ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2298
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen aanslag forensenbelasting gemeente Borger-Odoorn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heer X tegen een aanslag in de forensenbelasting die door het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Borger-Odoorn is opgelegd. De aanslag, gedateerd op 30 november 1999, bedroeg ƒ 875,- voor het belastingjaar 1999. De heer X heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het hoofd heeft deze bij uitspraak van 29 december 1999 gehandhaafd. Hierop heeft de heer X op 9 februari 2000 beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
De zaak is behandeld op 14 maart 2001, waarbij zowel de heer X als de vertegenwoordiger van het hoofd aanwezig waren. Na de zitting heeft het hof op 28 maart 2001 mondeling uitspraak gedaan. De heer X heeft verzocht om een schriftelijke uitspraak, waarvoor hij op 21 mei 2001 het griffierecht heeft voldaan. De aanslag is gebaseerd op de Verordening Forensenbelasting 1999 van de gemeente Borger-Odoorn, die bepaalt dat de belasting wordt geheven van natuurlijke personen die zonder hoofdverblijf in de gemeente, gedurende meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
Het hof overweegt dat de heffingsgrondslag voor de forensenbelasting door de gemeenteraad is vastgesteld en dat deze niet in strijd is met de Gemeentewet. De heer X stelt dat de heffing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, maar het hof oordeelt dat de tariefstelling niet onredelijk of willekeurig is. Het beroep van de heer X wordt ongegrond verklaard, en de aanslag blijft in stand. De proceskosten worden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.