelet op de
dissenting opinionvan [naam 6] (hierna: [naam 6] ) bij
Transporte Saeten latere jurisprudentie van de Constitutionele Kamer. Ter toelichting dient nog het volgende.
dissenting opinionverwijst [naam 6] naar de in
Transporte Saetaangehaalde
Plasticos Ecoplast-uitspraak, waarin is overwogen dat vennootschappen soms hun aansprakelijkheden trachten te ontwijken:
Cadafe-uitspraak waarin is overwogen:
Transporte Saetevenwel ten onrechte aanvaard dat een groep van vennootschappen de drager kan zijn van
indivisable obligations:
indivisable obligationsvoor een groep van vennootschappen kan volgens [naam 6] dan ook geen oplossing zijn voor het in de Plasticos Ecoplast-zaak gesignaleerde probleem dat vennootschappen zich binnen een groep soms trachten te verschuilen achter de afzonderlijke rechtspersoonlijkheid van individuele groepsvennootschappen waardoor het voor derden lastig is om te beoordelen welke vennootschap zij dienen aan te spreken:
Transporte Saetbevestigen de mogelijkheid van groepsaansprakelijkheid voor schulden van één van de groepsvennootschappen. Zo werd in de
Atuca-uitspraak (van 26 mei 2005, gewezen kort na
Transporte Saet) overwogen als volgt:
Transporte Saet,toevoeging hof]
, it can be deduced that when suing an economic group, it is necessary to allege the existence of the group, its conformation, and indicate which of its components has failed to comply and in the judgment,the Judge may lift the veil of legal personality to the members of the group and determine the responsibility of any of its members, even if they have not directly maintained a legal relationship with the plaintiff [onderstreping hof], in a specific process. In these cases, when sentencing the economic group, one of its members referred to in the ruling can be convicted, who were also mentioned in the lawsuit, even if they have not been summoned, as long as the evidentiary debate has shown the economic unit that make up the group.”
Atuca-uitspraak wordt bevestigd dat ook groepsmaatschappijen die niet zelf partij zijn geweest in het proces tot betaling kunnen worden veroordeeld, waarvoor wel nodig is dat is vastgesteld dat zij onderdeel uitmaken van de economische groep, hetgeen weer niet nodig is in zaken waarin de ‘
public order’ in het geding is:
Transporte Saet). Het is daarbij niet nodig om alle groepsvennootschappen te dagvaarden. Volstaan kan worden met het dagvaarden van de ‘
controlling’ vennootschap en de vennootschap die wordt verweten te zijn tekortgeschoten in de nakoming van een verplichting. Dit vereiste is gerelativeerd voor zaken die raken aan de ‘
public order’. In die zaken geldt het vereiste dat in elk geval ook de ‘
controlling’ vennootschap dient te worden gedagvaard niet.
Transporte Saet.
Transporte Saeteen regel is geformuleerd op grond waarvan de vennootschappen die behoren tot een economische eenheid/groep aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de schuld(en) van één van hen. Wat partijen verdeeld houdt is welke voorwaarden daarvoor gelden naar Venezolaans recht.
Transporte Saetop drie punten onjuist geïnterpreteerd. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat PDVSA naast Bariven aansprakelijk is op grond van het in
Transporte Saetontwikkelde leerstuk omdat (i)
Transporte Saetniet bindend is (rechtsoverweging 4.24, eerste deelgrief) voor de beoordeling van dit geschil, (ii) het vereiste van een groep zoals omschreven in
Transporte Saetverkeerd is uitgelegd (rechtsoverwegingen 4.25 t/m 4.27, tweede deelgrief), en/of (iii) er niet is ingegaan op het nadere vereiste dat de zaak gaat om regels van openbare orde of een maatschappelijk belang (rechtsoverwegingen 4.21 en 4.22, derde deelgrief). Deze klachten zullen hierna afzonderlijk worden besproken.
Transporte Saetbindend is:
Recurso de Interpretation). Een dergelijke uitspraak wordt bekendgemaakt in het staatsblad van de Republiek Venezuela. Alleen in dat geval is het gegeven oordeel bindend voor andere rechters in Venezuela.
Transporte Saetis niet een dergelijke uitspraak. De Constitutionele Kamer heeft ook nooit een
Recurso de Interpretationgehad over het in
Transporte Saetontwikkelde leerstuk van vereenzelviging.
Transporte Saetbevat ook geen oordeel over de toepassing van grondwettelijke bepalingen of principes en in zoverre bestaat er dus ook geen “
interpretation of a constitutional rule” volgens Bariven c.s. Dit maakt dat hetgeen is overwogen in
Transporte Saetnaar Venezolaans recht geen bron van recht is en niet bindend is voor andere rechters.
Transporte Saetover het bestaan van een aansprakelijkheid van de groep als geheel, geacht kan worden deel uit te maken van het positieve recht van Venezuela. Dat is reeds het geval indien feitelijk hetgeen in
Transporte Saetis overwogen, ook door andere rechters wordt gevolgd/toegepast en voor zover zij dit nalaten hun uitspraak blootstaat aan vernietiging in appel.
Transporte Saetontwikkelde leer over groepsaansprakelijkheid door de Constitutionele Kamer ook door andere met rechtspraak belaste kamers tot uitgangspunt wordt genomen. Een recent voorbeeld daarvan betreft de
Bandes t. Suramericana de Aereosoles-uitspraak van de ‘
political-administrative chamber’van het Hoogste Gerechtshof van Venezuela van 23 maart 2023. Ook de door Bariven c.s. zelf in hoger beroep overgelegde opinie van [naam 12] c.s. vermeldt (onder randnummer 173) dat de criteria zoals uiteengezet in
Transporte Saetook door andere kamers van de
Supreme Court of Justiceworden toegepast. Uit de toepassing van het in
Transporte Saetontwikkelde leerstuk, ook door andere kamers, volgt reeds in voldoende mate dat hetgeen in
Transporte Saetis overwogen onderdeel geacht kan worden uit te maken van het positieve recht van Venezuela.
the judgements issued by the Constitutional Chamber on the content or scope of the constitutional norms and principles”’ omdat
jurisprudenceniet als bron van het recht wordt erkend. Uitspraken dienen echter wel in lijn te zijn met eerdere uitspraken omdat deze anders op die grond vernietigd kunnen worden. [naam 8] wijst erop dat dit ook zo is vastgelegd in artikel 321 van ‘
the Venezuelan Code of Civil Procedure’
: “The Judges of instance shall endeavor to accept the matching doctrine established in similar cases, in order to defend the integrity of the legislation and the uniformity of jurisprudence.” Het resultaat is dat ook andere rechters hetgeen in
Transporte Saetis overwogen, tot uitgangspunt hebben te nemen.
Transporte Saetis overwogen weliswaar in formele zin geen bron van recht is, maar in materiële zin wel een (ook voor andere rechters) bindende beslissing betreft. Daarbij komt dat Bariven c.s. ter ondersteuning van hun betoog dat
Transporte Saetniet bindend zou zijn, alleen hebben kunnen verwijzen naar in opdracht van Bariven c.s. opgestelde opinies, maar niet naar onafhankelijke/openbare andere bronnen of uitspraken.
Transporte Saethet bestaan van groepsaansprakelijkheid is aanvaard, ook voor zover die niet voortvloeit uit specifieke wetgeving/regels (zoals die er zijn in bijvoorbeeld het arbeidsrecht, fiscale recht en financiële recht). Uit
Transporte Saetvolgt een algemene regel van groepsaansprakelijkheid, die geldt (op grond van die uitspraak) indien aan de criteria voor het bestaan van een groep wordt voldaan (zoals die zijn geformuleerd in die uitspraak, en zoals door de rechtbank in rechtsoverweging 4.25 omschreven).
Transporte Saet), zij geacht kunnen worden tot eenzelfde groep te behoren.
Transporte Saetontwikkelde leerstuk van toepassing kan zijn op allerlei rechtsverhoudingen:
Transporte Saetontwikkelde leerstuk van groepsaansprakelijkheid slechts beperkt wordt toepast, namelijk alleen indien het gaat om
matters of public order and general interest, en regels
which protect the legal weak and the general population. Volgens Bariven c.s. vindt
Transporte Saetdaarom alleen toepassing in zaken van openbare orde of waarin een maatschappelijk belang speelt. Zij verwijzen daarbij naar de opinie van [naam 12] c.s., die schrijven:
Transporte Saetover het algemeen in arbeidszaken – ter bescherming van de werknemer – wordt toegepast en overigens in belastingzaken of bankzaken, waar regels van openbare orde of een maatschappelijk belang aan de orde zijn.
Transporte Saet– reeds is toegelicht, is in
Transporte Saeteen algemene regel ontwikkeld die ook van toepassing is buiten zaken waarin regels van openbare orde van toepassing zijn of een maatschappelijk belang aan de orde is.
Piercing the corporate veil and PDVSA’ wijst [naam 11] (op pagina 4) erop dat in
Transporte Saetook geen ‘fraude’ is vastgesteld. Volgens [naam 11] vindt de in
Transporte Saetgeformuleerde regel van groepsaansprakelijkheid wel zijn oorsprong in het bestrijden van fraude en is ook de ratio van deze regel gelegen in het voorkomen van fraude.
political-administrative chamber’ van het Hoogste Gerechtshof van Venezuela van 23 maart 2023 (Bandes) ook uitdrukkelijk is overwogen dat in
Transporte Saetafscheid is genomen van het ‘fraude-vereiste’ zoals dat daarvoor als vereiste gold om de ‘
corporate veil’ te mogen lichten:
piercing the corparte veil’niet kan worden toegepast buiten gevallen van fraude of misbruik van rechtspersoonlijkheid. Deze opvatting valt evenwel niet te rijmen met de hiervoor aangehaalde jurisprudentie. De juistheid van deze opvatting wordt niet alleen door [naam 11] bestreden, maar ook in de opinies van [naam 9] en [naam 8] , die zijn overgelegd door IGS.
Transporte Saetontwikkelde leerstuk is te vergelijken met de (indirecte) doorbraak van aansprakelijk binnen een groep naar Nederlands recht. Deze buitenwettelijke aansprakelijkheid, van een moedermaatschappij voor de schulden van haar dochtermaatschappij, is gebaseerd op onrechtmatige daad. Volgens Bariven c.s. mist artikel 6:119a BW toepassing bij vorderingen op grond van onrechtmatige daad.
Transporte Saetontwikkelde leerstuk houdt in dat
indivisable obligationszijn aanvaard voor de vennootschappen die onderdeel uitmaken van een economische groep, met als gevolg dat de groepsvennootschappen aansprakelijk zijn voor elkaars schulden jegens derden. Dit brengt mee dat voor zover de wettelijke handelsrente voor de Purchase Orders jegens Bariven toewijsbaar is, deze ook jegens PDVSA toewijsbaar is. De wettelijke handelsrente zal als enerzijds voldoende onderbouwd en anderzijds niet (voldoende gemotiveerd) betwist worden toegewezen.
7.Beslissing
in incidenteel appel
openstaande facturen ten bedrage van USD 4.372.162, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot de datum van betaling;”
5.1. veroordeelt Bariven en PDVSA hoofdelijk tot betaling aan IGS van de openstaande facturen ten bedrage van USD 4.372.162, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van opeisbaarheid tot de datum van betaling;”
in principaal en incidenteel appel
- veroordeelt Bariven c.s. in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van IGS begroot op € 24.091,00 vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als Bariven c.s. deze niet binnen veertien dagen na betekening hebben voldaan;
- bepaalt dat als Bariven c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak hebben voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Bariven c.s. de kosten van die betekening moeten betalen, plus extra nakosten van € 92,00, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als Bariven c.s. deze niet binnen veertien dagen na betekening hebben voldaan;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het betreft de proceskosten-veroordelingen.