3.1De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Daartegen is niet gegriefd. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
a. Lacobo exploiteert café Lalalaa (verder: Lalalaa). Lalalaa is een bruin café, gericht op jongeren/studenten, dat is gevestigd in een gehuurd pand aan de Ridderstraat 10 in Den Bosch.
Lacobo heeft met ingang van 1 mei 2011 bij gevolmachtigde Claeren & Co een Claeren Horeca Pakket-verzekering gesloten (hierna: de verzekering). Risicodragende verzekeraars zijn NN c.s.; Nationale Nederlanden draagt (na overnames) een aandeel van 70%, de Goudse een aandeel van 30%. Op de verzekering zijn de algemene en bijzondere voorwaarden Claeren Horeca Pakket van toepassing. De verzekering dekt het risico van schade (aan de inventaris en bedrijfsschade) als gevolg van brand. Op de polis zijn de volgende clausules van toepassing:
“1 Garanties
De verzekering is aangegaan onder voorwaarde dat verzekeringnemer zich heeft verplicht onderstaande voorzieningen te treffen en in stand te houden, en de preventievoorschriften na te leven. (…)
Indien bij schade (…) blijkt dat verzekerde niet aan alle verplichtingen heeft voldaan, biedt de verzekering geen dekking, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze
verplichtingen.
(…)
5 Elektrische Installatie
De elektrische installatie, apparaten en toestellen moeten voldoen aan de veiligheidsnorm voor laagspanningsinstallaties NEN 1010.
Verzekerde moet de installatie, apparaten en toestellen tenminste 1 keer per 5 jaar door een erkend elektrotechnisch bureau volgens de bepalingen in NEN 3140 laten controleren of deze voldoet aan de norm NEN 1010. Als aan de hand van een risico-inventarisatie een hogere inspectiefrequentie wordt verlangd, geldt deze verplichting voor de bij risico-inventarisatie vastgestelde
inspectietermijn.”
In april 2016 is in opdracht van Claeren & Co een risico-inventarisatie uitgevoerd door HDS-Inspecties. In het naar aanleiding daarvan uitgebrachte rapport (hierna ook het HDS-rapport) werd het brandrisico van Lalalaa als verhoogd aangemerkt vanwege gebreken in de elektrische installatie. In het rapport is onder “preventiemaatregelen” onder meer het volgende vermeld:
“Verlengsnoeren : Verlengsnoeren zijn bedoeld voor tijdelijk en kortstondig gebruik. Voorkom permanent gebruik van verlengsnoeren door extra wandcontactdozen te laten installeren.
Keuring elektrische installatie : De elektrische installatie moet voldoen aan de geldende installatievoorschriften, waaronder NEN 1010 en NEN 3140.
Laat de installatie daarom keuren door een bedrijf dat is aangesloten bij Ikeur of Uneto-VNI. Zorg ervoor dat bij de keuring in elk geval de volgende punten worden uitgevoerd:
- controle op aanwezigheid en actualiteit van de tekeningen;
- visuele controle van de installatie en de daarop aangesloten apparatuur;
- meten en testen van isolatieweerstanden, impedantie en
aardlekschakelaars;
- uitvoeren van thermografische metingen, in elk geval op de verdeelinrichtingen.
De keurende instantie kan dit nog verder aanvullen of uitbreiden om de (brand)veiligheid te verhogen.”
Naar aanleiding van de inspectie door HDS is clausule 990 (‘Maatregelen n.a.v. inspectie’) op het clausuleblad geplaatst. Deze clausule luidt als volgt:
“N.a.v. de inspectie dienen er de volgende maatregelen genomen te worden:
Verlengsnoeren zijn bedoeld voor tijdelijk en kortstondig gebruik. Voorkom permanent gebruik van verlengsnoeren door extra wandcontactdozen te laten installeren.
Deze maatregel geldt voor (…) risico-adres(…) Ridderstraat 10 (…)”
Onder deze clausule staat het volgende:
“Indien bij schade blijkt dat de verzekerde niet aan deze maatregelen heeft voldaan, biedt de verzekering geen dekking, tenzij de verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen.
Deze maatregelen dienen uitgevoerd te zijn voor 01-10-2016”
Lacobo beschikt over een aan Lalalaa gericht “keuringsrapport elektrische laagspanningsinstallatie” van 6 juni 2016 (hierna: het rapport van [betrokkene 2]), namens [betrokkene 2] Electro getekend door Wilbert [betrokkene 2] (hierna [betrokkene 2]). [betrokkene 2] was als installateur aangesloten bij Uneto-VNI. Het rapport van [betrokkene 2] bestaat uit één A4 waarop bij “toegepaste normen” staat vermeld “NEN1010, laatste uitgave”. Bij “anders/overige normen” staat “NEN3140”. Bij “omschrijving van de controle c.q. meting” staan negen punten vermeld met acht keer als resultaat “OK” en één keer “n.v.t.” Afgesloten wordt met de mededeling dat [betrokkene 2] Electro de installatie, met uitzondering van het onder 10 en 11 genoemde (hof: bij welke punten geen opmerkingen staan vermeld), overeenkomstig de geldende installatievoorschriften heeft aangelegd, gecontroleerd en opgeleverd.
Op 12 juli 2017 is Lalalaa door brand verwoest. Lacobo heeft NN c.s. verzocht de schade onder de verzekering te vergoeden.
NN c.s. heeft CED Forensic (verder: CED) verzocht een toedrachtonderzoek te verrichten. De resultaten van dit onderzoek zijn in eerste instantie vastgelegd in een concept-rapportage van 1 september 2017. De hierin opgenomen conclusie luidt dat de brand waarschijnlijk is ontstaan ten gevolge van een gebrek in de elektrische installatie en zeer waarschijnlijk in de led-strip-verlichtingsinstallatie.
Bij e-mail van 1 september 2017 heeft NN c.s. dekking geweigerd. NN c.s. schreef daarin onder meer:
“onderzoeksrapport
Onlangs ben ik in het bezit gekomen van het (concept) technisch onderzoeksrapport van CED Forensic (zie bijlage).
Uit dit rapport blijkt dat de oorzaak waarschijnlijk moet worden gezocht in een gebrek in de elektrische installatie en dan zeer waarschijnlijk in de led-strip-verlichtingsinstallatie (…)
clausule
Deze bevinding maakt het belang van een goede naleving van clausule 5 Elektrische Installatie van belang. Op pagina 17 van zijn (Concept)rapport gaat de onderzoeker in op die clausule en of hieraan is voldaan.
Van essentiële onderdelen van zijn bevindingen heb ik hieronder eveneens screenshots weergegeven.
Via expert Van der Neut ontvingen wij een keuringsrapport van [betrokkene 2] Elektro d.d. 6-6-2016. In dit rapport staat vermeld dat de installatie voldoet aan de geldende installatievoorschriften. Het rapport geeft echter geen informatie betrekkende keuring van arbeidsmiddelen (apparaten en toestellen). In die zin is daardoor niet voldaan aan de polis clausule Elektrische installatie.
De eisen aan de verlichtingsinstallatie (waarin de brand vermoedelijk is ontstaan) maken deel uit van de NEN 1010 en de verlichtingsinstallatie zou daarom gekeurd dienen te zijn door [betrokkene 2] Elektro. Wij kunnen op basis van het summiere rapport niet verifiëren of de keuring conform de vereiste bepalingen (zoals opgenomen in de NEN 3140) heeft plaatsgevonden. Gezien de door ons geconstateerde afwijkingen van de NEN 1010 bepalingen vragen wij ons af of deze keuring wel heeft plaatsgevonden of op de juiste wijze is uitgevoerd. Het rapport van [betrokkene 2] voldoet verder niet aan de vereiste bepalingen van de NEN 3140.
Zo zijn er onder andere geen installatietekeningen, is niet vastgelegd welke meetinstrumenten zijn gebruikt, is niet eenduidig aangegeven op welk deel van de installatie de keuring betrekking heeft gehad, is de isolatieweerstand niet gemeten/vastgelegd, is de deugdelijkheid van de verbindingen niet gemeten/vastgelegd door middel van een doorstroommeting. Ook is er (…) geen risico-inventarisatie gemaakt met betrekking de inspectiefrequentie zoals de polis clausule vereist.
garantie
Op grond van de bevindingen van de onderzoeker komen wij tot de conclusie dat niet is voldaan aan de in clausule 5 gestelde garantie.
Nu de oorzaak van de brand verband houdt met de elektrische installatie moeten wij daar helaas de conclusie aan verbinden dat de verzekering op basis van clausule 1 Garanties geen dekking biedt voor de geclaimde schade. De clausule biedt verzekerde echter wel de mogelijkheid om te bewijzen dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen. Daartoe nodigen wij verzekerde dan ook nadrukkelijk uit.”