ECLI:NL:GHDHA:2025:614

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
200.328.801/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake schadevergoeding na brand in café en geschil over garantieclausules in verzekeringspolis

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Lacobo B.V. tegen Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. en Goudse Schadeverzekeringen N.V. naar aanleiding van een brand in het café Lalalaa op 12 juli 2017. Lacobo had een verzekering afgesloten bij NN c.s. die de schadevergoeding weigerde op basis van garantieclausules in de polis. De rechtbank had de vordering van Lacobo afgewezen, waarna Lacobo in hoger beroep ging. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat Lacobo niet had voldaan aan de garantieclausules, met name met betrekking tot de elektrische installatie die niet voldeed aan de veiligheidsnormen NEN 1010 en NEN 3140. Het hof concludeerde dat Lacobo niet had bewezen dat de schade niet was ontstaan door het niet naleven van deze verplichtingen. De proceskosten werden aan Lacobo opgelegd, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.328.801/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/624569 / HA ZA 22-123
Arrest van 6 mei 2025
in de zaak van
Lalalaa B.V.,
als rechtsopvolger van
Lacobo V.O.F.,
gevestigd in Den Bosch,
appellante,
advocaat: mr. A. Koert, kantoorhoudend in Rotterdam,
tegen

1.Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.,

gevestigd in Den Haag,
2.
Goudse Schadeverzekeringen N.V.,
gevestigd in Gouda,
geïntimeerden,
advocaat: mr. P.C. Knijp, kantoorhoudend in Rotterdam.
Het hof noemt partijen hierna Lacobo en NN c.s..

1.De zaak in het kort

1.1
Lacobo exploiteerde onder meer Café Lalalaa in Den Bosch. In het café is op 12 juli 2017 brand uitgebroken. Lacobo was verzekerd bij NN c.s., die heeft geweigerd de schade te vergoeden met een beroep op garantieclausules in de polis: de elektrische installatie voldeed niet aan de veiligheidsnorm en/of werd niet volgens de toepasselijke norm gecontroleerd en onderhouden (NEN 1010 en NEN 3140). Lacobo is hierna een procedure begonnen. De rechtbank heeft de vordering van Lacobo afgewezen.
1.2
Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 14 juni 2023, waarmee Lacobo in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 22 maart 2023;
  • het arrest van dit hof van 15 augustus 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
  • de akte wijziging procespartij van Lacobo, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 27 oktober 2023, en de daarin genoemde door Lacobo ingediende akte en door NN c.s. ingediende stukken;
  • de memorie van grieven van Lacobo, met bijlagen;
  • de memorie van antwoord van NN, met bijlage.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Daartegen is niet gegriefd. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
a. Lacobo exploiteert café Lalalaa (verder: Lalalaa). Lalalaa is een bruin café, gericht op jongeren/studenten, dat is gevestigd in een gehuurd pand aan de Ridderstraat 10 in Den Bosch.
Lacobo heeft met ingang van 1 mei 2011 bij gevolmachtigde Claeren & Co een Claeren Horeca Pakket-verzekering gesloten (hierna: de verzekering). Risicodragende verzekeraars zijn NN c.s.; Nationale Nederlanden draagt (na overnames) een aandeel van 70%, de Goudse een aandeel van 30%. Op de verzekering zijn de algemene en bijzondere voorwaarden Claeren Horeca Pakket van toepassing. De verzekering dekt het risico van schade (aan de inventaris en bedrijfsschade) als gevolg van brand. Op de polis zijn de volgende clausules van toepassing:
“1 Garanties
De verzekering is aangegaan onder voorwaarde dat verzekeringnemer zich heeft verplicht onderstaande voorzieningen te treffen en in stand te houden, en de preventievoorschriften na te leven. (…)
Indien bij schade (…) blijkt dat verzekerde niet aan alle verplichtingen heeft voldaan, biedt de verzekering geen dekking, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze
verplichtingen.
(…)
5 Elektrische Installatie
De elektrische installatie, apparaten en toestellen moeten voldoen aan de veiligheidsnorm voor laagspanningsinstallaties NEN 1010.
Verzekerde moet de installatie, apparaten en toestellen tenminste 1 keer per 5 jaar door een erkend elektrotechnisch bureau volgens de bepalingen in NEN 3140 laten controleren of deze voldoet aan de norm NEN 1010. Als aan de hand van een risico-inventarisatie een hogere inspectiefrequentie wordt verlangd, geldt deze verplichting voor de bij risico-inventarisatie vastgestelde
inspectietermijn.”
In april 2016 is in opdracht van Claeren & Co een risico-inventarisatie uitgevoerd door HDS-Inspecties. In het naar aanleiding daarvan uitgebrachte rapport (hierna ook het HDS-rapport) werd het brandrisico van Lalalaa als verhoogd aangemerkt vanwege gebreken in de elektrische installatie. In het rapport is onder “preventiemaatregelen” onder meer het volgende vermeld:
“Verlengsnoeren : Verlengsnoeren zijn bedoeld voor tijdelijk en kortstondig gebruik. Voorkom permanent gebruik van verlengsnoeren door extra wandcontactdozen te laten installeren.
Keuring elektrische installatie : De elektrische installatie moet voldoen aan de geldende installatievoorschriften, waaronder NEN 1010 en NEN 3140.
Laat de installatie daarom keuren door een bedrijf dat is aangesloten bij Ikeur of Uneto-VNI. Zorg ervoor dat bij de keuring in elk geval de volgende punten worden uitgevoerd:
- controle op aanwezigheid en actualiteit van de tekeningen;
- visuele controle van de installatie en de daarop aangesloten apparatuur;
- meten en testen van isolatieweerstanden, impedantie en
aardlekschakelaars;
- uitvoeren van thermografische metingen, in elk geval op de verdeelinrichtingen.
De keurende instantie kan dit nog verder aanvullen of uitbreiden om de (brand)veiligheid te verhogen.”
Naar aanleiding van de inspectie door HDS is clausule 990 (‘Maatregelen n.a.v. inspectie’) op het clausuleblad geplaatst. Deze clausule luidt als volgt:
“N.a.v. de inspectie dienen er de volgende maatregelen genomen te worden:
Verlengsnoeren zijn bedoeld voor tijdelijk en kortstondig gebruik. Voorkom permanent gebruik van verlengsnoeren door extra wandcontactdozen te laten installeren.
Deze maatregel geldt voor (…) risico-adres(…) Ridderstraat 10 (…)”
Onder deze clausule staat het volgende:
“Indien bij schade blijkt dat de verzekerde niet aan deze maatregelen heeft voldaan, biedt de verzekering geen dekking, tenzij de verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen.
Deze maatregelen dienen uitgevoerd te zijn voor 01-10-2016”
Lacobo beschikt over een aan Lalalaa gericht “keuringsrapport elektrische laagspanningsinstallatie” van 6 juni 2016 (hierna: het rapport van [betrokkene 2]), namens [betrokkene 2] Electro getekend door Wilbert [betrokkene 2] (hierna [betrokkene 2]). [betrokkene 2] was als installateur aangesloten bij Uneto-VNI. Het rapport van [betrokkene 2] bestaat uit één A4 waarop bij “toegepaste normen” staat vermeld “NEN1010, laatste uitgave”. Bij “anders/overige normen” staat “NEN3140”. Bij “omschrijving van de controle c.q. meting” staan negen punten vermeld met acht keer als resultaat “OK” en één keer “n.v.t.” Afgesloten wordt met de mededeling dat [betrokkene 2] Electro de installatie, met uitzondering van het onder 10 en 11 genoemde (hof: bij welke punten geen opmerkingen staan vermeld), overeenkomstig de geldende installatievoorschriften heeft aangelegd, gecontroleerd en opgeleverd.
Op 12 juli 2017 is Lalalaa door brand verwoest. Lacobo heeft NN c.s. verzocht de schade onder de verzekering te vergoeden.
NN c.s. heeft CED Forensic (verder: CED) verzocht een toedrachtonderzoek te verrichten. De resultaten van dit onderzoek zijn in eerste instantie vastgelegd in een concept-rapportage van 1 september 2017. De hierin opgenomen conclusie luidt dat de brand waarschijnlijk is ontstaan ten gevolge van een gebrek in de elektrische installatie en zeer waarschijnlijk in de led-strip-verlichtingsinstallatie.
Bij e-mail van 1 september 2017 heeft NN c.s. dekking geweigerd. NN c.s. schreef daarin onder meer:
“onderzoeksrapport
Onlangs ben ik in het bezit gekomen van het (concept) technisch onderzoeksrapport van CED Forensic (zie bijlage).
Uit dit rapport blijkt dat de oorzaak waarschijnlijk moet worden gezocht in een gebrek in de elektrische installatie en dan zeer waarschijnlijk in de led-strip-verlichtingsinstallatie (…)
clausule
Deze bevinding maakt het belang van een goede naleving van clausule 5 Elektrische Installatie van belang. Op pagina 17 van zijn (Concept)rapport gaat de onderzoeker in op die clausule en of hieraan is voldaan.
Van essentiële onderdelen van zijn bevindingen heb ik hieronder eveneens screenshots weergegeven.
Via expert Van der Neut ontvingen wij een keuringsrapport van [betrokkene 2] Elektro d.d. 6-6-2016. In dit rapport staat vermeld dat de installatie voldoet aan de geldende installatievoorschriften. Het rapport geeft echter geen informatie betrekkende keuring van arbeidsmiddelen (apparaten en toestellen). In die zin is daardoor niet voldaan aan de polis clausule Elektrische installatie.
De eisen aan de verlichtingsinstallatie (waarin de brand vermoedelijk is ontstaan) maken deel uit van de NEN 1010 en de verlichtingsinstallatie zou daarom gekeurd dienen te zijn door [betrokkene 2] Elektro. Wij kunnen op basis van het summiere rapport niet verifiëren of de keuring conform de vereiste bepalingen (zoals opgenomen in de NEN 3140) heeft plaatsgevonden. Gezien de door ons geconstateerde afwijkingen van de NEN 1010 bepalingen vragen wij ons af of deze keuring wel heeft plaatsgevonden of op de juiste wijze is uitgevoerd. Het rapport van [betrokkene 2] voldoet verder niet aan de vereiste bepalingen van de NEN 3140.
Zo zijn er onder andere geen installatietekeningen, is niet vastgelegd welke meetinstrumenten zijn gebruikt, is niet eenduidig aangegeven op welk deel van de installatie de keuring betrekking heeft gehad, is de isolatieweerstand niet gemeten/vastgelegd, is de deugdelijkheid van de verbindingen niet gemeten/vastgelegd door middel van een doorstroommeting. Ook is er (…) geen risico-inventarisatie gemaakt met betrekking de inspectiefrequentie zoals de polis clausule vereist.
garantie
Op grond van de bevindingen van de onderzoeker komen wij tot de conclusie dat niet is voldaan aan de in clausule 5 gestelde garantie.
Nu de oorzaak van de brand verband houdt met de elektrische installatie moeten wij daar helaas de conclusie aan verbinden dat de verzekering op basis van clausule 1 Garanties geen dekking biedt voor de geclaimde schade. De clausule biedt verzekerde echter wel de mogelijkheid om te bewijzen dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen. Daartoe nodigen wij verzekerde dan ook nadrukkelijk uit.”
3.2
In een rapport van 5 september 2017 schreef CED:
“Oorzaak:
De brand is ontstaan in de koof boven de bar. Hierin bevonden zich:
1. Elektrische bekabeling (230V en besturingsverlichting)
2. Meerdere tafelcontactdozen (waarvan meerdere doorgelust)
3. Een bedieningskast voor de verlichting
4. Een verlichtingsdimmer
5. Een ledverlichtingsstrip met VSA (en mogelijk dimmer)
Na onderzoek kon vastgesteld worden dat de brand niet is ontstaan in de items 2, 3 en 4.
Item 5 was volgens verzekerde aangesloten op een schakelaar nabij de groepenverdeelkast. De led verlichting stond aan (…). De bedrading waarin sluitingsporen werden aangetroffen leek zeer sterk op de bedrading van de ledverlichtingstrip. Wij vermoedden op basis daarvan dan ook dat de led strip toch onder spanning heeft gestaan. Nadien werd dit vermoeden op basis van de ontvangen camerabeelden bevestigd (…)
Waarschijnlijk is de steker hiervan bij het verwisselen van lampen in een andere tafelcontactdoos gestoken.”
i. Bij e-mail van 27 oktober 2017 heeft Coolen Expertise bericht dat het schadevaststellingstraject nog niet gereed is, maar de schade vooralsnog geschat wordt op € 450.000,-- exclusief BTW.
Op 28 november 2017 bracht CED een aanvullend onderzoeksrapport uit. In dat rapport is onder meer het volgende vermeld:
Algemeen
Naar aanleiding van uw opdracht werd door mij (…) een toedrachtonderzoek ingesteld, waarvan de eerste resultaten zijn gerelateerd in de rapportage (…) de datum 1 september 2017.
(…)
Nadat dit toedrachtonderzoek was gerapporteerd ontving rapporteur informatie dat er een tweede keuringsrapport NEN 3140/1010 bestond. Dit rapport was in het bezit van de eigenaar van de opstal en zijn/haar verzekeraar. Uit deze rapportage zou blijken dat de elektrische installatie van het café La la laa niet goedgekeurd zou zijn.
Verzocht werd een vervolg toedrachtonderzoek in te stellen.
(…)
Keuringsrapport NEN 3140/1010 Jules Goosens Bliksembeveiliging
Door opdrachtgever werd van de opstalverzekeraar van perceel Ridderstraat 10 te 's Hertogenbosch, (…), een kopie van een keuringsrapport NEN 3140/1010 ontvangen. Deze kopie werd in verband met het vervolg toedrachtonderzoek ter beschikking gesteld.
Het ontvangen keuringsrapport was opgesteld door Jules Goosens Bliksembeveiliging BV. De datum van uitvoering van de keuring was 9 juni 2016. (…) Het onderzoek van Jules Goosens Bliksembeveiliging werd uitgevoerd conform NEN 3140:2011 en was gericht op de elektrische installatie van café en bovenliggende studentenwoning. De conclusie van het rapport van Jules Goosens Bliksembeveiliging is dat de installatienietakkoord is bevonden.
In alinea 6.2 wordt specifiek ingegaan op de elektrische installatie van café La la laa. (…)
Het resultaat van de NEN 3140:2011 keuring is na afloop mondeling medegedeeld aan de bij de keuring aanwezige personen, in café La la laa.
(…)
Onderzoek curator [betrokkene 2] Totaal BV
In het kader van dit toedrachtonderzoek werd contact opgenomen met de curator in het faillissement van [betrokkene 2] Totaal BV, (…), om na te gaan of de
door [betrokkene 2] Totaal op 6 juni 2016 uitgevoerde NEN 1010 keuring binnen de (financiële) administratie was opgenomen. Van (…), insolventiemedewerker van genoemd kantoor, werd op 15 november 2017 bericht ontvangen dat er in de financiële administratie van [betrokkene 2] Totaal BV op of na 6 juni 2016 geen
facturen zijn aangetroffen gericht aan Lacobo VOF en/of café La la laa.
Beschouwing:
Uit het tot op heden ingestelde vervolg toedrachtonderzoek is gebleken dat:
o Door HDS een risico inventarisatie is gedaan bij café La la laa, waarbij, in de rapportage van 23 april 2016, is aangegeven dat een NEN 3140/1010 keuring moest worden verricht;
o Door SGS Search Ingenieursbureau op 9 mei 2016 een technische inspectie is uitgevoerd, waarbij werd vastgesteld dat de elektrische installatie van café La la laa en de daarboven liggende studentenwoning niet in orde was en waarbij werd aanbevolen aanvullende keuringen te doen;
o Op 9 juni 2016 door Jules Goosens Bliksembeveiliging, in opdracht van SGS Search Ingenieursbureau een keuring NEN 3140:2011 werd uitgevoerd waarbij de elektrische installatienietakkoord werd bevonden;
o Het resultaat van deze NEN 3140:2011 keuring op 9 juni 2016 mondeling is medegedeeld aan de aanwezige personen in café La la laa;
o Tijdens de inspectie door SGS Search Ingenieursbureau op 9 mei 2016 en tijdens de NEN3140:2011 keuring door Jules Goosens Bliksembeveiliging iemand namens verzekeringsnemer Lacobo VOF aanwezig is geweest.
o Verzekeringsnemer Lacobo VOF een keuringsrapport NEN 1010 afkomstig van [betrokkene 2] Totaal BV heeft overlegd, de datum 6 juni 2016. Hierbij werd de elektrische installatie door [betrokkene 2] Totaal BV goedgekeurd;
o Bij navraag bij het curator van [betrokkene 2] Totaal BV bleek dat in de financiële administratie geen factuur gericht aan Lacobo en/of café La la laa, werd aangetroffen voor de werkzaamheden op 6 Juni 2016;
Resumé
o Uit het tot op heden ingestelde toedrachtonderzoek is gebleken dat er getwijfeld dient te worden aan de uitvoering en juistheid van de NEN 1010 keuring, welke door [betrokkene 2] Totaal BV in opdracht van verzekeringsnemer Lacobo VOF zou zijn verricht.”
In het inspectierapport van [betrokkene 2] van juni 2016 dat in het CED-rapport genoemd wordt, staat onder meer het volgende:
“6. RESULTATEN INSPECTIE
(…)
Voor de herstelurgentie wordt de volgende codering gehanteerd:
A = acute fout onmiddellijk maatregelen vereist. *
B = belangrijke fout preventieve maatregelen vereist op korte termijn, om te voldoen aan de veiligheidseisen en normen.
C = wel fout maar niet urgent preventieve maatregelen bij gelegenheid herstellen.
* Deze worden direct gemeld aan de installatieverantwoordelijke of opdrachtgever.
6.2
Elektrische installatie Café, Ridderstraat 10 (begane grond)
Foto nr. Locatie Urgentie omschrijving fout /afwijking
(…)
8. Ruimte E B Buis niet in behuizing doorgevoerd van wcd tegen plafond, derhalve bedrading zichtbaar.
9. Ruimte E B Tegen plafond open lichtarmatuur, bedrading zichtbaar
10. Ruimte E B Algemeen. Diverse wcd’s in serie geschakeld met beschermingscontact echter niet op aarde aangesloten.
11.t/m 13 Ruimte E B Nabij bar , losse bedrading in kluwen boven verlaagd plafond, aangesloten via losse voedingscentraaldozen in serie geschakeld. Overgangsweerstand op de PE beschermingscontacten gemeten. Op enkele plaatsen losse kroonsteentjes toegepast, daardoor bedrading zichtbaar.
(…)
7. CONCLUSIE
De elektrotechnische installatie of delen daarvan zoals deze zijn aangegeven in dit inspectierapport, voldoen gedeeltelijk aan de veiligheidsbepalingen die bij de aanleg van de installatie van kracht waren. Uitgezonderd de vermelde afwijkingen benoemd in hoofdstuk 6 rubriek 6.2 en 6.3 "resultaten inspectie”.
De installatie is niet akkoord bevonden.
7.1
Inspectie interval.
Gelet op de risicoanalyse voor de tijd tussen 2 opeenvolgende inspecties is dit inspectierapport geldig tot 9 juni 2019.”
l) NN c.s. was, ondanks bezwaar van Lacobo, niet bereid haar standpunt te wijzigen.

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
Lacobo heeft NN c.s. gedagvaard en gevorderd
- voor recht te verklaren dat NN c.s. ieder naar rato van haar aandeel op de verzekering gehouden zijn tot uitkering over te gaan voor de schade ten gevolge van de brand van 12 juli 2017 conform het bepaalde in de verzekeringspolis en de daarop van toepassing zijnde polisvoorwaarden, waarbij de uitkering moet worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017;
- NN c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017
;
met hoofdelijke veroordeling van NN c.s. in de proces- en nakosten.
4.2
De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen en Lacobo in de proceskosten veroordeeld. De rechtbank overwoog daartoe zakelijk weergegeven dat:
- niet in geschil is dat de schade door brand in beginsel onder de dekking van de verzekering valt;
- de stelplicht en eventuele bewijslast dat Lacobo niet aan haar verplichtingen (ten aanzien van de elektrische installatie) heeft voldaan, op NN c.s. rusten;
- partijen het erover eens zijn dat de brand is begonnen in de koof van de bar, in de LED-strip;
- uit de diverse rapporten blijkt dat de installatie van Lalalaa niet voldeed aan de NEN 1010 en garantieclausule 5 daardoor is geschonden;
- ook als de keuring door [betrokkene 2] heeft plaatsgevonden, het oordeel niet anders luidt, omdat de verklaring van [betrokkene 2] onvoldoende gewicht in de schaal legt voor het oordeel dat de elektrische installatie wel aan de NEN 1010-normen voldeed;
- Lacobo dus geen recht heeft op uitkering onder de verzekering, tenzij een van haar verweren slaagt;
- het verweer van Lacobo dat geen sprake is van een causaal verband tussen schending van de clausule en de schade niet opgaat. De rechtbank gaat er bij dit oordeel vanuit dat de ledstrip door middel van een of meerdere verlengsnoeren op de elektrische installatie was aangesloten en dat vaststaat dat verlengsnoeren bij permanent gebruik een verhoogd brandrisico opleveren, omdat de op die manier aangesloten apparatuur permanent onder spanning staat. Lacobo was hiervoor in 2016 gewaarschuwd. HDS heeft het permanent gebruik van verlengsnoeren aangemerkt als een zichtbaar gebrek en dit heeft geleid tot het opnemen van garantieclausule 990 op het clausuleblad;
- het beroep van Lacobo op de redelijkheid en billijkheid – omdat niet duidelijk zou zijn aan welke normen van de NEN 1010 zij moest voldoen – evenmin slaagt.

5.Vordering in hoger beroep

5.1
Lacobo vordert in hoger beroep hetzelfde als bij de rechtbank.
5.2
Kort gezegd zien de bezwaren van Lacobo tegen het vonnis van de rechtbank erop dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat duidelijk is aan welke (versie van de) NEN-normen moest worden getoetst (grief 1); dat de LED-strip via een tafelcontactdoos was aangesloten op de elektrische installatie (grief 2), waardoor NEN 1010 is geschonden (grief 3); dat het beroep op het ontbreken van causaal verband niet slaagt (grief 4) en dat de vordering van Lacobo moet worden afgewezen.

6.Beoordeling in hoger beroep

6.1
Deze zaak gaat om de vraag of NN c.s. terecht uitkering onder de verzekering heeft geweigerd omdat Lacobo niet heeft voldaan aan garantieclausule 5. Daarbij gaat het in beginsel om drie vragen: i) is garantieclausule 5 duidelijk genoeg geformuleerd?, ii) heeft Lacobo deze garantieclausule geschonden? en iii) als de garantieclausule is geschonden: heeft Lacobo bewezen dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichting?
Garantieclausule 5 is voldoende duidelijk
6.2
Lacobo is van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat duidelijk was aan welke NEN-normen moest worden voldaan en het beroep van Lacobo op de redelijkheid en billijkheid dus ten onrechte heeft verworpen. Zij stelt dat het geenszins duidelijk is welke verplichtingen de NEN-1010 clausule inhoudt. Zij wijst erop dat er negen verschillende NEN-1010 beschikbaar zijn, met verschillende ingangsdata. Daardoor is het voor haar niet duidelijk aan welke normen de (controle van) de elektrische installatie had moeten voldoen. De bij deze zaak betrokken deskundigen zijn het daarover niet eens. Als zelfs niet voor de deskundige duidelijk is aan welke versie moet worden voldaan, hoe kan het dan voor haar duidelijk zijn, zo vraagt Lacobo zich af.
6.3
NN c.s. heeft aangevoerd dat de NEN-normen voldoende kenbaar zijn. Het was ook niet nodig dat Lacobo de exacte inhoud van deze normen kende, omdat de keuring moest worden uitgevoerd door een erkend elektrotechnisch bureau. Wat betreft de toepasselijke versie is het volgens NN evident dat de versie die gold ten tijde van de aanleg van toepassing is, en bij een uitbreiding van de installatie de versie die ten tijde van die uitbreiding gold.
6.4
De grief slaagt niet. Het hof is met NN c.s. van oordeel dat de desbetreffende garantieclausule zeer gangbaar is. In de garantieclausule is in niet mis te verstane bewoordingen opgenomen dat de elektrische installatie, apparaten en toestellen tenminste 1 maal per 5 jaar gekeurd moeten worden door een erkend elektrotechnisch bureau overeenkomstig de NEN 3140 en dat de elektrische installatie, apparaten en toestellen moeten voldoen aan de NEN 1010-normen. Daar een (redelijk bekwaam) elektrotechnicus bekend moet worden verondersteld met de NEN-normen, moet worden aangenomen dat het voor een (bekwaam) elektrotechnicus duidelijk is wat bij een dergelijke periodieke keuring wordt verlangd.
6.5
Daarbij komt bij dat de verplichting van Lacobo om een keuring te laten uitvoeren conform NEN 3140 nog eens duidelijk is toegelicht in het HDS-rapport, zodat Lacobo redelijkerwijs had kunnen begrijpen wat van haar werd verwacht:
“ Laat de installatie daarom keuren door een bedrijf dat is aangesloten bij Ikeur of Uneto-VNI. Zorg ervoor dat bij de keuring in elk geval de volgende punten worden uitgevoerd:
- controle op aanwezigheid en actualiteit van de tekeningen;
- visuele controle van de installatie en de daarop aangesloten apparatuur;
- meten en testen van isolatieweerstanden, impedantie en
aardlekschakelaars;
- uitvoeren van thermografische metingen, in elk geval op de verdeelinrichtingen.
De keurende instantie kan dit nog verder aanvullen of uitbreiden om de (brand)veiligheid te verhogen.”
6.6
De omstandigheid dat – tussen deskundigen – in een concreet geval discussie kan ontstaan over de vraag welke versie van de NEN 1010-normen (op een bepaald deel van) een elektrotechnische installatie van toepassing is, doet aan het vorenstaande niet af. De NEN 1010 inspectie is normaliter een eenmalige inspectie die wordt gebruikt bij het (grootschalig) aanpassen of het aanleggen van een nieuwe elektrotechnische installatie. Daarbij gelden de normen van dat moment. Dat (tussen deskundigen) discussie kan ontstaan over de vraag wanneer sprake is van een zodanige (grootschalige) aanpassing/uitbreiding van de elektrische installatie dat een nieuwe versie van toepassing wordt, maakt niet dat moet worden geoordeeld dat de garantieclausule op zichzelf niet duidelijk is.
Lacobo heeft garantieclausule 5 geschonden
6.7
Lacobo is van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij garantieclausule 5 heeft geschonden. Zij wijst erop dat op de stelplicht en bewijslast ten aanzien van het schenden van de garantieclausule rusten op NN c.s.. Daarbij is het noodzakelijk dat NN c.s. stelt welke NEN 1010-normen zijn geschonden. NN c.s. lijkt uit te gaan van de toepasselijkheid van de NEN 1010:2015, maar dat is onterecht. Het in gebruik nemen van een nieuwe lamp is geen uitbreiding van de elektrische installatie, waardoor de (nieuwere) normen van toepassing worden. Nu NN c.s. de schending wel baseert op NEN 2010:2015, heeft zij de gestelde schending onvoldoende onderbouwd. Aldus nog steeds Lacobo.
6.8
Het hof overweegt als volgt. Niet in geschil is dat de stelplicht en de bewijslast ter zake van de schending van de garantieclausule rusten op NN c.s. Naar het oordeel van het hof heeft NN c.s. bewezen dat Lacobo niet aan de garantieclausule heeft voldaan. Gelet op het (inhoudelijk niet weersproken) inspectierapport van [betrokkene 2] van juni 2016, kan de conclusie immers geen andere zijn dat aan de elektrische installatie van Lalalaa (ook ten tijde van de keuring door [betrokkene 2] van enkele dagen daarvoor) zodanige gebreken kleefden, dat deze niet voldeed aan de NEN 1010-normen (ongeacht de versie).
6.9
De omstandigheid dat Lacobo beschikte over het rapport van [betrokkene 2] waarin was vermeld dat [betrokkene 2] de installatie overeenkomstig de geldende installatievoorschriften heeft aangelegd, gecontroleerd en opgeleverd, maakt niet dat Lacobo er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat wel aan de NEN 1010-normen was voldaan, dan wel de keuring door [betrokkene 2] was geschied conform de NEN 3140. Het rapport van [betrokkene 2] voldeed immers – ook voor een leek als Lacobo kenbaar – niet aan de daaraan te stellen eisen, zoals in het HDS-rapport toegelicht. Zo kan uit het rapport [betrokkene 2] niet worden opgemaakt dat [betrokkene 2] isolatieweerstanden, impedantie en aardlekschakelaars heeft doorgemeten en thermografische metingen heeft uitgevoerd op de verdeelinrichtingen en wat de (meet)resultaten daarvan waren. Evenmin blijkt uit het rapport dat [betrokkene 2] controle heeft uitgevoerd op de aanwezigheid en actualiteit van de tekeningen. Achteraf blijkt ook dat het rapport van [betrokkene 2] niet deugdelijk was: die inspectie is immers gedaan vóór de keuring door [betrokkene 2] ([betrokkene 2] keurde volgens zijn rapport immers op 9 juni 2016, terwijl de werkbon van [betrokkene 2] is gedateerd op 30 mei 2016). Door Lacobo is bovendien niet, althans niet voldoende gemotiveerd, betwist dat de bevindingen van [betrokkene 2] na afloop van de inspectie aan (personen werkzaam bij) Lacobo zijn medegedeeld. Dit maakt ook het door Lacobo gedane bewijsaanbod om [betrokkene 2] als getuige te horen als niet ter zake dienende moet worden gepasseerd.
6.1
Dit betekent dat is komen vast te staan dat Lacobo garantieclausule 5 heeft geschonden: Lacobo heeft de installatie niet tijdig deugdelijk (conform NEN 3140) laten keuren en de installatie voldeed niet aan NEN 1010.
Niet bewezen dat schade niet is ontstaan of vergroot door schending garantieclausule 5
6.11
Lacobo is van mening dat voor zover de garantieclausule al zou zijn geschonden – hetgeen zoals hiervoor overwogen het geval is – er geen causaal verband bestaat tussen de schending van de garantieclausule en de schade. Tussen partijen staat immers vast dat de brand is ontstaan in de ledstrip. De ledstrip was volgens Lacobo niet aangesloten op een verlengsnoer. De ledstrip, die CE- gekeurd was, valt bovendien niet onder het bereik van NEN 1010. Daarom moet volgens Lacobo worden geoordeeld dat ook als de (gebouw gebonden) elektrische installatie niet heeft voldaan aan de NEN 1010-normen, dit geen invloed heeft gehad op de oorzaak van de brand.
6.12
Verder betoogt Lacobo dat voor zover zij niet heeft voldaan aan de periodieke keuringseis – hetgeen zij betwist, maar gelet op het vorenstaande tevergeefs – dit niet van invloed is geweest op het ontstaan van de brand. De ledstrip is immers pas aangesloten na de keuring van [betrokkene 2]. Tot slot betwist Lacobo dat het permanent gebruik van verlengsnoeren leidt tot een verhoogd brandrisico. Losliggende bedrading op de ledstrip – voor zover daarvan al sprake is geweest, ook dit wordt door Lacobo betwist – kan niet tot een zodanige warmteontwikkeling leiden dat daardoor brand ontstaat. Een ledstrip geeft immers nauwelijks warmte af. Er is geen sprake van brandgevaar bij normaal gebruik, ook niet als de ledstrip wordt afgedekt, aldus nog steeds Lacobo.
6.13
Het hof overweegt als volgt. Tussen partijen is terecht niet in geschil dat de stelplicht en de bewijslast dat de schade niet is ontstaan of vergroot door schending van de garantieclausule, rusten op Lacobo. Dat zich een dergelijke uitzondering/situatie voordoet, kan onder de gegeven omstandigheden – waarin vaststaat dat de brand is ontstaan door een defect in de elektrische installatie en/of daarop aangesloten apparatuur – niet lichtvaardig worden aangenomen. Het gaat hier niet om een geval waarin de brand evident is ontstaan door een andere oorzaak (bijvoorbeeld vuurwerk of blikseminslag) dan een gebrek in de elektrotechnische installatie en/of daarop aangesloten apparatuur.
6.14
Lacobo heeft niet aan de op haar rustende bewijslast voldaan. Het is volgens CED weliswaar zeer aannemelijk dat de brand is ontstaan door kortsluiting in de ledstrip (r.o. 3.2 hiervoor), maar dat sluit niet uit dat andere oorzaken dan een defect in de ledstrip hebben bijgedragen aan het ontstaan van de brand en/of de omvang van de schade. CED heeft ook niet bedoeld, in haar rapport van 5 december 2017, de ledstrip als zelfstandige, enige oorzaak van de brand aan te wijzen; in dat rapport wijst CED enkel de plaats aan waar de brand is ontstaan (in de ledstrip, waarbij sprake is geweest van kortsluiting, waarvan de oorzaak echter niet door CED genoemd wordt). Uit het rapport van [betrokkene 2] blijkt immers dat de installatie in ruimte E (het gebied waar de ledstrip zich bevond) tekortkomingen kende. Deze hebben mogelijk (mede) een rol gespeeld bij het ontstaan van de brand en/of de omvang van de schade. Evenmin is evident dat geheel moet worden uitgesloten dat – indien tijdig een deugdelijke keuring conform 3140 NEN had plaatsgevonden en de daaruit volgende maatregelen waren getroffen – de schade niet had opgetreden of beperkter was geweest. Daarbij is van belang dat de beoordeling van de exacte schadeoorzaak wordt bemoeilijkt door de brandschade. Dit risico blijft voor Lacobo.
6.15
De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat de schending van de garantieclausule niet heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade of de schade heeft verergerd. Lacobo heeft bewijs aangeboden door middel van het horen van getuigen.
6.16
Lacobo heeft geen voldoende specifieke stellingen ingenomen die, indien bewezen, uitsluiten dat gebreken in de elektrische installatie (anders dan een gebrek in de ledstrip) hebben meegespeeld bij het ontstaan van de brand en/of hebben bijgedragen aan de omvang van de schade. Het bewijsaanbod van Lacobo tot het horen van getuigen op dit punt wordt daarom gepasseerd als niet ter zake dienende.
6.17
Dit een en ander betekent dat niet is komen vast te staan dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen.
Conclusie en proceskosten
6.18
De conclusie is dat het hoger beroep van Lacobo faalt. Daarom zal het hof het vonnis bekrachtigen.
6.19
Het hof zal Lacobo als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep. Die proceskosten worden begroot op:
griffierecht € 783,--
salaris advocaat € 7.004,-- (2 punten × tarief VII)
nakosten
€ 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 7.965,--

7.Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 22 maart 2023;
- veroordeelt Lacobo in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van NN c.s. tot op heden begroot op € 7.965,--,;
- bepaalt dat als Lacobo niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Lacobo de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.J. van der Ven, D.A. Schreuder en K. Engel en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2025 in aanwezigheid van de griffier.