Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 2 juni 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het door de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023 gewezen vonnis (hierna ook: het vonnis);
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Wooncompas, met bijlagen;
- de nadere akte aan de zijde van [appellant];
- de antwoordakte van Wooncompas, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
De normale werktijden van de onderneming worden van maandag tot en met vrijdag vastgesteld tussen 07.00 uur en 19.00 uur. Op één dag van de week kan de normale werktijd van de onderneming liggen tussen 07.00 uur en 21.00 uur.”
Nevenwerkzaamheden zijn werkzaamheden die een werknemer in loondienst voor anderen of voor eigen rekening verricht. Voor alle nevenwerkzaamheden moet een werknemer altijd vooraf schriftelijke toestemming vragen aan zijn werkgever. De werkgever geeft hiervoor toestemming, tenzij sprake is van concurrentie, overbelasting, strijdige belangen of een kennelijk nadelige invloed op het functioneren van de werknemer. (...)”
Wij hebben geconstateerd dat u er naast uw voltijddienstverband met ons nog twee
5.3 (…) Het hof acht evident dat het naast elkaar verrichten van twee of meer (vrijwel) volledige functies gevolgen kan hebben voor (de inzetbaarheid van) de betrokken werknemer en de kwaliteit van het werk, zodat een werkgever er groot belang bij heeft dat een werknemer daar niet, en zeker niet zonder toestemming van de werkgever toe overgaat. Het behoeft geen nadere toelichting dat van [appellant] als goed werknemer en op grond van de toepasselijke cao verwacht had mogen worden dat hij zijn wens om in dienst te treden van dan wel werkzaamheden te verrichten voor Stichting Mooiland en Stichting Wooninvest spontaan, volledig en tijdig aan Wooncompas had gemeld en daarvoor toestemming had gevraagd conform artikel 2.5 van de cao. Of [appellant] zijn werkzaamheden als zelfstandige bij Stichting Wooninvest al dan niet persoonlijk heeft uitgevoerd, kan daarbij in het midden blijven (...) [appellant] had bovendien bij de bedrijfsarts van Wooncompas open kaart behoren te spelen over zijn andere arbeidsovereenkomst(en) en nevenactiviteiten teneinde de bedrijfsarts in staat te stellen om zich een juist beeld te vormen van zijn belastbaarheid ten behoeve van zijn re-integratieproces. Het hof stelt hierbij vast dat uit zijn eigen stellingen en door hem zelf overgelegde producties volgt dat [appellant] nog gedurende een maand na zijn ziekmelding bij Wooncompas op 4 oktober 2019 heeft doorgewerkt bij Stichting Mooiland. (...)
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vorderingen in principaal hoger beroep
6.De vorderingen in incidenteel hoger beroep
incidenteel appelheeft Wooncompas betoogd dat de kantonrechter ten onrechte de terugbetaling van het salaris niet heeft toegewezen vanaf 1 juni 2019, te weten de datum waarop [appellant] bij Mooiland in dienst trad. Zij heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter voor het overige, met veroordeling van [appellant] in de kosten.
7.Beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
Ontbinding ex artikel 7:686 BW
ernstigewanprestatie. Daarvan is naar het oordeel van het hof in dit geval sprake. Grief 3, waarmee wordt betoogd dat dit niet het geval is, faalt. Hierna wordt uitgelegd hoe het hof tot dit oordeel komt.
Hierbij de eerste versie. Laat even weten wat je ervan vindt. Definitieve versie lever ik je naar verwachting in de laatste week van juni, na mijn vakantie dus.” Deze e-mail roept vragen op, niet alleen naar de identiteit van ‘Y’, waarover [appellant] geen details geeft, maar ook naar de aard en omvang van de werkzaamheden die Y dan zou hebben verricht. De opdracht voor Wooninvest liep immers in de periode van 14 april 2020 tot 1 juni 2020, zodat kennelijk na deze eerste versie - waarvan precies is overigens onduidelijk - en vanaf de verzending van de e-mail op 6 mei 2020 deze Y in elk geval niet meer aan het project zal hebben gewerkt, laat staan gedurende 8 uur per week. Dit betekent dat [appellant] de stelling van Wooncompas dat [appellant] zelf werkzaamheden heeft verricht voor Wooninvest terwijl hij ziek was gemeld bij Wooncompas onvoldoende heeft weersproken. Het hof gaat daarom uit van de juistheid van deze stelling van Wooncompas. De principale grief 1 faalt.
Het behoeft geen nadere toelichting dat van [appellant] als goed werknemer en op grond van de toepasselijke cao verwacht had mogen worden dat hij zijn wens om in dienst te treden van dan wel werkzaamheden te verrichten voor Stichting Mooiland en Stichting Wooninvest spontaan, volledig en tijdig aan Wooncompas had gemeld en daarvoor toestemming had gevraagd conform artikel 2.5 van de cao. (...) [appellant] had bovendien bij de bedrijfsarts van Wooncompas open kaart behoren te spelen over zijn andere arbeidsovereenkomst(en) en nevenactiviteiten teneinde de bedrijfsarts in staat te stellen om zich een juist beeld te vormen van zijn belastbaarheid ten behoeve van zijn re-integratieproces.”
een terugvalwas in zijn belastbaarheid, terwijl hij nota bene op dat moment zijn fulltime werkzaamheden was gestart bij Wooninvest.
Ik zie in de agenda dat je deze week van je 36 uur er 24 thuis werkt. Ik vind het belangrijk dat er een goede balans is tussen thuis werken en op kantoor. Kunnen we het hier volgende week eens over hebben?” Dit bericht dateert echter van een datum voorafgaand aan de indiensttreding van [appellant] bij Mooiland en is reeds daarom niet ter zake doende. Ditzelfde geldt voor de afspraken die Wooncompas met [appellant] heeft gemaakt over het, volgens Wooncompas, ongebruikelijke werkrooster; deze afspraken dateren van bijna anderhalf jaar voordat [appellant] in dienst trad bij Mooiland.
U vraagt mij waarom ik niet aan Mooiland heb verteld wat de omvang van de arbeidsovereenkomst was met Wooncompas. (…) Ik dacht dat ik deze functies kon combineren. (…) Mijn uitgangspunt was juist om hard te werken. Het is wel juist dat ik dacht dat ik het werk in 20 uur kon doen, terwijl ik voor 36 uur een contract had. Mooiland heeft geaccepteerd dat ik wel 36 uur betaald zou krijgen als ik het in 20 uur kon doen. Het enige moment dat we het over die uren hebben gehad, was tijdens het intakegesprek. Het voorstel was 32 uur en we hebben het niet meer gehad over de uren bij Wooncompas.” De mondelinge behandeling vond gelijktijdig plaats met de mondelinge behandeling in de procedure tussen Mooiland en [appellant]. Tijdens de zitting werd – zo volgt ook uit het proces-verbaal – eerst de zaak van Mooiland besproken. Blijkens het kopje in het proces-verbaal (p. 2 bovenaan) ziet de onderhavige passage op die procedure en derhalve niet op de arbeidsrelatie met Wooncompas en is dan ook niet ter zake doende.
- Op 24 juni 2019 heeft [appellant] gemeld dat hij wegens een ICT-probleem niet kon inloggen. Vast staat dat hij diezelfde dag voor Mooiland in Pijnacker aan het werk was, getuige de door hem gedeclareerde kilometers. Zoals [appellant] terecht heeft aangevoerd is niet gebleken dat hij geen inlogproblemen had en rechtvaardigt de omstandigheid dat hij die dag voor Mooiland op en neer reed naar Pijnacker, niet de conclusie dat hij zijn werkzaamheden voor Wooncompas niet heeft verricht.
- Een e-mail van een huurder van Wooncompas van 16 augustus 2019 die aangeeft dat [appellant] niet reageert. [appellant] heeft daartegen ingebracht dat de eerdere e-mails waaraan de huurder refereert dateren uit de vakantieperiode van [appellant]. Uit het niet direct beantwoorden van twee e-mails blijkt niet dat [appellant] zijn werk niet goed verrichtte, laat staan dat zijn arbeidsprestatie geen enkele waarde had.
- Ditzelfde geldt voor de e-mail van [leidinggevende], de leidinggevende van [appellant], van vrijdag 6 september 2019 aan [appellant], waarin deze aangeeft dat hij die week zes meldingen had gekregen, waarvan er maar één op tijd was afgehandeld. [appellant] stelt hier naar het oordeel van het hof terecht tegenover dat de omstandigheid dat hij in één week de Iris-meldingen niet op tijd afhandelde niet laat zien dat dit gebeurde omdat hij bij Mooiland werkte.
- Bij e-mail van 19 december 2019, derhalve na de ziekmelding van [appellant], berichtte de vier leden van de Bewonerscommissie Drievliet aan [naam]: “(…)
- De e-mail van een van de Woonconsulenten aan [leidinggevende] van 24 september 2019: “