ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2194
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. E. Aardema
- mevr. mr. M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in belastingzaak
Op 15 juni 2001 deed het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, aangeduid als X, in verzet kwam tegen een eerdere beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. Deze beschikking, gedateerd 12 januari 2001, verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 8 juni 2000 was gedaan. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1996. De voorzitter oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien dit pas op 13 november 2000 was ontvangen, meer dan zes weken na de datum van de uitspraak van de inspecteur.
De gemachtigde van de belanghebbende stelde in zijn verzet dat het beroepschrift reeds op 17 juli 2000 per fax naar het gerechtshof was verzonden. Tijdens de zitting op 21 mei 2001, waar zowel de gemachtigde als de inspecteur aanwezig waren, werd deze stelling besproken. Het gerechtshof oordeelde echter dat de belanghebbende niet had aangetoond dat het beroepschrift op de genoemde datum was verzonden. Bovendien bleek uit de faxadministratie van het gerechtshof dat er geen ontvangst was van het beroepschrift.
Daarnaast werd er een beroep gedaan op de doorzendverplichting ex artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gerechtshof oordeelde dat verzoeken om uitstel van betaling, die per fax aan de Belastingdienst waren gericht, niet konden worden aangemerkt als een beroepschrift dat bij een onbevoegd bestuursorgaan was ingediend. Hierdoor was er geen verplichting tot doorzending van het beroepschrift.
Uiteindelijk verklaarde het gerechtshof het verzet ongegrond, en bevestigde de eerdere beslissing van de voorzitter. De uitspraak werd gedaan door prof. mr. E. Aardema, vice-president van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier, mevr. mr. M. Hiemstra.