Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
3.De feiten
- [de zoon] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: de zoon);
- [de dochter] , geboren op [geboortedatum] 2024 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: de dochter),
4.De omvang van het geschil
- bepaald dat de vader aan de moeder over de periode van 9 april 2024 tot en met 31 december 2024 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen zal voldoen € 203,- per maand per kind;
- bepaald dat de vader aan de moeder vanaf 1 januari 2025 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen, steeds bij vooruitbetaling, zal voldoen € 50,- per maand per kind;
- verstaan dat het bedrag van € 50,- per maand voor het eerst volgens de wettelijke indexering wordt verhoogd per 1 januari 2026;
- deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt en het meer of anders verzochte afgewezen.
- het verzoek van de moeder zoals geformuleerd in punt I, inhoudend een zorgregeling te bepalen op de woensdag van 09.00 uur tot 18.00 uur, af te wijzen;
- het verzoek van de moeder zoals geformuleerd in punt II, een kinderalimentatie van € 300,- per kind per maand te betalen door de vader per 9 april 2024 af te wijzen;
- het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen;
- er geen doordeweekse omgang op de woensdag zal plaatsvinden;
- de twee wekelijkse weekend omgang wordt uitgebreid in die zin dat deze op vrijdagmiddag aanvangt waarbij de vader de minderjarigen ophaalt van school en opvang en op maandagochtend weer terugbrengt naar school en opvang;
- indien het hof het verzoek van de vader ter zake de wisselmomenten op vrijdag tot en met maandag op school of de opvang niet toewijst of de moeder geen kinderopvang heeft geregeld of weigert hierin mee te werken, te bepalen dat de overdrachten op een neutrale locatie plaatsvinden, desnoods onder begeleiding of toezicht, zodat verdere escalaties worden voorkomen;
- een informatieverplichting ex artikel 1:377b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aan de moeder op te leggen inhoudend dat de moeder de vader dient te informeren over zaken die de minderjarigen aangaan;
- de onderhoudsbijdrage welke de vader aan de moeder dient te voldoen per datum indienen appelschrift op € 25,- per kind per maand wordt gesteld totdat de vader zijn schulden heeft afgelost waarna de vader met de moeder in onderhandeling zal treden over een aanpassing van de kinderalimentatie en de zorgregeling;
- indien het hof het hier bovenstaande ten aanzien van de ingangsdatum niet toewijst, de lagere onderhoudsbijdrage van de vader ten bedrage van € 25,- per kind per maand, per datum wijzen van de beschikking van het hof in laat gaan;
- indien het hof het verzoek van de vader ter zake van de door hem verzochte onderhoudsbijdrage niet toewijst, de door de vader aan de moeder te betalen onderhoudsbijdrage op niet meer dan € 50,- per kind per maand te laten;
- indien het hof een hoger bedrag door de vader te betalen kinderalimentatie aan de vader oplegt dan het huidige bedrag dat de vader betaalt, deze niet eerder dan per datum wijzen van de beschikking van het hof op te leggen om hogere schulden voor de vader te voorkomen;
5.De motivering van de beslissing
- periode van 9 april 2024 tot 31 december 2024;
- periode van 1 januari 2025 tot 1 oktober 2025;
- periode vanaf 1 oktober 2025.
6.De beslissing
A.J.I. Mullenders, bijgestaan door mr. M.J. Warning als griffier, en is op 26 november 2025 door mr. A.A.F. Donders uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.