ECLI:NL:GHDHA:2025:2328
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.N. Labohm
- E.B.J. van Elden
- M.A.J. Burgers - Thomassen
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Nederlandse rechter in adoptieprocedure van Keniaans kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van een adoptieverzoek van een in Kenia wonende man, verzoeker, die een in Kenia geboren kind wil adopteren. De moeder van het kind en het kind zelf hebben de zitting niet bijgewoond, hoewel zij daartoe waren opgeroepen. Verzoeker heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Den Haag van 17 januari 2025 aangevochten, waarin zijn verzoek tot adoptie was afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de zaak een internationaal karakter heeft, aangezien zowel het kind als de moeder de Keniaanse nationaliteit hebben en het kind in Kenia woont. Verzoeker, die de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft aangevoerd dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van artikel 3 en artikel 9 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft echter geoordeeld dat de zaak onvoldoende met de rechtssfeer van Nederland is verbonden, en dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat een procedure in Kenia onmogelijk is. Het hof heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van de verzoeken van verzoeker kennis te nemen en de bestreden beschikking vernietigd.