ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1967
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boete
Op 1 juni 2001 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, X te Z, in beroep ging tegen een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting over het tijdvak van 5 december 1998 tot en met 4 december 1999. De naheffingsaanslag, opgelegd door het hoofd van het Centraal bureau motorrijtuigenbelasting, bedroeg € 2.716,-, inclusief een boete van 100%. De inspecteur handhaafde deze aanslag na het indienen van een bezwaar door belanghebbende. Belanghebbende was niet verschenen op de zitting van het hof, die plaatsvond op 14 maart 2001.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende was houder van een Mercedes Benz personenauto met kenteken YY-YY-00, sinds 17 oktober 1998. Op 11 september 1999 werd gebruik van het voertuig op de openbare weg geconstateerd, terwijl het voertuig geschorst was. De inspecteur legde daarop de naheffingsaanslag op. In geschil was de rechtmatigheid van deze naheffing en de hoogte van de opgelegde boete.
Het hof overwoog dat belanghebbende belastingplichtig was op basis van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, en dat hij als eigenaar zorgplicht had om te voorkomen dat het voertuig op de openbare weg werd geplaatst. Het hof matigde de boete tot € 300,-, maar handhaafde de naheffingsaanslag voor de motorrijtuigenbelasting. De uitspraak van de inspecteur werd gedeeltelijk vernietigd, en het hof gelastte de inspecteur het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd op 6 juni 2001 aan beide partijen aangetekend verzonden.