Op 26 november 2025 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek tegen mr. P. Glazener, in het kader van civiele procedures waarin de Republiek India vorderingen tot vernietiging en herroeping heeft ingesteld tegen CC/Devas (Mauritius) Limited en aanverwante vennootschappen. De wrakingsgrond was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van mr. Glazener, die lid is van het wrakingscomité van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) en eerder betrokken was bij een procedure tussen de Republiek India en Devas c.s. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.N.J. Putter, stelde dat mr. Glazener onvoldoende onafhankelijk en onpartijdig zou zijn, onder andere vanwege zijn relatie met mr. G.J. Meijer, die als advocaat van Devas c.s. optreedt. Het hof heeft de wrakingsgronden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was. Het hof oordeelde dat de benoeming van mr. Glazener tot lid van het wrakingscomité en zijn plaatsing op de arbiterlijst van het NAI niet door mr. Meijer zijn beïnvloed, en dat er geen hiërarchische relatie bestond die de onafhankelijkheid van mr. Glazener in gevaar zou kunnen brengen. Het verzoek tot wraking is dan ook afgewezen.