ECLI:NL:GHLEE:2001:AB0419
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- A. Drion
- W. Wolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en boete wegens verzwegen omzetten
Op 2 maart 2001 deed het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak in een belastingzaak waarin de belanghebbende, een cafetaria-exploitant, in beroep ging tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over de periode van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996. De naheffingsaanslag, opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst, betrof een bedrag van ƒ 2.421,- aan belasting, met een boete van ƒ 605,- en heffingsrente van ƒ 296,-. De inspecteur handhaafde de aanslag na het indienen van een bezwaarschrift door de belanghebbende, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het hof.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 september 2000 werd vastgesteld dat de belanghebbende niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde had de inspecteur niet weerlegd. De inspecteur voerde aan dat de belanghebbende omzet uit een kansspelautomaat had verzwegen, wat leidde tot een significante stijging van de omzet die niet in de administratie was verantwoord. Het hof oordeelde dat de belanghebbende onvoldoende bewijs had geleverd om het vermoeden van omzetverzwijging te weerleggen.
Het hof concludeerde dat de inspecteur voldoende feiten en omstandigheden had aangedragen die duidden op grove schuld van de belanghebbende met betrekking tot het niet betalen van de verschuldigde omzetbelasting. De opgelegde boete van 25% werd als passend beoordeeld. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de inspecteur werd bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen, en de redelijke termijn voor de procedure was niet overschreden.