Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
is ook van toepassing als de omvang van de door Afnemers afgenomen iWKS hardware 10% minder is dan de omvang genoemd in art. 2.1 van deze Overeenkomst.”
Levering van iWKS hardware voor de regio’s RWS MN (Midden-Nederland) en RWS ZN (Zuid-Nederland). Deze regio’s omvatten de provincies Utrecht, Flevoland, Noord-Brabant en Limburg (Perceel 3).
De te leveren iWKS hardware betreft de landelijke vervanging van wegkantstations en eventueel nieuw te plaatsen wegkantstations. Per perceel is de omvang van de leveringen circa 1000 iWKS behuizingen met inrichting en hardware componenten.
is ook van toepassing als de omvang van de door Afnemers afgenomen iWKS hardware 10% minder is dan de omvang genoemd in art. 2.1 van deze Overeenkomst.”
4.Procedure bij de rechtbank
Vordering Vialis
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
“naar verwachting circa 1.000 stuks”zal bedragen en dat het feitelijk aantal te leveren iWKS kasten
“afhangt van bestellingen door aannemers die aanleg en onderhoud werkzaamheden uitvoeren voor RWS”(zie 3.4). Dat wel duidelijk was dat de Staat zich niet wilde vastleggen op een totaal aantal af te nemen iWKS kasten (in de zin van een afnamegarantie), blijkt met name uit vraag 179 in de Nota van Inlichtingen en het daarop gegeven antwoord, waarin staat dat als blijkt dat de omvang van de afgenomen iWKS kasten uiteindelijk 10% minder is dan (circa) 1.000, er dan afgerekend zal worden op de wijze als opgenomen in artikel 30.8 van de ARBIT-18. In de overeenkomst is dus ingebouwd dat zich het scenario kan voordoen dat er minder dan 900 kasten worden afgenomen, en is geregeld dat in dat geval de inschrijvers worden gecompenseerd volgens artikel 30.8 van de ARBIT-18. Daarnaast valt in de contractstukken niet te lezen dat de Staat verplicht is om de iWKS kasten die hij wil afnemen, in een (min of meer) gelijkmatige spreiding over de looptijd van de overeenkomst af te nemen. In het Selectiedocument staat dat RWS de iWKS kasten wil kunnen afnemen
“in tranches van nader te bepalen hoeveelheid”en ook dat de tijdsplanning
“afhangt van bestellingen van aannemers die aanleg en onderhoud werkzaamheden uitvoeren voor RWS”.
“voortschrijdend voor de start van elk kwartaal een overzicht te geven van de voorgenomen bestellingen voor de komende 4 kwartalen”(zie hiervoor onder 3.6). De Staat heeft ook erkend dat hij daartoe verplicht is. Hoewel niet kan worden geëist dat deze planningen van de voorgenomen bestellingen bindend zijn, in die zin dat daarin in de loop van de tijd geen enkele wijziging meer kan worden aangebracht, dient de Staat, als redelijk en zorgvuldig handelend opdrachtgever, er wel voor te zorgen dat de planningen die zij ieder kwartaal verstrekt zo zorgvuldig mogelijk worden samengesteld, zodat deze Vialis houvast kunnen bieden bij het plannen van haar productieproces. Daarvoor zijn die kwartaalplanningen immers bedoeld. Het hof gaat ervan uit dat de Staat hieraan zal voldoen en daarmee laat blijken dat zij oog heeft voor het belang van Vialis bij planningen waar zij op kan varen.
“Indien er meer dan 80 kasten opgeslagen moeten worden, zal Vialis een externe ruimte hiervoor moeten huren, welke via een open boek (inclusief gebruikelijke toeslagen) belast wordt aan RWS. Indien RWS en Vialis t.z.t. van deze afspraak af willen wijken, zal dit vastgelegd worden in een VTW. (…) Indien RWS af wil zien van externe opslag door Vialis, zal RWS zelf de opslag regelen.”.
.