ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1288
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. E. Aardema
- Mr. H. de Jong
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van studiekosten voor communicatieve vaardigheden in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 29 maart 2001, staat de aftrekbaarheid van studiekosten voor een cursus communicatieve vaardigheden centraal. De belanghebbende, een ingenieur die in 1997 tijdelijk in loondienst was bij Rijkswaterstaat, had kosten gemaakt voor een cursus die hij volgde om zijn communicatieve vaardigheden te verbeteren. Deze cursus was niet vergoed door zijn werkgever. De inspecteur van de Belastingdienst had de kosten van de cursus niet als aftrekbaar erkend, wat leidde tot een geschil over de vraag of deze kosten als buitengewone lasten konden worden aangemerkt onder artikel 46, lid 1, onder c, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2001, waar zowel de belanghebbende als zijn gemachtigde aanwezig waren, werd het standpunt van de inspecteur verdedigd. Het hof oordeelde dat de cursus niet specifiek gericht was op de werkkring van de belanghebbende en dat de kosten derhalve niet als aftrekbaar konden worden beschouwd. Het hof stelde vast dat de cursus een algemeen karakter had en niet voldeed aan de eisen van artikel 46, lid 1, onder c, van de Wet IB, die vereist dat de uitgaven gericht zijn op het verwerven van kennis die direct toepasbaar is in de beroepsuitoefening.
De uitspraak van het hof bevestigde de beslissing van de inspecteur, waarbij de belanghebbende niet in aanmerking kwam voor de aftrek van de studiekosten. Het hof concludeerde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de cursus daadwerkelijk bijdroeg aan zijn professionele ontwikkeling in de context van zijn werk bij Rijkswaterstaat. De zaak werd afgesloten zonder veroordeling in de proceskosten, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de partijen ontvingen een afschrift van het proces-verbaal op 12 april 2001.