Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummers rechtbank: C/09/682142 / KG ZA 25-233 en C09/682130 / KG ZA 25-231
1.de Politie,
1.de Politie,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 1 augustus 2025, met grieven, waarmee FMMU in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kortgedingrechter in de rechtbank Den Haag van 4 juli 2025;
- de akte houdende overlegging producties van FMMU, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van de Politie, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Defensie;
- de memorie van antwoord van RMD;
- de dagvaarding van 1 augustus 2025, met grieven, waarmee FARR in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kortgedingrechter in de rechtbank Den Haag van 4 juli 2025;
- de akte houdende overlegging producties van FARR, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van de Politie, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Defensie;
- de memorie van antwoord van RMD.
3.Feitelijke achtergrond
Te bereiken doel Opdrachtgever(…) Zowel de ingeslotenen als de medewerkers van de afdeling Arrestantentaken moeten volledig kunnen vertrouwen op het tijdig en correct handelen door de medische dienstverlener.
schaarsteop de arbeidsmarkt van medische professionals en onvoorspelbaarheid van de zorgbehoefte van de kant van de Opdrachtgever. De manier waarop de inschrijvers voornemens zijn de dienstverlening te organiseren en hun mensen en middelen hiervoor in te zetten, levert onderscheidend vermogen op ten aanzien van dit gunningscriterium en daarmee ook ten aanzien van het te bereiken doel.
acutebehoefte is aan een arts. (…).”
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Spoedeisend belang
nietheeft willen stellen. Zo is in Nota van Inlichtingen door de Politie telkens benadrukt dat zij buiten de door de zorgaanbieders met de zorgverzekeraars te maken afspraken staat (272:
“Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor de eigen afspraken met de zorgverzekeraars, zoals gebruikelijk (…) De Politie is echter geen partij in de afspraken die Opdrachtnemer met de zorgverzekeraars maakt”; (289)
“Wat de aanbieder in de toekomst afspreekt met de zorgverzekeraars zelf, is buiten onze invloedssfeer”). Voorshands valt ook niet in te zien welk belang de Politie erbij zou hebben dat een zorgaanbieder bij de zorgverzekeraar voor verzekerde ingeslotenen niet méér zou mogen declareren dan deze bij de Politie voor onverzekerde ingeslotenen in rekening brengt. Voor zover dat laatste de zorgaanbieder in staat zou stellen de Politie lagere prijzen aan te bieden, lijkt het belang van de Politie daarmee veeleer gediend. Bij dit alles komt dat de aanbestedingsstukken ook niet voorzien in een mechanisme op grond waarvan de Politie zou kunnen controleren of de zorgaanbieder zich aan de door FMMU en FARR gestelde verplichting zou houden.
€ 2.428,-(2 punten x tarief II)