ECLI:NL:GHDHA:2025:954
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurrecht van de echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende het huurrecht van de echtelijke woning na een echtscheiding tussen de vrouw en de man. De rechtbank had eerder bepaald dat de man de huurder van de echtelijke woning zou zijn, maar de vrouw is het hier niet mee eens en verzoekt het hof om deze beslissing te vernietigen. De vrouw stelt dat haar medische situatie ernstiger is dan die van de man en dat zij meer afhankelijk is van de woning vanwege haar sociale contacten en nabijheid van noodzakelijke voorzieningen. De man daarentegen betwist de ernst van de medische klachten van de vrouw en stelt dat de rechtbank een juiste belangenafweging heeft gemaakt. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, inclusief de argumenten van beide partijen. Het hof concludeert dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist en bekrachtigt de bestreden beschikking. De beslissing van het hof is genomen op 21 mei 2025.