Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks9 januari 2024 te 's-Gravenhage, zich met geweld
en/of bedreiging met geweld,heeft verzet tegen ambtenaren, [hoofdagent] (hoofdagent) en [brigadier] (brigadier), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten
de afhandeling van het opsporen ende aanhouding van gesignaleerde [verdachte] ten behoeve van de afname van zijn DNA, door deze [hoofdagent] in zijn hand te bijten en deze [brigadier] tegen de linkerhand/-pols te trappen en
/ofdeze hand/pols klem te zetten, terwijl dit misdrijf
en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkhedenenig lichamelijk letsel, te weten een bijtwond bij [hoofdagent]
en/of een gebroken handbotje bij [brigadier]ten gevolge heeft gehad.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Vordering van de benadeelde partij [hoofdagent]
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade,
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
9 januari 2024.
Vordering van de benadeelde partij [brigadier]
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
9 januari 2024.