Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 17 juni 2024, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 21 maart 2024;
- het arrest van dit hof van 10 september 2024, waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens voorwaardelijk incidenteel verzoek ex artikel 22 lid 1 Rv c.q. artikel 195 lid 1 Rv tot het verstrekken van afschrift van bescheiden door appellant van Zorgpartners, met bijlagen
- de conclusie van antwoord in incident van [appellant] , met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
griffierecht € 798,-
salaris advocaat € 1.214,- (1 punt × tarief II)
nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)Totaal € 2.190,-.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 21 maart 2024;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Zorgpartners begroot op € 2.190,-;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- wijst af wat in hoger beroep in de hoofdzaak meer of anders is gevorderd.