ECLI:NL:GHDHA:2025:877
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A. Zonneveld
- E.B.J. van Elden
- P.C. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Afstamming en erkenning van een minderjarige in het kader van een Ghanees huwelijk en de gevolgen van DNA-onderzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afstamming en erkenning van een minderjarige. De moeder, die de Nederlandse nationaliteit heeft, en haar partner, hebben een Ghanees gewoonterechtelijk huwelijk aangevoerd, maar het hof oordeelt dat dit huwelijk niet aannemelijk is gemaakt. De moeder heeft herhaaldelijk geweigerd mee te werken aan een DNA-onderzoek, wat het hof gevolgen verbindt aan de aanwijzingen omtrent het verwekkerschap. Er was eerder sprake van een voorwaardelijke erkenning door de partner van de moeder. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank tot doorhaling van de latere vermelding van de erkenning van de minderjarige door de partner van de moeder en verleent vervangende toestemming aan de verwekker tot erkenning van de minderjarige. Ook de beslissingen van de rechtbank tot gezamenlijk gezag en recht op omgang voor de verwekker worden door het hof bekrachtigd. De zaak illustreert de complexiteit van afstamming en erkenning binnen het familierecht, vooral in het licht van verschillende nationaliteiten en juridische systemen.