ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2299
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag forensenbelasting voor het jaar 1998
In deze zaak gaat het om een beroep van de heer X tegen een aanslag in de forensenbelasting die hem door het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Borger-Odoorn is opgelegd. De aanslag, gedateerd op 30 april 1999, bedraagt ƒ 1.160,- en betreft het jaar 1998. De heer X heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het hoofd heeft dit bezwaar op 9 november 1999 afgewezen. Hierop heeft de heer X op 20 december 1999 beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 maart 2001, waar zowel de heer X als de vertegenwoordiger van het hoofd aanwezig waren. Tijdens de zitting zijn pleitnotities overlegd en voorgelezen. Het hof heeft op 28 maart 2001 mondeling uitspraak gedaan, en het proces-verbaal hiervan is op 10 april 2001 aan de partijen verzonden. De heer X heeft vervolgens verzocht om een schriftelijke uitspraak, waarvoor hij op 21 mei 2001 het griffierecht heeft voldaan.
Het hof overweegt dat de aanslag is gebaseerd op de Verordening Forensenbelasting 1997 van de gemeente Borger-Odoorn. De heffing van forensenbelasting is toegestaan voor natuurlijke personen die zonder hoofdverblijf in de gemeente, gedurende meer dan negentig dagen in het belastingjaar, een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Het hof concludeert dat de heffingsgrondslag die is gehanteerd door het hoofd rechtmatig is en dat de heffing niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De heer X's beroep wordt ongegrond verklaard, en de aanslag blijft gehandhaafd.