ECLI:NL:GHLEE:2002:AD9003
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Bijtelling van auto ter beschikking gesteld aan belastingplichtige en echtgenote in het kader van inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de bijtelling van een personenauto ter beschikking gesteld aan een belastingplichtige en zijn echtgenote centraal. De belanghebbende, directeur en enig aandeelhouder van Beheer B.V., werd voor het jaar 1997 aangeslagen voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 89.550,--. Later werd een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij het belastbaar inkomen werd verhoogd naar ƒ 97.850,--. De belanghebbende ging in beroep tegen de uitspraak van de inspecteur, die de navorderingsaanslag handhaafde.
De kern van het geschil betreft de vraag of de bijtelling van de auto, die een cataloguswaarde had van ƒ 83.000,--, gelijkelijk aan de belanghebbende en zijn echtgenote moest worden toegerekend, of dat deze in zijn geheel bij de belanghebbende in aanmerking moest worden genomen. De inspecteur had de bijtelling vastgesteld op 20% van de cataloguswaarde, wat leidde tot een verhoging van het privé-voordeel van de belanghebbende.
Het hof oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de auto feitelijk ook aan zijn echtgenote ter beschikking was gesteld in het kader van haar werkzaamheden. De werkzaamheden van de echtgenote waren administratief van aard en vonden thuis plaats, wat het onwaarschijnlijk maakte dat zij de auto voor haar werk nodig had. Het hof concludeerde dat de inspecteur terecht de volledige bijtelling bij de belanghebbende had aangemerkt, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd op 6 februari 2002 aan beide partijen aangetekend verzonden.