Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 7 april 2025 met bijlagen, ingekomen op 8 april 2025;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 13 augustus 2025 met bijlagen, ingekomen op 13 augustus 2025;
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 29 augustus 2025 met bijlagen, ingekomen op 29 augustus 2025.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
3.De feiten
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de vrouw, als zij ten tijde van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand de echtelijke woning aan [adres] te [woonplaats] (hierna te noemen: de echtelijke woning) bewoont, jegens de man bevoegd is de bewoning van de echtelijke woning voort te zetten gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking;
- een kinderalimentatie ten laste van de man bepaald van € 282,- per maand, met ingang van 15 maart 2023;
- een bijdrage in de kosten van studie en levensonderhoud ten laste van de man bepaald van € 620,- per maand, met ingang van 15 maart 2023;
- een partneralimentatie ten laste van de man bepaald van € 429,- per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
Partijen maken ter beëindiging van de procedure de volgende afspraken:
4.De omvang van het geschil
- de wijze van verdeling van de eenvoudige gemeenschappen gelast zoals weergegeven onder de rechtsoverwegingen 2.2.11 tot en met 2.2.27;
- de man veroordeeld aan de vrouw in het kader van de verrekening een bedrag te voldoen van € 162.253,70, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) met ingang van 4 juni 2021;
- de man veroordeeld aan de vrouw in het kader van de regresrechten te voldoen:
- de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de proceskosten gecompenseerd;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
(Er is geen verzoek onder f geformuleerd.)
€ 14.760,-, althans een door uw rechtbank vast te stellen bedrag ter zake van de ontvangen dividenden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de peildatum althans vanaf de datum dat de man de dividenden heeft ontvangen;
(Er is geen verzoek onder i geformuleerd.)
(Er is geen verzoek onder j geformuleerd.)
- wat de octrooien inhouden, in het bijzonder n.a.v. de informatie die door [bedrijf 3] op de website wordt gedeeld;
- wat hij in de twee dagen per week in de afgelopen jaren dat hij daaraan gewerkt heeft gedaan;
- wat gedaan is aan promotie;
- wat de verwachtingen zijn van degene met wie hij samenwerkt;
- of er sprake is van investeerders;
- wat de reden is dat het product dat met het octrooi ontwikkeld is, is gepresenteerd in Duitsland en nog steeds op de site van zijn opdrachtgever staat;