Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een brief van de zijde van de man (met bijlage) van 2 januari 2025, ingekomen op 6 januari 2025;
- een brief van de zijde van de man houdende wijziging van zijn verzoek (met bijlage) van 3 februari 2025, ingekomen op diezelfde datum;
- een brief van de zijde van de man (met bijlage) van 17 maart 2025, ingekomen op 18 maart 2025;
- een akte overlegging nadere producties van de zijde van de vrouw (met bijlagen) van 7 juli 2025, ingekomen op 9 juli 2025;
- een journaalbericht van de zijde van de man (met bijlage) van 14 juli 2025, ingekomen op diezelfde datum.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de man met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand € 985,- bruto per maand partneralimentatie aan de vrouw moet betalen;
- de verdeling van de huwelijksgemeenschap als volgt vastgesteld:
- de wijze van verdeling van de twee appartementen in Rusland gelast, met dien verstande dat deze binnen zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, moeten worden verkocht en geleverd aan een derde, waarbij partijen vervolgens ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de resterende overwaarde (de verkoopopbrengst minus de verkoopkosten);
- bepaald dat aan de man een vergoedingsrecht op de huwelijksgemeenschap toekomt van € 114.226,07 in verband met de door hem onder uitsluitingsclausule verkregen erfenis;
- de beschikking (met uitzondering van de echtscheiding) uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- bepaald dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
De werking van de beschikking van de Rechtbank Den Haag van 3 oktober 2024 te schorsen;
…) dat de vrouw uw gerechtshof eerbiedig als volgt verzoekt:
5.De motivering van de beslissing
Voor zover het verzoek van de man betrekking heeft op informatie over het inkomen en/of de verdiencapaciteit van de vrouw, heeft de man daarbij onvoldoende belang. Het ligt in deze procedure op de weg van de vrouw om, bij betwisting door de man, haar behoeftigheid te onderbouwen. Het is aan de vrouw welke stukken zij daartoe overlegt, maar bij onvoldoende onderbouwing loopt zij het risico dat haar verzoek tot vaststelling van alimentatie niet, of voor een lager bedrag, wordt toegewezen. Het belang van de man is hiermee naar het oordeel van het hof voldoende gewaarborgd.
Trading Deskop te starten in Dubai. De man heeft betwist dat hij daaruit inkomen heeft. Het hof kan op basis van de door de vrouw overgelegde stukken, mede gelet op de betwisting van de man, niet vaststellen dat de onderneming is opgestart. Het hof houdt daarom geen rekening met de door de vrouw gestelde inkomsten uit onderneming.
Anders dan de man, ziet het hof in het taxatierapport van [taxateur] dat de taxateur wel degelijk bij de taxatie rekening heeft gehouden met de staat van het dak en de aanstaande reparatiekosten. Zo wordt op pagina 17 van het taxatierapport geconstateerd dat het dak het einde van de levensduur heeft bereikt, dat inspectie zal uitwijzen dat vervangen noodzakelijk is en dat directe kosten voor het dak zijn geschat op € 29.000,- tot € 39.000,-. Omdat de reparatie nog moet worden uitgevoerd, terwijl de woning al aan de man is toegedeeld, ziet het hof geen reden om de reparatiekosten van de netto overwaarde af te trekken. Het hof is daarom van oordeel dat de netto overwaarde gelijk is aan: de getaxeerde waarde -/- de hypothecaire geldleningen -/- alle kosten ten behoeve van de overdracht.
de uitgesloten erfenis van de man ad € 114.226,07 + € 1.566”mag inhouden op hetgeen hij op grond van de verdeling van de banksaldi aan de vrouw moet betalen. Het hof wijst dit verzoek af, omdat het te onbepaald en onvoldoende gespecificeerd is.
6.De beslissing
- de levering van de woning aan de man tegen de getaxeerde waarde van € 590.000,- moet geschieden voor 1 januari 2026 en partijen ieder gerechtigd zijn tot de helft van de netto overwaarde en de netto overwaarde is gelijk aan: getaxeerde waarde van € 590.000,- -/- de hypothecaire geldleningen -/- alle kosten ten behoeve van de overdracht aan de man;
- indien het transport aan de man niet voor 1 januari 2026 van deze beschikking heeft plaatsgevonden, de woning aan een derde zal moeten worden verkocht, conform het spoorboekje zoals door de rechtbank in de bestreden beschikking vastgesteld;