ECLI:NL:GHLEE:2001:AC0843

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 augustus 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
922/00
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. Pruiksma
  • A. Drion
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling in belastingzaak na intrekking beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag die hem was opgelegd door de inspecteur van het centraal bureau motorrijtuigenbelasting te Apeldoorn. Op 29 juni 2001 heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken, omdat de inspecteur volledig aan zijn bezwaren tegemoet was gekomen. Verzoeker heeft echter verzocht om de Staat der Nederlanden te veroordelen in de kosten die hij heeft gemaakt in verband met de behandeling van zijn beroep bij het hof. De inspecteur heeft op dit verzoek niet gereageerd.

Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht geoordeeld dat de Staat der Nederlanden moet worden veroordeeld tot een tegemoetkoming in de door verzoeker gemaakte kosten. Het hof heeft de kosten vastgesteld op f. 1.420,--, berekend volgens de regels van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Dit bedrag is gebaseerd op de formule A x B x C1, waarbij A het aantal punten is, B het tarief per punt en C1 de wegingsfactor.

De uitspraak is gedaan door mr. P. Pruiksma, vice-president en lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 augustus 2001 in Leeuwarden. Het hof benadrukt dat deze zaak niet samenhangt met andere zaken van 167 personen, aangezien voor hen geen beroep is ingesteld. Een kostenveroordeling kan alleen worden uitgesproken indien er daadwerkelijk beroep is ingesteld, zoals in deze zaak het geval is.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
UITSPRAAK
Nr. 922/00 17 augustus 2001
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede enkelvoudige belastingkamer, op het verzoek van X te Z tot kostenveroordeling van de Staat der Nederlanden in de door hem in verband met de behandeling van het beroep bij het gerechtshof inzake de aan hem opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting voor de periode 16 april 1999 tot en met 29 mei 2000 gemaakte kosten.
Verzoeker is in beroep gekomen tegen de bovenvermelde aan hem door de inspecteur van het centraal bureau motorrijtuigenbelasting te Apeldoorn (hierna: de inspecteur) opgelegde naheffingsaanslag.
Bij schrijven van 29 juni 2001 heeft verzoeker dat beroep ingetrokken, aangezien de inspecteur volledig aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen.
Verzoeker heeft bij datzelfde schrijven verzocht de Staat der Nederlanden te veroordelen in de door hem terzake van deze procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof.
De inspecteur heeft -daartoe in de gelegenheid gesteld- op dat verzoek niet gereageerd.
Op grond van het bepaalde in artikel 8:75 Algemene wet bestuursrecht vindt het hof grond met betrekking tot de onderwerpelijke procedure de Staat der Nederlanden te veroordelen tot een tegemoetkoming in de door verzoeker ter zake van die procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof, welke tegemoetkoming het hof op grond van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht bepaalt op f. 1.420,--. (A x B x C1 = 1 x f. 710,-- x 2 =
f. 1.420,--).
Opmerking verdient voorts in dit verband dat het hier, zoals de gemachtigde van belanghebbende stelt in zijn verzoekschrift, niet betreft zogenaamde samenhangende zaken met de overige 167 personen, daar voor deze personen geen beroep is ingesteld. Een kostenveroordeling wordt alleen uitgesproken indien beroep is ingesteld zoals in deze zaak.
Het hof, uitspraak doende op het verzoek, veroordeelt de Staat der Nederlanden tot een tegemoetkoming in de door verzoeker in verband met het onderwerpelijke beroep bij het gerechtshof gemaakte kosten, te bepalen op f. 1.420,--.
Gedaan op 17 augustus 2001 door mr. Pruiksma, vice-president, lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de griffier Lorist en ondertekend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 augustus 2001 te Leeuwarden door mr Drion, raadsheer.
Op 22 augustus 2001 afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen.
De griffier van het gerechtshof te Leeuwarden.