ECLI:NL:GHDHA:2025:2305
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- M.L.C.C. Lückers
- I. Reijngoud
- H.J.M. Smid-Verhage
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Huurrecht echtelijke woning en partneralimentatie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie en het huurrecht van de echtelijke woning na de echtscheiding van partijen. De man, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank die de vrouw het huurrecht van de echtelijke woning had toegewezen en een voorlopige partneralimentatie van € 931,- per maand had vastgesteld. Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht het huurrecht aan de vrouw heeft toegewezen, gezien de belangen van beide partijen en de omstandigheden waaronder zij zich bevinden. De man heeft aangevoerd dat hij de woning nodig heeft voor zijn werk en dat de vrouw geen moeite heeft gedaan om een andere woning te vinden. Het hof heeft echter de belangenafweging van de rechtbank onderschreven en de beslissing bekrachtigd.
Wat betreft de partneralimentatie heeft het hof de draagkracht van de man vastgesteld op € 146,- per maand, aanzienlijk lager dan het bedrag dat eerder was vastgesteld. De vrouw had een behoefte aan alimentatie van € 2.758,- per maand, maar gezien de draagkracht van de man is de alimentatie verlaagd. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw niet verplicht kan worden tot terugbetaling van teveel ontvangen alimentatie, gezien haar financiële situatie. De beslissing van het hof houdt in dat de man met ingang van de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand een partneralimentatie van € 146,- per maand zal betalen, en dat de eerdere beschikking van de rechtbank voor het overige is bekrachtigd.