ECLI:NL:GHLEE:2001:AB4620
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- J. Huiskes
- K. De Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing en bron van inkomen bij deelname in een vennootschap onder firma
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 10 juli 2001, staat de vraag centraal of de deelname van de belanghebbende in een vennootschap onder firma (VOF) kan worden aangemerkt als een bron van inkomen. De belanghebbende, die samen met anderen de VOF KL VOF oprichtte voor het exploiteren van harddravers, had in de jaren 1993 tot en met 1998 negatieve opbrengsten uit deze onderneming. De inspecteur van de Belastingdienst weigerde de negatieve opbrengsten in aanmerking te nemen bij de belastingaanslagen, wat leidde tot een geschil over de bron van inkomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juni 2001, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was, werd de zaak besproken door de vice-president en twee raadsheren. De belanghebbende stelde dat zijn deelname aan de VOF een bron van inkomen was, terwijl de inspecteur dit ontkende. Het hof oordeelde dat de resultaten van de VOF in de jaren 1993 tot en met 1998 negatief waren en dat er geen redelijke kans op voordeel aanwezig was. De belanghebbende had bovendien al in 1998 kennis van een eerdere uitspraak die bevestigde dat er geen bron van inkomen was.
Het hof concludeerde dat de belanghebbende niet kon aantonen dat hij in rechte te beschermen vertrouwen had gewekt bij de inspecteur, noch dat de inspecteur in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel had gehandeld. De grieven van de belanghebbende werden verworpen, en het hof verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering bij het aantonen van een bron van inkomen en de rol van het vertrouwensbeginsel in belastingzaken.